Hoofdpijn en CWK

25 belangrijke vragen over Hoofdpijn en CWK

Welke 2-deling wordt er gemaakt binnen de soorten hoofdpijn?

1. Primary headaches
2. Secundairy headaches

Welke soorten hoofdpijn vallen onder de 'primary headaches'?

1. Migraine
2. Tension-Type headache
3. Cluster headache
4. Other primary headaches

Welke symptomen behoren tot migraine

1. Heftig en eenzijdig gelokaliseerd
2. Soms misselijk en braken
3. Provoceerbaar door bewegen
4. Kan licht/geluid overgevoeligheid zijn
5. Tussen 4 en 72 uur
6. Kan voorafgaan door lichtflitsen
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de symptomen van cluster hoofdpijn?

1. Aanvalsgewijs 15-180 min
2. Hevig bonzend of stekend
3. Eenzijdig
4. 1 tot 8 aanvallen per dag

5. Vaak: Ipsilateraal rood oog
6. Vaak: Tranend oog
7. Vaak: Neusverstopping
8. Vaak: Loopneus
9. Vaak: Zweten
10. Vaak: Hangend ooglid

Wat valt er onder 'other primary headache'

Overige primaire vormen van hoofdpijn, geen gevolg van een secundaire/achterliggende aandoening o.i.d.

Welke soorten hoofdpijn vallen onder 'secundairy headaches'?

1. hoofdpijn als gevolg van whiplash
2. medicatie afhankelijke hoofdpijn
3. cervicogene hoofdpijn
4. temporomanibulaire hoofdpijn

Welke soorten hoofdpijn hebben een relatie tot de CWK?

1. Cervicogene hoofdpijn (2nd)
2. Migraine (1st)
3. Tension-type headache (1st)
4. Cluster hoofdpijn (1st)

Welke klinische verschijnselen behoren tot cervicogene hoofdpijn?

1. Unilateraal 'Sidelocked'
2. Start occipitaal naar frontaal
3. Niet pulserend
4. Uitlokbaar
5. (Vaak) cervicale bewegings beperking
6. Arm/schouderpijn mogelijk (ipsilateraal)
7. Uren tot weken

Welke klinische verschijnselen behoren tot migraine?

1. Unilateraal met 'sideshift'
2. Start fronto-temporaal
3. Pulserend
4. Niet uitlokbaar
5. (Vaak) geen cervicale bewegings beperking
6. Geen arm/schouderpijn (ipsilateraal)
7. Max 72 uur

Welke klinische verschijnselen behoren tot Tension-Type Headache?

1. Drukkende, knellende hoofdpijn
2. Meestal tweezijdig
3. Pijn is gering/matig
4. Verergert niet bij inspanning
5. Minuten tot dagen
6. Geen misselijkheid of braken
7. Meestal geen licht- of geluidsovergevoeligheid

Wat is de duur van Tension-Type Headache?

minuten tot dagen

Welke bewegingsbeperking wordt er meestal waargenomen bij cervicogene hoofdpijn?

Flexie en extensie

Waaruit bestaat het diagnostisch cluster voor cervicogene hoofdpijn?

1. Verminderde ROM (h)CWK
2. Verminderde coordinatie vermogen verntraalflexoren
3. Hypertonie cervicale regio
(Joint palpation tenderness) = (palpatiepijn op gewricht)

Welke testen kunnen ingezet worden binnen het diagnostisch cluster voor cervicogene hoofdpijn?

1. Beweeglijkheid CWK
2. Flexie rotatie test
3. Spierkrachttest (Jull = CCFT)
4. Palpatie musculatuur

Aanvulling:
5. Positie hoofd in zit en stand
6. Spierkrachttest (Harris)

Wat wordt er in het artikel van Ettekoven & Lucas (2006) onderzocht?

Effect van craniocervicale training in combinatie met reguliere fysiotherapie bij Tension-Type Headache

Hoe lang werd er behandeld tijdens het onderzoek van Ettekoven & Lucas (2006)?

6 weken

Wanneer werden meetmomenten uitgevoerd in het onderzoek van Ettekoven & Lucas (2006)?

een follow-up meting na 6 maanden

Wat werd geconcludeerd in het onderzoek van Ettekoven & Lucas (2006)?

Na 6 maanden:
groep met extra craniocervicale training had significant minder vaak, minder zware en minder lang hoofdpijn in vergelijking met de controle groep

Wat wordt er in het artikel van Jull et al (2002) onderzocht?

effect van manuele therapie, trainingstherapie en gecombineerde (manueel en trainings-) therapie op cervicogene hoofdpijn

Wanneer werden meetmomenten uitgevoerd in het onderzoek van Jull et al (2002)?

een follow-up meting na 3, 6 en 12 maanden

Wat werd geconcludeerd in het onderzoek van Jull et al (2002)?

Belangrijkste uitkomstmaat: frequentie van hoofdpijn
Alle interventie groepen hadden baat bij de therapie ten opzichte van de controle groep
Geen meerwaarde voor gecombineerde therapie

Wat wordt er in het artikel van Zito, Jull & Story (2006) onderzocht?

Verschillen tussen de groepen;

1. Cervicogene hoofdpijn
2. Migraine
3. Gezonde proefpersonen

Wat werd geconcludeerd in het onderzoek van Zito, Jull & Story (2006)?

Cervicogene hoofdpijn groep:
- verminderde cervicale ROM bij flexie/extensie
- verhoogde spierspanning (trapezius descendens, levator scapulae, scaleni)
- meer pijnlijke palpatie-punten

Welke ligamenten houden de dens op z'n plek?

- Ligg. apicis dentis
- Lig. Alaria
- Lig. Cruciatum

Waarom zijn de ligamenten rondom het art. atlanto-axialis (C1-C2) zo belangrijk?

Omdat het een bioconvex gewricht is, dus instabiel

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo