Klinisch redeneren in het kader van complexiteit en chroniciteit

14 belangrijke vragen over Klinisch redeneren in het kader van complexiteit en chroniciteit

Hoe wordt de klacht in een biopsychosociaal model beïnvloed volgens het schema?

- De klacht wordt beïnvloed door biologische, psychische en sociale factoren, inclusief voorbeschikkende, uitlokkende en onderhoudende factoren.

Wat zijn de kenmerken van complexiteitsniveau 1 in termen van psychosociale problematiek?

- Psychisch stabiel persoon met betekenisvol leven
- Voldoende mate aan zelfregulatie ten aanzien van gezondheid- en levensdomein

Welke kenmerken typeren complexiteitsniveau 2 in termen van psychosociale problematiek?

- Cliënt heeft enkele disfunctionele opvattingen over ziekte en/ of ziektegedragingen
- Mogelijk spelen er emoties rondom aandoening en beperking
- Opvattingen, gedragingen en emoties zijn relatief eenvoudig door middel van voorlichting te corrigeren
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de kenmerken van complexiteitsniveau 3 in termen van psychosociale problematiek?

- Cliënt heeft meerdere disfunctionele opvattingen over ziekte en/ of ziektegedragingen en/ of emoties
- Impact van gezondheidsklachten manifest binnen meerdere levensgebieden
- Levensproblematiek aanwezig, die niet door ziektelast wordt veroorzaakt maar wel van invloed is op coping-potentiaal

Waarom is het noodzakelijk om multidisciplinair te behandelen in dit geval?

- Klachten fysiek functioneren
- Cliënt heeft duidelijke disfunctionele opvattingen over ziekte en/ of ziektegedragingen en/ of emoties, die de klachten bestendigen
- Impact van gezondheidsklachten manifest binnen meerdere levensgebieden
- Naast de ongunstige persoonskenmerken is psychopathologie aan de orde
- Eventueel is er sprake van middelenmisbruik en/ of traumatische life events
- De klachten hebben een functie in het leven gekregen
- Zelfregulatie is uitermate laag. Cliënt heeft zich bij de klachten neergelegd en kan deze niet aan

Wat illustreert het verschil tussen het traditionele en het nieuwe zorgmodel?

- Het oude zorgconcept toont een scheiding tussen curatieve zorg en palliatieve zorg, gevolgd door overlijden.
- Het nieuwe zorgconcept toont een geleidelijke overgang van curatieve naar palliatieve zorg, met toevoeging van nazorg.

Welke stappen worden beschreven in de Hypothesis-Oriented Algorithm for Clinicians II (HOAC II - Part 1)?

1. Verzamel initiële gegevens.
2. Genereer een lijst van door de patiënt geïdentificeerde problemen (PIPs).
3. Formuleer een onderzoekstrategie.
4. Voer het onderzoek uit, analyseer gegevens, verfijn hypothesen en voer aanvullende onderzoeksprocedures uit.
5. Voeg niet-patiënt-geïdentificeerde problemen (NPIPs) toe aan de lijst.
6. Genereer hypothesen over de oorzaak van problemen.
7. Verwijs indien nodig.

Wat zijn de kernpunten van het nieuwe zorgmodel volgens de derde afbeelding?

- De burger staat centraal met eigen regie/self-management en participatie/functioneren.
- De kring om de burger omvat de zorgprofessional, kostbewuste zorg, en shared decision-making.
- Het model benadrukt Healing Context als focus.

Bedenk welke tekortkomingen het huidige ICF heeft naar jouw mening.

- Te weinig aandacht voor sociale participatie.
- Beperkte aandacht voor contextuele factoren.
- Moeilijk in te vullen voor mensen met cognitieve problemen.

Welke modellen ken je uit andere studiejaren?

- Het biopsychosociaal model.
- Disablement models zoals het Nagi Model en het ICF Model.

Welke stappen herken je? Zie je die ook terug in het registratieformulier?

- Screeningsstap.
- Diagnostische stap.
- Doelstap.
- Interventiestap.
- Evaluatiestap.
- Deze stappen zijn terug te zien in het registratieformulier van de HOAC-2.

Wat bedoelen ze met PIP’s en NON-PIPS?

- PIP staat voor Potentially Inappropriate Prescriptions, dit zijn medicatiefouten die de potentie hebben om schade te veroorzaken.
- NON-PIP staat voor Non- Potentially Inappropriate Prescriptions, dit zijn medicatiefouten die geen potentie hebben om schade te veroorzaken.

Welke aandoeningen zorgen nu en welke zullen in de toekomst het meest zorgen voor ziektelast?

- In het heden zijn aandoeningen zoals hart- en vaatziekten en psychische aandoeningen verantwoordelijk voor de meeste ziektelast.
- In de toekomst zullen vooral aandoeningen zoals dementie en musculoskeletale aandoeningen toenemen in ziektelast.

Welke van deze aandoeningen vallen in het domein fysiotherapie/ oefentherapie?

- Musculoskeletale aandoeningen, zoals artrose en rugklachten, vallen binnen het domein van fysiotherapie/ oefentherapie vanwege de betrokkenheid van het bewegingsapparaat.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo