The environmental school: Strategy formation as a reactive process - Institutional pressures to conform

5 belangrijke vragen over The environmental school: Strategy formation as a reactive process - Institutional pressures to conform

Wat staat centraal in institutional theory?

Het gaat over de institutionele druk waar organisaties (als open systemen) mee te maken hebben in hun omgeving, van andere organisaties en van de druk van het zijn van alleen een organisatie

Welke twee resources worden door instituional theory geïdentificeerd en wat is dan strategie mbt dit?

De omgeving wordt gezien als een verzamelbak van twee typen resources: Economic & Symbolic. Economic resources zijn tastbaar, zoals geld, land, machines. Symbolic resources zijn bijvoorbeeld reputatie, status, etc.

Strategie wordt dan het zoeken naar manieren om economische resources te verkrijgen en deze om te zetten in symbolische resources en andersom om de organisatie te beschermen tegen onzekerheid in de omgeving

Hoe wordt de omgeving gezien binnen instituional theory?

De omgeving bestaat hier uit interacties tussen leveranciers, consumenten, overheden, concurrenten, etc. welke na verloop van tijd een complexe en krachtige set van normen vormen die de praktijk domineren. Een organisatie moet aan deze normen voldoen en beheersen om succesvol te zijn (daarom isomorfisme).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Er zijn drie soorten van isomorfisme, welke zijn dit en wat houden ze in?

  1. Coercive isomorphism  Dit is de druk om te conformeren aan standaarden, regels, etc. Is verplicht.
  2. Mimetic isomorphism  Dit resulteert vanuit lenen en imiteren. Organisaties kopiëren benaderingen van succesvolle concurrenten. Hierbij hoort ook benchmarking.
  3. Normative isomorphism  Dit resulteert vanuit de sterke invloed van professionele expertise. Veel organisaties worden gedomineerd door experts die hun professionele normen meenemen in besluitvorming.

Op welke vijf manieren kunnen organisaties reageren op instituitionele druk volgens Oliver (1991)?

  1. Acquiescence (volledig toegeven)
  2. Compromise,
  3. Avoidance,
  4. Defiance (actief weigeren) en
  5. Manipulation (aanpassen).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo