Samenvatting: Strafrechtelijke Aansprakelijkheid

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Strafrechtelijke aansprakelijkheid

  • 1 Materieel strafrecht week 1: legaliteitsbeginsel, toepassen overgangsrecht en rechtsmacht

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • 1.1 Strafrechtelijke aansprakelijkheid

    Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Is de nationale wetgeving wel in overeenstemming met EU-wetgeving of grondrechten uit het EVRM?

    Dit hoeft niet zo te zijn.
    VB: Als een APV stelt dat je niet iemand in het openbaar mag uitjouwen of met aanstootgevende taal lastig mag vallen kan dit in strijd zijn met artikel 7 lid 3 GW: geen verlof nodig voor openbaren van gedachten of gevoelens.
  • Wat is het verschil tussen een delictsomschrijving en een sanctienorm?

    1. Delictsomschrijving: welk gedrag kan tot welke strafrechtelijke aansprakelijkheid leiden.
    2. Sanctienorm: welke sancties aan dat strafbare feit kunnen worden verbonden.
  • Waarom is de onderscheiding tussen aansprakelijkheidsvoorwaarden van belang?

    1. Bestanddeelniveau: de vormgeving van de tenlastelegging wordt erdoor bepaald en het is belangrijk wat moet worden bewezen.
    2. Materieel gezien gaat het er in essentie om dat bij verwerking op bestanddeelniveau de bewijslast voor het OM veel zwaarder is.
  • Wat is de waarde van het indelen van delicten in rubrieken?

    1. Wetgevingstechnisch: er kan worden gewerkt met algemene bepalingen per titel (rubrica non est lex: de indeling in een titel is weinig dwingend);
    2.  Systematische interpretatie.

    Een rechtsgoed of rechtsbelang (en een daaraan gerelateerde indeling) kunnen een legitimeringsfunctie, groeperingsfunctie of interpretatieve functie hebben.
  • Hoe kijkt de auteur tegen het onderverdelen van strafbare feiten aan?

    In zijn ogen is het legitiem vanuit het oogpunt van ordening in de strafrechtspleging. 

    Onderverdeling strafbare feiten:
    1. Misdrijf: ernstigere strafbare feiten waarbij de vrijheidsstraf in beeld kan komen.
    2. Overtreding: minder ernstige feiten waarbij een geringe vermogensstraf op het spel staat.

    Het criterium hierbij is de ernst van het strafbare feit in kwestie.

    Waarom is dit onderscheid belangrijk?
    Door bepaalde juridische consequenties gaat het enerzijds om strafprocessuele gevolgen zoals dwang- of rechtsmiddelen.
    Anderzijds materieelrechtelijk gezien heeft het onderscheid betekenis: voorbereiding tot of poging tot is bij een overtreding niet strafbaar.
  • Wat is het verschil tussen formele en materiële delicten?

    1. Formele delicten: waarbij voor de strafbaarheid een bepaalde handeling voldoende is.
    2. Materiële delicten: waarbij meer een bepaald gevolg centraal staat.

    Voor de wetgever is van belang dat materiële delicten meer begrenzing aan het bereik van het strafrecht geven.
  • Wat is het verschil tussen gekwalificeerde en geprivilegieerde delicten?

    1. Gekwalificeerde delicten: zijn met zwaardere straffen bedreigd dan de grondvorm, omdat het feit is gepleegd onder bijzondere omstandigheden zoals voorbedachte raad (art. 289), roekeloos (art. 307 lid 2 Sr, 308 lid 2 en 175 lid 2), in dienstbetrekking (322), met braak (art. 311) of als gewoonte (420).

    2. Geprivilegieerde delicten: heeft ten opzichte van een gronddelict een lager strafmaximum, zoals kindermoord of bijzondere verzachtende omstandigheden.
  • Wat is het verschil tussen aflopende en voortdurende delicten?

    1. Voortdurend: sommige strafbare feiten duren voort, zoals kinderporno. Men spreekt van een strafbaarstelling van een verboden toestand.
       -  voortgezette delicten: waarbij strafbaarheid na verloop van tijd ontstaat zoals een gewoontedelict.

     2. Aflopend: delict waarbij men binnen een bepaalde termijn aan een verplichting moet voldoen: vb aangifte geboorte burgerlijke stand.
  • 1.2 Legaliteitsbeginsel

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke opmerkingen maakt de auteur m.b.t het bepaaldheidsgebod van het legaliteitsbeginsel?

    1.  In discussies over de mogelijke vaagheid van het deelnemen aan een criminele organisatie bleek dat tegen dit bijzondere delict in essentie bezwaren zijn dat de bepaling te ruim is: dat het meer omvat dan wat kan worden bedoeld.

    2. Samenhangend met de vaagheid kan gesteld worden dat delictsomschrijvingen van bijzondere wetgeving ingewikkeld kan zijn en daardoor moeilijk toegankelijk is.

    3. Er kan op regels van bestraffing worden gewezen.
  • Wat denkt de auteur van extensieve of analogische interpretatie?

    Dat een uitgebreide interpretatie problematisch is en slechts op basis van goede argumenten kan worden geaccepteerd. Extensieve interpretatie kan aanvaardbaar zijn als dat gebeurt op basis van een overtuigende redernering.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart