1 Symptomen van hartziekte (dyspnoe, orthopnoe, palpitaties, moeheid en oedeem)

25 belangrijke vragen over 1 Symptomen van hartziekte (dyspnoe, orthopnoe, palpitaties, moeheid en oedeem)

Hoe spelen arteriolen een rol in de BLOEDSTROOMREGULATIE?

Arteriolen regelen bloedstroom door:
  1. Vasoconstrictie - vernauwen van de diameter.
  2. Vasodilatatie - verwijden van de diameter.
Dit beïnvloedt de perifere weerstand en bloeddruk.

Welke soorten medicatie worden gebruikt bij hartfalen?

Medicatiegroepen omvatten:
  1. ACE-remmers
  2. Bètablokkers
  3. Diuretica
  4. Digoxine
- Helpen hartbelasting te verminderen en symptomen te verlichten.

Wat is de rol van CAPILLAIREN binnen de circulatie?

Capillairen faciliteren de uitwisseling van:
  1. Zuurstof - opname door weefsels.
  2. Voedingsstoffen - levering aan cellen.
  3. Afvalstoffen - afvoer uit weefsels.
Ze hebben een zeer dunne wand voor optimale functie.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe veroorzaken klepgebreken en aritmieën hartfalen?

Klepgebreken leiden tot:
  • Terugstroming van bloed,
  • Verhoging van hartbelasting.
Aritmieën verstoren de normale:
  • Hartcyclus
  • Bloedstroom en zuurstofvoorziening.

Wat zijn de drukniveau-verschillen tussen de systeem- en longcirculatie?

De systeemcirculatie heeft:
  1. Een hogere bloeddruk dan de longcirculatie
  2. Dit is noodzakelijk voor het afleggen van een grotere afstand

Hoe verschilt de wanddikte van de ventrikels in beide circulaties?

De wanddikte verschilt doordat:
  1. De linker ventrikel een dikkere spierwand heeft
  2. De rechter ventrikel een dunnere spierwand heeft

Wat is het zuurstofgehalte van het bloed in de long- en systeemcirculatie?

In de longcirculatie:
  1. Zuurstofarm bloed wordt naar de longen getransporteerd
  2. Zuurstofrijk bloed wordt terug naar het hart geleid
In de systeemcirculatie:
  1. Zuurstofrijk bloed gaat naar het lichaam
  2. Zuurstofarm bloed keert terug naar het hart

Wat beschrijft de veranderingen in druk en volume in de hartkamers tijdens de cyclus?

Tijdens de hartcyclus zijn er:
  1. Typische veranderingen in druk
  2. Schommelingen in volume binnen de hartkamers

Hoe worden druk- en volumeveranderingen in het hart berekend?

Belangrijke parameters zijn:
  1. Slagvolume (SV): Bloedvolume uit de linker ventrikel per contractie.
  2. Hartminuutvolume (CO): Bloedvolume per minuut, berekend als SV × hartslagfrequentie (HR).
  3. Bloeddruk (BP): Druk in bloedvaten, systolische en diastolische waarden.
  4. Ejectiefractie (EF): Verhouding van uitgepompt bloed ten opzichte van het volume in de ventrikel.

Welke geluiden kunnen bij auscultatie van het hart worden gehoord?

Hartgeluiden ontstaan door het sluiten van kleppen:
  1. S1-geluid: Sluiting van mitralis- en tricuspidalisklep aan het begin van systole.
  2. S2-geluid: Sluiting van aorta- en pulmonalisklep aan het einde van systole.
  3. Extra hartgeluiden: Abnormale geluiden zoals S3 en S4, kunnen wijzen op hartfalen of stijfheid en geruis door klepinsufficiëntie of stenose.

Wat is de functie van de coronaire bloedvaten?

Coronaire bloedvaten voorzien de hartspier van bloed en omvatten:
  1. Linker coronaire arterieel systeem: Splitst in LAD (voorste ventrikels) en circumflex arterie (laterale linker ventrikel).
  2. Rechter coronaire arterieel systeem: Voedt voornamelijk de rechterkant van het hart en deel achterkant linker ventrikel.
  3. Kleine vertakkingen: Vormen anastomosen, bijdrage aan beperkte collaterale doorbloeding.

Wat zijn de twee hoofdfasen van de hartcyclus en hun eigenschappen?

De hartcyclus bestaat uit:
  1. Systole: Contractiefase waarin bloed uit de ventrikels wordt gepompt.
  2. Diastole: Ontspanningsfase waarin de ventrikels zich vullen met bloed.

Hoe varieert de coronair doorstroming tijdens de hartcyclus?

De doorstroming verandert als volgt:
1. Diastole (ontspanning)
  • Grootste doorstroming
  • - Hartspier ontspant
  • - Druk op coronaire vaten vermindert
  • - Bloedtoevoer naar myocardcellen, vooral linker ventrikel
2. Systole (contractie)
  • Afname van doorbloeding in linker ventrikel
  • - Contractie oefent druk uit op kleine vaten
  • - Minder invloed op rechterhart vanwege lagere druk

Welke factoren beïnvloeden de coronaire doorbloeding?

De belangrijkste factoren zijn:
1. Diastolische bloeddruk
  • Belangrijkste factor
  • - Lagere druk vermindert perfusie
2. Myocardiale zuurstofbehoefte
  • Beïnvloedt doorbloedingsniveau
  • - Hogere hartslag/verhoogde contractiekracht verhoogt zuurstofbehoefte
3. Vasculaire weerstand
  • Affecteert doorstroming
  • - Vasodilatatie verhoogt doorstroming bij hogere zuurstofbehoefte
4. Externe druk op coronaire vaten
- Rol bij beperkte doorbloeding tijdens systole

Hoe wordt de coronaire circulatie gereguleerd?

Regeling gebeurt via:
1. Metabole regulatie
  • Reageert op zuurstofbehoefte
  • - Bij verhoogde behoefte, vasodilatatie door lagere zuurstof en hogere metabolieten
2. Autoregatie
  • Houdt doorbloeding constant ondanks bloeddrukfluctuaties
  • - Vasoconstrictie bij stijgende druk
3. Neurale regulatie
  • Autonome zenuwstelsel beïnvloedt doorbloeding
  • - Sympathische stimulatie verhoogt hartslag en contractiekracht
4. Endotheliale factoren
  • Endotheel produceert vasodilaterende stoffen
  • - Voorbeeld: stikstofmonoxide (NO) en prostacycline

Hoe beïnvloedt de diastolische bloeddruk de coronaire doorbloeding?

Diastolische bloeddruk heeft invloed als volgt:
  1. Belangrijkste factor voor doorbloeding
  2. Lagere diastolische druk leidt tot verminderde perfusie
  3. Cruciaal voor het functioneren tijdens diastole

Wat is de rol van metabolieten in de regulatie van de coronaire circulatie?

Metabolieten dragen bij aan de regulatie door:
  1. Vasodilatatie bij verhoogde zuurstofbehoefte
  2. Stijging van metabolieten zoals adenosine en CO₂
  3. Verhoogde bloedtoevoer tijdens inspanning

Wat zijn de verschillen tussen intrinsieke en extrinsieke regulatie van het hart?

  • Intrinsieke regulatie:
  • - Mechanismen binnen het hart
  • - Autoregulatie past output aan aan bloedhoeveelheid
  • - Frank-Starling mechanisme is cruciaal
  • Extrinsieke regulatie:
  • - Beïnvloedt door autonome zenuwstelsel en hormonen
  • - Past zich aan lichaamsbehoefte aan

Hoe functioneert het Frank-Starling mechanisme?

  • Bij verhoogde veneuze terugstroom:
  • - Ventrikels vullen meer
  • - Hartspiervezels rekken
  • - Krachtiger contractie ontstaat
  • - Meer bloed wordt uitgepompt

Welke rol spelen preload en afterload in de intrinsieke regulatie?

  • Preload:
  • - Volume bloed aan einde diastole
  • - Hogere preload verhoogt samentrekking
  • Afterload:
  • - Druk waartegen bloed wordt uitgepompt
  • - Hogere afterload verhoogt inspanning

Wat doet het autonome zenuwstelsel in de extrinsieke regulatie?

  • Sympathische stimulatie:
  • - Verhoogt hartslag en contractiekracht
  • - Versnelt elektrische geleiding
  • Parasympathische stimulatie:
  • - Verlaagt hartslag en contractiekracht
  • - Verbruikt minder energie

Hoe beïnvloedt hormonale regulatie de hartactiviteit?

  • Hormonen zoals adrenaline:
  • - Verhoogt hartslag en contractiekracht
  • - Stimuleert hartactiviteit tijdens stress
  • - Verhoogt hartoutput

Wat zijn de effecten van sympathische en parasympathische stimulatie op het hart?

  • Sympathische stimulatie:
  • - Verhoogt hartslag (positieve chronotropie)
  • - Verhoogt contractiekracht (positieve inotropie)
  • - Versnelt elektrische geleiding (positieve dromotropie)
  • Parasympathische stimulatie:
  • - Verlaagt hartslag
  • - Verlaagt contractiekracht

Wat is de invloed van veneuze terugstroom op de hartfunctie?

De hoeveelheid bloed die terugkeert naar het hart beïnvloedt de preload. Dit heeft als gevolg:
  1. Toename in hartoutput door het FRANK-STARLING MECHANISME.
  2. Bij meer bloed in de aders, hoger centraal veneuze druk.
  3. Hart vult zich meer en pompt meer bloed per slag.

Wat zijn de fysiologische en pathologische consequenties van cardiale hypertrofie?

De gevolgen van cardiale hypertrofie zijn:
  1. Fysiologisch: Verhoogde efficiëntie van het hart bij training.
  2. Pathologisch: Verminderde hartfunctie, verhoogde risico op aritmieën en hartfalen.
  3. Veranderingen in hartstructuur en -functie kunnen zich voordoen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo