Fysiologie - F6: Water
4 belangrijke vragen over Fysiologie - F6: Water
Wat is de water potentiaal?
- Alle stoffen hebben een interne energie - free energy
- Energie = vermogen tot arbeid
- De vrije energie van water = water potentiaal
- Water potentiaal = psi
Water beweegt altijd van een hoge naar een lage potentiaal
Wat is de osmotische potentiaal?
- Puur water is gedefinieerd met een psi van nul
- Water gebruikt energie om stoffen op te lossen --> psi wordt meer negatief
- Het verschil in waterpotentiaal tussen puur water en water met opgeloste stoffen is de osmotische potentiaal psi-pi
Wat is de matrix potentiaal?
- Matrixen (celwand, onoplosbare onderdelen in de cel, zetmeel, sommige eiwitten) kunnen water absorberen
- Net als een spons
- Dit is de matrix potentiaal psi-m
- Water verliest energie als het geabsorbeerd wordt
- De matrix potentiaal (psi-m) is negatief
- Niet belangrijk voor volledig gehydrateerde cellen
- Wel voor droge zaden en droge condities
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe heeft de matrixpotentiaal invloed op imbibitie?
- Fase 1: imbibitie --> opname water door het droge zand
- Matrix potentiaal (psi-m) = drijvende kracht
- Fase 2: lag fase --> als de matrix volledig gehydrateerd is
- matrix potentiaal (psi-m) = 0
- Fase 2: de osmotische potentiaal (psi-pi) = drijvende kracht
- cellen kunnen geen water opnemen --> psi-pi = kracht zaadhuid
- Fase 3: kieming, het zaad is volledig turgid
- De kiemwortel breekt door de zadhuid
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden