Statistische controle
11 belangrijke vragen over Statistische controle
Wat zijn covariaten en wat is hun invloed op de afhankelijke variabele Y?
- Relatie hebben met de afhankelijke variabele Y
- Niet beïnvloed worden door de manipulatie (onafhankelijke variabele)
- Extra variabiliteit in Y introduceren, waardoor het effect van de manipulatie moeilijker waarneembaar is.
Wat gebeurt er met een ANOVA wanneer er minstens één covariaat op continu niveau is?
- Een ANCOVA
- Dit maakt gebruik van voorspellers om de variantie in Y beter te verklaren.
Wat is het effect van het opnemen van covariaten op de variantie binnen groepen?
- Minder onverklaarde binnen-groepenvariantie.
- Covariaat vermindert niet-toegeschreven variantie in Y.
- Restvariantie in totale Y-variantie wordt kleiner.
- Minder onverklaarde variantie vermindert ruis.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe beïnvloeden covariaten de p-waarde in een experiment?
- Fₜ (met covariaat) is groter dan F.
- Resultaat met Fₜ heeft kleinere p-waarde.
- Verbetering nauwkeurigheid van het model.
Wat zijn de betekenissen van covariaten in statistische analyses?
- Variabele die varieert met een andere X.
- X op continu niveau: predictorvariabele.
- X op categoriaal niveau: factor.
- Vermindert ruis in modellen.
Wat is het primaire verband tussen covariaten en de afhankelijke variabele Y?
- Verbonden met Y, niet met manipulatie.
- Vermindert niet-toegeschreven variantie in Y.
- Verlaagt onverklaarde binnen-groepenvariantie.
Wat toont de eerste deelfiguur in het figuur?
- Overlap van variantie onafhankelijke variabele met Y.
- Delen door de variantie in Y die niet overlapt met afhankelijke variabele.
Hoe fungeert de covariaat in de laatste deelfiguur?
- Uit de cirkel geknipt.
- Sneller bij het berekenen van het experimentele effect.
- Minder onverklaarde variantie leidt tot relatief meer verklaarde variantie van de onafhankelijke variabele.
Wat moet je toetsen voor de assumptie check in ANCOVA?
1. Manipulatie onafhankelijk van covariaat
- Toets de relatie.
- - Gebruik onafhankelijke T-toets of general linear model.
- - Controleer hoofdeffecten (P > of < 0.05).
2. Parallelle regressielijnen
- Voeg interactietermen toe.
- - Toets significantie (P > of < 0.05).
3. Relatie tussen covariaat (X) en afhankelijke variabele (Y)
- Kijk in ANOVA output.
- - Bij P > 0.05, verwijder covariaten, anders laten staan.
Hoe toets je de onafhankelijkheid van de manipulatie en de covariaat?
- Relatietoetsing, kijk naar meetniveaus.
- Gebruik bij dichotome manipulatie een onafhankelijke T-toets.
- Gebruik general linear model bij meer covariaten.
- Controleer hoofdeffecten op significantie (P > of < 0.05).
Hoe bepaal je de relatie tussen de covariaat (X) en de afhankelijke variabele (Y)?
- De output van de ANOVA omnibus te controleren.
- Bij P > 0.05, geen relatie = verwijder covariaten.
- Bij P < 0.05, significante relatie = covariaten blijven in model.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden