Samenvatting: Stromingen In De Psychologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van stromingen in de psychologie
-
1 Psychologische stromingen
-
1.1 Een palet vol theorieen
Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Iedere psychologische stroming is te karakteriseren aan de hand van een mensbeeld: hoe ' de mnens ' wordt opgevat. Een mensbeeld kent twee aspecten:
- een beschrijving van de kenmerkende eigenschappen (de bodem van het menselijk bestaan)
- een verwijzing hoe mensen behoren te zijn (zogenaamde doelbeeld) -
We maken een onderscheid tussen drie niveaus van menselijk gedrag. Welke drie zijn dat? Wat is de visie in de moderne opvattingen over deze niveaus?
- mechanisme
- het organisme
- de persoon
In moderne opvattingen wordt de visie uitgedragen dat alle drie niveaus in menselijk gedrag aanwezig zijn, waarbij het persoonlijk niveau het hoogste en meest complexe is. -
3 verklarende methoden van kennisverwerving in de psychologie. Welke drie methoden zijn dit? Welke mensbeelden corresponderen met welke methoden?
- verklarende:kennis vergaren door objectiviteit en controleerbaarheid; mechanistische beeld
- verstehende (begrijpende):in de huid kruipen van een uniek personen om te begrijpen wat hem motiveert of emotioneert; organistische mensbeeld
- hermeunistische: theoriegeladen waarneming in de hulpverlening. interpretatie staat hier centraal. interpreteren geschiedt hier vanuit eerdere opgedane kennis. deze methode zoekt naar wat gebeurtenissen betekenen voor mensen; personalistische beeld -
door welke vorm van denken kenmerkt AST zich?
dynamisch denken -
1.2 Psychoanalyse
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
pessimistisch en optimistisch mensbeeld
- pessimistisch mensbeeld benadrukt dat mensen geen baas in eigen huis zijn en dat driften ons leven besturen
- het optimistische mensbeeld benadrukt juist dat mensen zich bewust kunnen worden van hun onbewuste wensen en driften en zo hun leven in eigen hand kunnen nemen -
freud veronderstelde twee aangeboren driften bij mensen
- de levens of seksualiteitsdrift (eros). De motor van al het gedrag dat als fijn of plezierig wordt ervaren functioneert via het lustprincipe. De driftenergie van Eros is het libido. Libido= gericht op eigen lichaam, kind moet leren deze energie te richten op een object buiten zichzelf(object gerichte energie)
- de doods - of agressiedrift (thanatos). deze drift vertegenwoordigt de neiging tot terugkeer naar absolute rust, het niet- leven, het anorganische. -
elementen die de pessimistische visie ondersteunen
- agressiedrift (mens van nature slecht)
- gedrag bepaald door onze levensgeschiedenis
- er is geen duidelijk onderscheid tussen normaal en gestoord gedrag -
theorie onbewuste mentale processen3 processen
- bewuste: speelt zich op dat moment onder de aandacht af -> secundaire proces
- voorbewuste: speelt zich op dat moment niet onder de aandacht af, maar is wel makkelijk op te roepen
- onbewuste: het deel van het psychische waarvan men geen wetenschap heeft (cognitieve, emotionele en motivationele processen) -> primaire proces: dromen , verspreking of neurotisch gedrag: compromis tussen onbewuste wensen/herinneringen en censuur van het voorbewuste -
theorie over ontwikkeling van een psychische structuur- id, ego, superego
id
-vanaf de geboorte aanwezig.
- primaire proces (onbewuste)
- bevat alleen driften
- gericht op lustprincipe
Ego
- komt tot ontwikkeling in eerste levensjaar
- secundaire proces (vooral bewust)
- verdedigingmechanismen: deel van het Ego dat onbewust is
- ego wordt dominant over Id
- rationele structuur
- gericht op realiteitsprincipe
Superego
- komt tot ontwikkeling tussen vierde en vijfde levensjaar
- wordt ook wel geweten genoemd
- voornamelijk bewust, maar sommige delen ook onbewust
- internaliseren van normen en waarden van ouders -> vermaatschappelijken van het kind
- ontwikkeling van ik- ideaal: ideale beeld waaraan iemand wil voldoen
- superego is altijd in conflict met Id, ego moet conflict beheersen -
vanaf de geboorte tot de puberteit worden er 6 fases doorlopen, aan een aantal fases is een conflict verbonden. Benoem de 6 fases, leeftijden en conflicten:
- orale fase: de geboorte tot 9-12 maanden. conflict= afhankelijkheid
- anale fase: 9-12 maanden tot 2 jaar. conflict= autonomie en zelfcontrole (vorming van het ego!)
- fallische fase: 2 jaar tot 3 a 4 jaar. ontdekking eigen geslachtsdeel
- oedipale fase: 4 tot 5 jaar. twee druppels water. conflict= rivaliteit. (vorming van superego)
- latentiefase: 6 jaar tot puberteit. emotionele rust.
- genitale fase: vanaf puberteit tot dood. ontwikkeling van intieme relaties.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden