Fysiologie - F1: Hormonen

13 belangrijke vragen over Fysiologie - F1: Hormonen

Waarom moeten planten zich kunnen aanpassen? En waartegen?

Ze zijn immobiel , ze kunnen niet vluchten.
Tegen
  • herbivoren
  • seizoenen
  • nutrienten 

Went's experiment:
  • Haal het topje van een plant weg
  • Plaats dit topje op een blokje Agar
  • Haal het topje weg en plaats het blokje agar op de ont-topte stengel, zo dat het alleen de linkerhelft raakt
Welke kant zel de stengel op groeien?

Rechts: auxine stimuleert celstrekking in strekkingszone, vlak onder de top.

Wat is bijzonder aan auxine en hoe is het ontdekt?

  • Auxine is het eerste onderzochte plantenhormoon
  • Ontdekt in 1926 door Frits Went
  • Onderzoek naar factor verantwoordelijk voor stengelstrekking/buiging bij licht
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de functies van Auxine?

  • Auxine stimuleert strekking in de stengel - fototropisme
  • Auxine reguleert ook de celdeling en differentiatie
    • stimuleert aanleg van wortels

Wat betekent het in de praktijk dat een plant een fysiologische onder- en bovenkant heeft?

  • Wortelaanleg is altijd polair: aan de onderzijde tak
  • Nieuwe scheuten meestal polair: aan bovenzijde tak

Wat is basipetal en acropetal en wat voor transport doet auxine?

  • Petal = seeking
  • Basi = basis
  • Acro = tip/extremity


  • Basipetal in scheut: boven --> beneden
  • Basipetal in wortel: beneden --> boven
  • Acropetal: naar de tip


Auxine reist basipetaal

Hoe wordt Auxine getransporteerd?

  • Auxine (IAA) is een zuur
  • pH celwand = 5.0 --> IAAH
  • pH cytoplasma = 7.0 --> IAA-
  • Auxine komt binnen via diffusie (IAAH) of door Auxine-influx-carriers (AUX1) aan de bovenkant van de cel

  • Plasmamembraan is impermeabel voor ionen (zoals IAA-)
  • PIN eiwitten: IAA- efflux carriers
  • PIN eiwitten zitten alleen aan de onderzijde van de cel


  • Diffusie en influx (AUX1) aan de bovenzijde
  • Efflux (PIN eiwit aan de onderzijde)
  • Polair transport van apex --> base in de scheut (basipetal)


  • Ophoping auxine aan de 'fysiologische' onderzijde zorgt voor inductie van de wortelvorming

Apicale dominantie en differentiatie weefsel

Afbeeldingen

Hoe kan auxine als herbicide gebruikt worden?

  • Heel hoge concentratie (synthetisch) auxine --> plant dood
  • Vietnam oorlog Agent Orange: 2,4-D en 2,4,5-T als ontbladeringsmiddel
  • Ontbladering duurde 7-12 maanden
  • Verontreinigd met uiterst giftig dioxine

Hormonen zijn belangrijk voor de regulatie/afstemming:

  • Flexibiliteit van groei en ontwikkeling
  • Aansturing door externe factoren
  • Interactie met de omgeving

Hoe reguleren hormonen de groei en ontwikkeling van de plant?

  • Verandering externe milieufactoren
  • Prikkelperceptie in de plant
  • Transport signaal naar target: functie hormonen
  • Vertaling in intern signaal
  • Verandering in genexpressie: nieuw ontwikkelingsprogramma

Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de hormonen in mensen en plantenhormonen?

  • Overeenkomsten:
    • werken in extreem lage concentraties
    • werken via receptor
    • worden vaak getransporteerd
  • Verschillen
    • niet in speciale organen gemaakt
    • Een hormoon: vele effecten (pleiotropie)
    • Interacties tussen hormonen

Wat zijn 5 grote groepen planthormonen?

The 5:
  • Auxine
    • Strekkingsgroei
    • Wortelinductie
    • Apicale dominantie
    • Vaatbundelaanleg
    • Overschot: giftig (herbicide)
    • Vruchtgroei
    • Embryo ontwikkeling

Mnemonic: SWAffelen VoorOVEr

  • Cytokinine
    • Celdeling/callusinductie, weefselkweek
    • Scheutinductie
    • Anti-veroudering
  • Ethyleen
    • Gasvorm
    • Stress --> triple respons
    • Vruchtrijping
    • Veroudering, groeiremming
    • Blad- en vruchtabscissie
  • Abscicinezuur
    • Rust, groeiremming, 'dormancy'
    • Huidmondjes sluiten
  • Gibberelline
    • Lengtegroei (celdeling en celstrekking)
    • Zaadkieming/mobilisatie reserves
    • Stimuleren bloei, vruchtvorming

Mnemonic: Alle Canonnen, Een Andere Gans
Anderen:
  • Strigolactonen
    • Okselknoprust
    • Parasitaire interactie
    • Symbiotische interactie
  • Brassinosteroïden
  • Salicylzuur
  • Jasmonzuur

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo