Materieel strafrecht : strafuitsluitingsgronden
6 belangrijke vragen over Materieel strafrecht : strafuitsluitingsgronden
Tentamenvraag!
Hoe verhouden strafuitsluitingsgronden zich tot artikel 350 Sv?
•Niet-ideaaltypische d.o. met wederrechtelijkheid als bestanddeel (als wederrechtelijkheid en schuld niet in de d.o is opgenomen): rechtvaardigingsgronden bij 1e vraag art. 350 Sv; schulduitsluitingsgronden bij 3e vraag
•Niet-ideaaltypische d.o. met schuld als bestanddeel: strafuitsluitingsgronden bij 1e vraag art. 350 Sv
Hoe zijn deze opgenomen in de wet?
Titel III Boek 1 Sr (art. 39-43 Sr)
via art. 91 ook werking op bepalingen buiten wetboek van Sr
•Bijzondere strafuitsluitingsgronden: bijv. art. 103a Sr, art. 261 lid 3 Sr, art. 293 lid 2 Sr
•Inwendige omstandigheden (vanuit de persoon) ↔ uitwendige omstandigheden (van buiten de persoon > bijvoorbeeld een aanval, of bevel van politieagent).
•Geschreven STRUG’s ↔ ongeschreven STRUG’s (strafuitsluitingsgronden)
Ongeschreven: AFAS: afwezigheid van alle schuld. Dit omvat dwaling omtrent het recht, verontschuldigbare onmacht etc.
Wat wordt bedoeld met 'hevige gemoedbeweging?'
•Ruimer dan ‘vrees, angst of radeloosheid’
•Uit vereiste dat gedraging het onmiddellijk gevolg moet zijn van hevige gemoedsbeweging die is veroorzaakt door wederrechtelijke aanranding, volgt dat aannemelijk moet zijn dat de aldus veroorzaakte gemoedsbeweging van doorslaggevend belang is geweest voor de gedraging, maar niet dat geheel uitgesloten is dat andere factoren mede hebben bijgedragen aan het ontstaan van die hevige gemoedsbeweging.
Ook andere factoren dan de aanranding wegen mee.
Disproportionele noodweer die alle perken te buiten gaat (hangjongeren doodschieten met Bazuka) is niet toegestaan.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn de vereisten voor noodweerexces? Tot wanneer kun je je hierop beroepen?
a)verdachte de gedraging heeft verricht in situatie waarin en op tijdstip waarop voor hem noodzaak bestond tot verdediging lijf, eerbaarheid of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding, maar daarbij als onmiddellijk gevolg van hevige door die aanranding veroorzaakte gemoedsbeweging verder gaat dan geboden is (intensief), of
b)op tijdstip van gedraging situatie a) is beëindigd en noodzaak tot verdediging dus niet meer bestaat, doch niettemin deze gedraging het onmiddellijk gevolg is van hevige gemoedsbeweging veroorzaakt door daaraan voorafgaande wederrechtelijke aanranding (extensief)
Wat is de verhouding tussen overmacht en culpa en causa?
Wat is putatieve noodweer?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden