Samenvatting: Studiemateriaal Vak Sd; Periode 1.3
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Studiemateriaal vak SD; periode 1.3
-
1 Periode 1.3; week 1-2
-
1.1 Slides college
Dit is een preview. Er zijn 30 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer we van moedercel naar dochtercel vervallen en we spreken dan dus over een enkelvoudig verval. Wat is dan de dochtercel?
Stabiel -
Er zijn ook nucliden waarbij de dochtercel nog radioactief is. Hierbij hebben we dus een radioactieve moeder die vervalt naar een radioactieve dochter en die dochter verval naar de kleindochter. De kleindochter is dan dus wel stabiel. Hoe noemen we deze relatie?
Moederdochter relatie -
Er zijn 3 mogelijkheden voor radioactieve evenwichten. Welke 3 mogelijkheden zijn er?
1. DeHVT van de moeder is kleiner dan deHVT van de dochter.
2. De HVT van de moeder is groter dan de HVT van de dochter.
3. De HVT van de moeder is veel groter dan de HVT van de dochter. -
Wanneer de moeder sneller vervalt dan de dochter. Dan blijft de dochter uiteindelijk alleen over. We krijgen dan dus nooit een evenwicht. Wat gebeurt er met de activiteit van de dochter na het vervallen van de moeder?
De activiteit van de dochter neemt met de HVT van de dochter zelf af. -
Wanneer de dochter sneller dan de moeder vervalt. Wat is dan vaak het probleem met de dochter?
De dochter kan nog nietvervallen wanneer de moeder de dochter nog nietaangemaakt heeft. De dochter moet dus op een gegeven moment wacht, totdat de dochter door de moeder wordt aangemaakt. -
Wanneer de dochter sneller vervalt dan de moeder is de activiteit op een bepaald tijdstip gelijk aan elkaar. Nu ontstaat er een evenwicht. Wat voor een evenwicht is er dan sprake van?
Glijdend (transiënt) evenwicht -
Hoe wordt het tijdsverschil tussen de moeder en de dochter grafisch (in de grafiek met lijnen) genoemd? En over wat voor een lijnen hebben we het dan?
Het tijdsverschil tussen de moeder en de dochter lijn wordt het na-ijleffect, bij evenwijdige lijnen. -
Wanneer de dochter veel sneller wil vervallen dan de moeder. Ook dan moet de dochter weer gaan wachten op de moeder, totdat ze wordt aangemaakt. Wat is er kenmerkend zodra de dochter wordt aangemaakt bij de moeder bij dit verval?
Na het aanmaken van de dochter, vervalt de moeder meteen. -
Wanneer er geen na-ijleffect is, wat is er dan aan de hand met de activiteit van de dochter?
De activiteit van de dochter is op elk tijdstip gelijk aan de activiteit van de moeder. -
Wanneer we een absoluut (seculier) evenwicht in de activiteit hebben. Wat gebeurt er dan met de activiteit van de dochter?
De activiteit van de dochter neemt, vanaf het ingestelde evenwicht, af met de HVT van de moeder.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden