Stof Grondslagen van de SW 1956 en Estate Planning Wegwijs het belastbare feit

5 belangrijke vragen over Stof Grondslagen van de SW 1956 en Estate Planning Wegwijs het belastbare feit

Als uitgangspunt komt de belastingschuld tot stand op het moment waarop de erflater overlijdt ofwel de schenking tot stand komt. Wanneer is sprake van een 'afwijkend' verkrijgingstijdstip? Waar vinden we de regeling hiervoor terug?

Bij een schenking onder opschortende voorwaarde. De verkrijging komt pas tot stand wanneer de voorwaarde wordt vervuld. Art. 1 lid 9 SW.

Een voorbeeld van een situatie waarin schenking onder opschortende voorwaarde handig kan zijn is wanneer de schenker is verhuisd naar het buitenland. De schenking kan dan worden gedaan onder de voorwaarde dat de schenker op het einde van de tienjaarstermijn nog leeft. Zo kan een belastbare schenking worden vermeden.

Waarom is het van belang om vast te stellen wanneer iemand een schenking heeft gedaan?

Art. 3 woonplaatsfictie -> de schenking zou buiten de tienjaarstermijn kunnen vallen
Art. 12 -> een schenking 180 dagen vóór het overlijden wordt geacht tot de nalatenschap te behoren

Verder: jaarlijkse vrijstellingen (art. 33 SW)

Uitgangspunt voor de maatstaf van heffing in de Successiewet is de waarde in het economische verkeer. Geldt de waarde in het economische verkeer ook voor de waardering van een onderneming? En beursgenoteerde aandelen?

Nee. Voor een onderneming geldt de 'going concern'-waarde (itt de liquidatiewaarde) art.21 lid 13 SW. Voor beursgenoteerde aandelen geldt de notering op de laatste beursdag vóór het overlijden (art. 21 lid 3 SW)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wie is subjectief belastingplichtig voor de schenk- en erfbelasting? Binnen welke termijn moet aangifte worden gedaan voor de schenkbelasting? En voor de erfbelasting? Krijgt iedere erfgenaam/begunstigde een aparte aanslag? Noem de wettelijke artikelen.

De verkrijger. Binnen twee maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de schenking is gedaan (art. 46 SW). Binnen acht maanden na het overlijden (art. 45 SW). In beginsel wel, zij kunnen echter opteren voor een enkele aanslag (art. 47 SW).

Welk tarief geldt voor een vererving aan kinderen? En voor een vererving aan kleinkinderen? Noem het artikel.

10% (> 121.296 20%). Voor afstammelingen in de tweede of verdere graad geldt het verschuldigde bedrag voor kinderen, vermeerderd met 80%.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo