Terminologie en overkoepelende vragen
8 belangrijke vragen over Terminologie en overkoepelende vragen
Wat houdt het cognitief functioneren volgens Piaget in?
- Aanpassing aan de omgeving.
- Wederzijdse beïnvloeding tussen individu en omgeving.
- Het vinden van een nieuw evenwicht (equilibrium) bij interactie.
Hoe definieert shifting zich binnen informatiewerking?
1. De functie om te wisselen tussen normale en afwijkende gang van zaken.
Wat is het doel van een niet-verbale intelligentietest?
- Culturele invloed te minimaliseren.
- Abstracte figuren te gebruiken in de beoordeling.
- Echter, cultuurverschillen blijven waarneembaar.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat omvat procedurele kennis in de context van informatieverwerking?
- Gewoontes die onbewust zijn.
- Vaardigheden die in gedrag tot uiting komen.
- Neigingen die onbewust aanwezig zijn.
Hoe verklaart het Mattheus-effect de groeiende verschillen in cognitieve capaciteit?
- Kinderen met hoger IQ kiezen andere studierichtingen.
- Dit leidt tot verdere ontwikkeling van cognitieve capaciteiten.
- Grotere verschillen in intelligentie ontstaan.
Wat is de betekenis van mentale energie volgens de psychometrische benadering?
- Algemene intelligentie.
- Een onderliggende eigenschap van een individu.
Wat houdt inhibitie in binnen informatiewerking?
- Onderdrukken van bepaalde informatie.
- Beperking van afleiding of foute beoordeling.
Hoe organiseren kinderen hun cognitieve schema’s?
- Actieve organisatie van kennis.
- Effectieve omgang met omgevingseisen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden