Stuvia 5327057 Volledige Samenvatting Externe Verslaggeving Handboek 2324 9.0 Als Cijfer
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Stuvia 5327057 volledige samenvatting externe verslaggeving handboek 2324 9.0 als cijfer
-
1 COLLEGE 1 INTRODUCTIE & STRAMIEN
Dit is een preview. Er zijn 157 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke 5 verschillende bronnen van regels kent de externe verslaggeving? Licht elke bron kort toe.
- Titel 9, Boek 2 BW (Burgerlijk Wetboek): Voorschriften voor jaarrekeningen, bestuursverslagen en openbaarmaking.
- Overige wet- en regelgeving: Andere juridische voorschriften.
- Arresten van de Ondernemingskamer en Hoge Raad: Juridische beslissingen.
- Richtlijnen voor jaarverslaggeving (Raad voor de Jaarverslaggeving): Instructies voor rapportage.
- International Financial Reporting Standards (IFRS): Internationale boekhoudstandaarden. -
Welke instantie houdt toezicht op de externe financiële verslaggeving van beursgenoteerde ondernemingen en waarop richt dit toezicht zich specifiek?
- De AFM is de toezichthouder op dit gebied.
- Het toezicht richt zich op de jaar- en halfjaarverslaggeving van gereglementeerde beursgenoteerde ondernemingen. -
Wat zijn de verplichte uitzonderingen op IFRS 1 met betrekking tot hedge-accounting?
- Bij fair value hedges wordt de reële waarde van het afdek-instrument en de boekwaarde van de afgedekte activa/verplichtingen aangepast.
- Voor cash-flow hedges worden uitgestelde resultaten opgenomen in het eigen vermogen en verplaatst naar de winst-en-verliesrekening wanneer de voorspelde transactie plaatsvindt.
- Hansen die voldoen aan IFRS 9 na 1 januari 2020 kunnen hedge-accounting voortzetten conform IFRS 9. -
Wanneer wordt een element opgenomen in de jaarrekening volgens het recognition framework?
- Waarschijnlijkheid >50% van toekomstig economisch voordeel
- Kostprijs/waarde met betrouwbare vaststelling -
Wat is de reële waarde van de obligatielening van onderneming J per 31 december van jaar 1, en welke factoren beïnvloeden deze waarde volgens het voorbeeld?
- De reële waarde van de obligatielening van onderneming J per 31 december jaar 1 is €152.367.
- Deze waarde is berekend aan de hand van 9 rentebetalingen van €12.000 en een aflossing na 9 jaar van €150.000, contant gemaakt tegen 7,75%.
- Ondanks de verbeterde kredietwaardigheid van J, wat normaal leidt tot een lagere rente, is de instrument-specifieke component gedaald naar 2,75%.
- De stijging in de reële waarde veroorzaakt een hogere verplichting voor onderneming J en wordt gezien als een last. -
Hoe wordt de behandeling van financiële instrumenten onder Dutch GAAP vergeleken met die onder IFRS met betrekking tot een fair value hedge?
- Onder Dutch GAAP wordt een obligatie tegen geamortiseerde kostprijs gehouden en wordt de swap buiten de balans gehouden.
- Voor IFRS moet de swap tegen reële waarde worden opgenomen en wordt de waarde van de obligatie aangepast om het effect van het hedge op te nemen in het eigen vermogen. -
Wat zijn de vereisten voor het niet meer opnemen van elementen in de jaarrekening volgens het derecognition framework?
- Niet meer voldoen aan opnamevereisten
- Overdracht van beschikkingsmacht -
Welke waardebepalingen worden onderscheiden in het voorbeeld van waarderingsgrondslagen en wat zijn de uitgangspunten en resultaten van deze berekeningen?
- Historische kostprijs: € 3.300.000; gebaseerd op aanschafkosten plus transactiekosten met een lineaire afschrijving over 30 jaar, resulterend in een boekwaarde na 10 jaar van € 2.200.000.
- Actuele kostprijs: € 3.300.000; na 10 jaar gestegen naar € 3.900.000 met een boekwaarde van € 2.600.000 na aftrek lineaire afschrijving zonder restwaarde.
- Bedrijfswaarde: € 4.000.000; geschatte waarde gebaseerd op toekomstige verhuuropbrengsten.
- Opbrengstwaarde: € 2.950.000; verkoopprijs minus verkoopkosten.
- Marktwaarde/Reële waarde: € 3.000.000; verkoopprijs zonder transactiekosten, lager dan de historische kostprijs op aankoopmoment. -
Wat houdt de derogatiebepaling in artikel 2:362 BW2 in?
- Mogelijkheid tot vermelden aanvullende gegevens indien nodig.
- Afwijken van Titel 9 BW2 bepalingen, zonder correctie op balans of winst- en verliesrekening. -
Wat gebeurt er met de uitgestelde resultaten van een cash-flow hedge bij de overstap naar IFRS?
- De uitgestelde resultaten worden onder IFRS in het eigen vermogen opgenomen.
- Effecten van het hedge worden naar rato overgebracht naar de winst-en-verliesrekening wanneer de rente van de afgedekte obligatie daar in resulteert.
- Na de transitiedatum voor hedge-accounting onder IFRS 9 moeten alle handelingen voldoen aan de eisen van IFRS 9.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden