Stuvia 280701 Samenvatting

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Stuvia 280701 samenvatting

• 1 1 – Bestudering van organisaties

  Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke drie soorten onderzoeksmethoden worden gebruikt in de organisatiewetenschap?

  - Normatieve benadering (natuurwetenschappelijk)
  - Situationele benadering (gedragswetenschappen)
  - Contingentiebenadering (interdisciplinaire wetenschappen)

• Wat zijn de kenmerken van de denkschool van Taylor - Scientific Management?

  - Maximale specialisatie (lopende band)
  - Functioneel bazenstelsel
  - Eenheid van bevel doorbroken
  - Ontstaan functionele relaties (dwingende aanwijzingen)

• Welke taken benoemde Fayol als essentieel voor managers?

  - Strategie (prévoir)
  - Organiseren (organiser)
  - Leidinggeven (commander)
  - Coördineren (Coordonner)
  - Procesbeheersing (contrôler)

• Wat was het belangrijkste inzicht van de Human Relations-denkschool?

  - Harmonische gemeenschap; groep waarin met werkt = motivatiefactor

• Wat is het kernidee van de Besluitvormingsbenadering volgens Simon, Cyert & March?

  - Organisatie is een permanente beslissingsmachine
  - Besluitvorming is niet altijd een rationeel proces
  - Satisfying gedrag → acceptabele oplossingen, niet altijd maximaal haalbare
  - Ideale besluitvormingsstructuur door referentiekaders van managers in een bepaalde richting te beïnvloeden.

• Welke concepten worden benadrukt in de Transactiekostentheorie van Williamson?

  - Marktwerking
  - Uitbesteding of zelf doen
  - Som van de productie- en transactiekosten moet minimaal zijn
  - Informatietechnologie → verschuiving transactiekosten

• Wat zijn de belangrijkste aspecten van de Systeembenadering volgens Kast & Rosenzweig?

  - Belang van onderlinge samenhang tussen delen v/d organisatie
  - Organisatie = open systeem; Omgeving heeft invloed op functioneren en besturen van een organisatie

• Welke principes worden genoemd in de Contingentiebenadering door Lawrence & Lorsch, Mintzberg en Galbraith?

  - Één doel voor alle organisaties: maximale winst voor de organisatie
  - De ‘if…then… - relatie’ → condities opgelegd door de omgeving (if) bepalen de keuze uit vormen van bedrijfsbestuur en -organisatie (then).
  - Statisch
  - Omgeving is onbeheersbare variabele (uncontrollable)

• Wat maakt de Procescontingentiebenadering anders dan andere benaderingen?

  - Doelanalyse/doelformulering is geen vast gegeven
  - Dynamisch (toepasbaar op alle soorten organisaties)
  - Tweezijdige relatie tussen organisatie en omgeving

• Wat is de invloed van de productietechnologie volgens Woodward op de ideale organisatiestructuur?

  - Technologie beïnvloedt organisatiestructuur
  - Stukproductie: kleine werkgroepen, veel participatie
  - Massaproductie: gedetailleerd routinewerk, weinig contact
  - Procesproductie: veel specialisten, teammanagement