Stuvia 1524830 Samenvatting Pb2602 Seksuologie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Stuvia 1524830 samenvatting pb2602 seksuologie

• 4 3.2 Anatomie van genitaliën en bekkenbodem

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe kunnen de genitaliën worden geordend en beschreven?

  • Naar primaire en secundaire geslachtsklieren
  • Naar inwendige versus uitwendige genitaliën
  • Resultaat van prenatale ontwikkeling

• Uit hoeveel structuren ontwikkelen de genitaliën zich in de vroege zwangerschap?

  • Gonadale plooi
  • Genitale buizen
  • Sinus urogenitalis
  • Weefsel rond de cloaca

• Welk hormoon is actief bij de differentiatie en groei van de buizen van Wolff bij mannelijke embryo's?

  - Testosteron

• 87 Thema 2 – Hulpverlening en seksuele disfuncties

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 87
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke aspecten van seksuele hulpverlening worden behandeld in dit thema?

  • Vormen van diagnostiek en hulpverlening bij seksuele problematiek
  • Seksuele disfuncties bij vrouwen en mannen
  • Classificatie in de DSM-5
  • Model van de seksueleresponscyclus

• 90 15.1.1 Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders: van DSM-IV-TR naar DSM-5

  Dit is een preview. Er zijn 24 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 90
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat houdt de definitie van seksuele disfuncties in de DSM-5 in?

  • Heterogene groep stoornissen
  • Verstoring seksueel responderen
  • Verlies seksueel plezier

• Wat was de basis voor de omschrijving van seksuele disfuncties in de DSM-IV-TR?

  - Klassieke lineaire seksueleresponscyclus

• Wat voor veranderingen hebben plaatsgevonden in de omschrijving van vrouwelijke seksuele disfuncties in de DSM-5?

  • Verlaten lineaire seksueleresponscyclus
  • Opgenomen aparte diagnoses

• Welke specifieke criteria moeten worden voldaan om te spreken van een seksuele disfunctie volgens de DSM-5?

  1. in alle of bijna alle gevallen (75-100%) van seksuele activiteit
  2. gedurende minstens ongeveer zes maanden
  3. De symptomen veroorzaken klinisch significante lijdensdruk bij de betrokkene
  4. De seksuele disfunctie kan niet beter worden verklaard door een niet-seksuele psychische stoornis of ernstige relatieproblemen of andere stressoren, en kan niet worden toegeschreven aan de effecten van een middel/medicatie of een somatische aandoening.

  Specificeer:
  

  1. Levenslang/verworven
  2. Situationeel/gegeneraliseerd
  3. Actuele ernst.

• Hoe werd het lijdenscriterium in de DSM-5 aangepast voor seksuele disfuncties?

  Het lijdenscriterium werd beperkt tot 'persoonlijk lijden' en omvat niet meer 'interpersoonlijke moeilijkheden'.

• Waarom werd genderdysforie losgemaakt van parafilieën en seksuele disfuncties in de DSM-5?

  Om meer nadruk te leggen op het lijden veroorzaakt door incongruentie tussen ervaren en toegewezen geslacht.