Opzet, culpa en causaliteit

9 belangrijke vragen over Opzet, culpa en causaliteit

Hoe vangt het onderzoek ter terechtzitting aan?

Het onderzoek ter terechtzitting vangt aan met het uitroepen van de zaak en geschiedt in beginsel in het openbaar (art. 269 Sv)

Requisitoir OvJ (art. 311 Sv)

De OvJ voert het woord.
Naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting
(a) kiest hij uit de verschillende (mogelijk subsidiair, alternatief en/of cumulatief) ten laste gelegde feiten
(b) welk feit hij bewezen acht
(c)op basis van welk bewijsmateriaal en
(d) motiveert hij waarom en
(e) in welke mate er gestraft moet worden en/of een maatregel moet worden opgelegd (vordering)

Wat zijn preliminaire verweren?

Art. 283 Sv voorziet in de bevoegdheid van de verdediging om meteen na de aanvang van de terechtzitting verweren te voeren waarop kan worden beslist zonder dat de zaak eerst inhoudelijk moet worden behandeld.
(het kan dan leiden tot:
- dagvaarding nietig
-rechter niet bevoegd
-officier van justitie is niet bevoegd)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Bewuste culpa (schuld)

De dader weet dat hij onvoorzichtig/roekeloos bezig is geweest, maar denkt dat het negatieve gevolg niet zal intreden.
LET OP: hij aanvaard het risico niet!

Subjectieve zijde culpa

Verdediging
- had er wel anders gehandeld kunnen worden

Mag de OvJ weigeren om getuigen te laten oproepen?

Ja als gronden daarvoor worden genoemd in de wet art 264 lid 1 en 2

Wanneer mag een zitting geschorst worden?

- als het een omvangrijke zaak betreft (art. 277 Sv)
- als de dagvaardingstermijn niet in acht is genomen of indien niet op het verblijfadres is betekend (art. 265 lid 3 Sv)

De einduitspraak niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie volgt in ieder geval in de volgende situaties:

bij overlijden van de verdachte, het ontbreken van een klacht bij een klachtdelict en bij vervolging van een kind dat jonger is dan twaalf jaar.

De strafvorderingswetgever heeft gekozen voor het negatief-wettelijk bewijsstelsel met betrekking tot de eerste vraag van art 350 Sv (of de verdachte het hem ten laste gelegde feit heeft begaan)
dit stelsel bevat twee eisen.

Het is wettelijk omdat de wet de bewijsmiddelen (limitatief) opsomt, en het is negatief omdat de rechter alleen tot bewezenverklaring mag overgaan als hij zelf door de inhoud van de bewijsmiddelen ervan overtuigd is dat de verdachte schuldig is (art 338Sv)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo