Beschrijving van een assessmentcenter - operationaliseringsfase

Question

De vragen die volgens Thornton en Byham in 1982 bij de keuze van tests en oefeningen beantwoord dienen te worden, zijn nog steeds actueel:

Answer 1

Wat is de relatie tussen de oefeningen of tests en de functie? Representeren de oefeningen de activiteiten die het uitvoeren van de functie meebrengt?
Hoeveel relevante gedragsdimensies kunnen tijdens een oefening geobserveerd worden? En hoe gemakkelijk laten de oefeningen het observeren van die dimensies toe?
Hoe efficient zijn de oefeningen? Brengen ze veel informatie op in verhouding tot wat ze aan tijd en middelen kosten?
Hoe valide zijn de gebruikte oefeningen en tests? Wat is hun inhouds-, begrips- en predictieve validiteit?

Answer 2

stap 1 - het koppelen van dimensies aan oefeningen
stap 2 - het genereren van inhoud
stap 3 - evalueren van ideeen (alternatieven)
stap 4 - het opschrijven van de oefening
stap 5 - scoring en ijking
stap 6 - uitproberen
stap 7 - evalueren van de oefening

Answer 3

afhankelijk van het type dimensie (bijv. interactieve vs. conceptuele) worden andersoortige oefeningen ontwikkeld
ook wordt getracht de reele functie zo goed mogelijk te benaderen
dit verhoogt de face validity (validiteit op zicht) en daardoor ook de aanvaardbaarheid van de oefening door de deelnemers
per oefening wordt een gering aantal dimensies (drie tot vijf) beoordeeld, en elke dimensie dient meermaals beoordeeld te worden

Answer 4

De inhoud van de oefening wordt grotendeels afgeleid uit de functieanalyse en uit gesprekken met experts die een realistische kijk op de functie hebben

Answer 5

Alternatieve voorstellen met betrekking tot de te ontwikkelen oefeningen worden getoetst op:

relatie met de functie-inhoud
praktische bruikbaarheid (tijd, kosten, ...)
frequentie van voorkomen van de situatie
of de situatie/taak differentiatie tussen mensen toelaat
eerlijkheid (het voorkomen van bias of discriminatie)
politieke neutraliteit

Answer 6

Bij het schrijven van de oefening wordt door experts gelet op:

het gedrag dat men wil ontlokken
de hoeveelheid materiaal dat deelnemers krijgen (gegeven de tijd en het realistische karakter van de oefening
duidelijkheid (of het vermijden van ambuguiteiten)
realiteitsgraad

Answer 7

experts gaven de voorkeur aan het gebruik van één type beoordelingsschaal gedurende het gehele ac om de cognitieve belasting van de assessoren te verminderen. Beoordelingen werden ook gekoppeld aan de dimensies en indien dit minder gepast was (zoals bij een oefening Planning waar de inhoud belangrijker is) werd de beoordeling vertaald naar de dimensies toe.

Answer 8

Bij stap 6 staat het uittesten van oefeningen centraal, er werd gelet op procesaspecten en inhoudelijke zaken
Zaken die het proces aangaan zijn:

de timing van de oefeningen
de duidelijkheid van de opdrachten
het realistische gehalte

Inhoudelijke zaken betreffen:

eerlijkheid
duidelijkheid van de informatie
discriminatievermogen

Answer 9

De experts rapporteren geen validiteitsgegevens
De evaluaties vinden plaats in de vorm van groepsdiscussies waarin beoordelingsformulieren worden bestudeerd
Belangrijke input vormen de reacties van deelnemers en assessoren op de oefeningen