Samenvatting: Sv Business Law
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Sv Business law
-
1 Week 1
-
1.1.3 Organisatie en doelstelling
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Vormen niet-uitvoerende bestuurders in een one-tier board een afzonderlijk orgaan?
Nee, ex art. 2:239a BW zij vormen niet een afzonderlijk orgaan, ook al hebben zij eigen bevoegdheden zoals de vaststelling van de beloning van uitvoerende bestuurders -
1.1.6 Corporate Governance
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.6
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe wordt het principaal-agent probleem opgelost?
Bestuur moet verantwoording afleggen voor het gevoerde beleid en RvC houdt toezicht. -
1.2.1 Vrijheid van vestiging en het harmonisatieproces
-
Primair vestigingsrecht EU
Art. 49 VwEU: vennootschappen die in een lidstaat zijn opgericht en hun statutaire zetel, hoofdbestuur of hoofdvestiging binnen de EU hebben, hebben in het gehele verdragsgebied toegang tot werkzaamheden anders dan in loondiensten de uitoefening daarvan en hebben het recht daar ondernemingen op te richten en te beheren -
Secundair vestigingsrecht EU
De vennootschappen hebben het recht om in andere lidstaten op gelijke voet als vennootschappen van dat land agentschappen, filialen of dochterondernemingen op te richten of deel te nemen in vennootschappen -
Verschil incoporatieleer en werkelijke zetelleer
Volgens deincorporatieleer is de rechtspersoon steeds onderworpen aan het recht van de staat waar hij is opgericht. Volgens de werkelijkezetelleer is de rechtspersoon onderworpen aan het recht van de staat waar hij zijnhoofdbestuur of werkelijke zetel heeft. -
1.3 Jurisprudentie
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Arrest Inspire Art
Een Engelse vennootschap wild zich laten inschrijven bij deKvK . DeKvK heeft de inschrijving geweigerd op grond van de Wet op de Formeel BuitenlandseVennootschappen .
Mag de Wet op de Formeel BuitenlandseVennootschappen aanvullende eisen stellen aan de toelating van buitenlandse vennootschappen?
??? -
2 Week 2
-
2.1.2 De oprichtingsvereisten
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Waar moet de oprichtingshandeling worden vastgesteld?
In een notariële akte. Wilsgebrek/ ontbreken van wil bij een oprichter kan leiden tot nietigheid of vernietigbaarheid van diens handeling. -
Wat is het onderscheid tussen de akte van oprichting en de statuten?
Art. 2:177 BW: in de akte van oprichting wordt een eenmalige gebeurtenis beschreven, te weten het oprichten van de vennootschap. Onderdeel van deze gebeurtenis is de vaststelling van de statuten. -
2.1.3 Oprichtingsgebreken
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Op welke grond kan een oprichting ontbonden worden?
1. De oprichtinghandeling is voor wat betreft een of meer oprichters nietig of vernietigbaar
2. Deelname aan het kapitaal heeft niet plaatsgevonden
3. Er is door ene notaris ondertekende akte maar deze mist kracht van authenticiteit.
4. Er is niet voldaan aan een of meer vereisten van art. 2:176-2:178 -
2.2.1 Kapitaal en vermogen
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe wordt de eerste aanzet tot het eigen vermogen van een vennootschap verkregen?
Bijv. Door personen die aandelen nemen of het opnemen van de stortingsplicht en daardoor deelnemen aan het kapitaal van de vennootschap
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden