Fictiebepalingen (II)

3 belangrijke vragen over Fictiebepalingen (II)

Art. 13 lid 1 SW regelt dat de uitkering van een levensverzekering die ten laste is gekomen van het vermogen van erflater, als erfrechtelijke verkrijging wordt aangemerkt.

Hoe kunnen partners onderling voorkomen dat art. 13 SW van toepassing is?

(I) Er dient sprake te zijn van gescheiden vermogens, al dan niet via huwelijkse voorwaarden (c.q. partnerschapsvoorwaarden) en (II) de premies voor de levensverzekering dienen 'kruislings' te worden betaald, en dit dient te worden vastgelegd op het polisblad.

Vader schenkt de blote eigendom van zijn aandelenportefeuille aan zijn dochter. Hij behoudt zelf het vruchtgebruik voor. Vader overlijdt. Om de toepassing van welk artikel schreeuwt dit voorbeeld?

Welk artikel biedt mogelijk verzachting?

Art. 10 lid 1 SW.

Art. 7 lid 1 en 2 SW.

John schenkt zijn neefje Richard € 150.000 onder de opschortende voorwaarde dat Richard John zal overleven. Is sprake van een schenking? Waar is wel sprake van? Noem de wettelijke grondslagen.

Er is geen sprake van een schenking, de schenking komt pas tot stand bij het vervullen van de opschortende voorwaarde (art. 1 lid 9 SW). Bij het overlijden van John is echter sprake van een erfrechtelijke verkrijging van € 150.000 op grond van art. 11 lid 3 SW (art. 11 lid 5 is overigens n.v.t.).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo