Samenvatting: Syllabus Bb 21-1 Communicatieve Vaardigheden
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Syllabus BB 21-1 Communicatieve Vaardigheden
-
1 Katern 1: Communicatieve vaardigheden en onderhandelen
-
1.1.1.3 Inhoud en relatie: twee aspecten van communicatie
-
Op welke twee niveaus vindt communicatie plaats?
Op hetinhoudelijke niveau, d.w.z. De feitelijke boodschap die wordt overgebracht (wat wordt er gezegd), en op hetrelationele niveau, d.w.z. Hoe wil de zender dat de ontvanger zijn boodschap opvat (hoe wordt het gezegd). -
1.1.1.4 De vier functies van de boodschap
-
Hoe worden de vier functies van de boodschap genoemd en omschrijf ze in enkele woorden.
- de inhoudelijke functie: refereert aan feiten;
- de relationele functie: hoe de zender over de ontvanger denkt;
- de expressieve functie: gevoelens, mening, normen v/d zender;
- de appellerende functie: verwachting bij de boodschap. -
1.1.1.5 Elke informatieoverdracht gaat over meerdere schijven
-
Op welke zes niveaus van het overbrengen van een boodschap kan een storing (ruis) optreden?
1) zender
2) encodering van de boodschap
3) zenden via een kanaal
4) ontvanger ontvangt de signalen
5) ontvanger decodeert
6) ontvanger interpreteert -
1.1.1.8 Metacommunicatie
-
Leg uit hoe metacommunicatie een storing op betrekkingsniveau kan verhelpen teneinde inhoudelijk verder te communiceren.
Het a) wegnemen van de externe factor die de communicatie verhindert, zoals honger, geluidsoverlast of afleiding (help! Ik ben de verjaardag van mijn moeder vergeten), of b) het wegnemen van de verstoring op het relationele niveau, die inhoudelijke communicatie verhindert, zoals een neerbuigende toon van spreken. -
1.1.2 Adviesgesprekken
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke interventiecategorieën zijn bijzonder typerend in het medisch adviesmodel en waarom?
In het medisch advies model vraagt deadviesvrager de BJ neutraal advies m.b.t. Concrete juridischeproblematiek (bestpractise ). De BJ stelt vragen op het eigen spoor (E-ex ) en geeft informatie op eigen initiatief (I-ex ). -
Welke interventiecategorieën zijn bijzonder typerend in het participatiemodel en waarom?
In hetparticipatiemodel wordt deadviesvrager betrokken in het verzamelen van informatie en in de oplossing. Deze oplossing wordt hem niet voorgeschreven, maar ter beoordeling voorgelegd. De BJ stelt vragen op het spoor van deadviesvrager (E-in ) en informatie wordt in meerdere mate door deadviesvrager gegeven. Andere interventies zijn ordende interventies, overleggen, omgaan met weerstand engevoelsreflecties . -
Welke interventiecategorieën zijn bijzonder typerend in het non-directieve model en waarom?
Omdat de adviesvrager zoekt naar een klankbord, zijn de typerende interventies: feedback geven, hardop denken en gevoelsreflecties. Het advies zelf is bijzaak. -
1.1.3 Onderhandelen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom is het van belang om te begrijpen hoe juristen onderhandelen?
Onderhandelen is steeds belangrijker geworden (danprocederen ) bijgeschilbeslechting . Bovendien leer je onderhandelen niet alleen door ervaring: Het is eencombi van theorie en hetvermogen in te zien wat je doet en wat daarvan het effect is. Het herkennen en onderscheiden van de vier onderhandelingsactiviteiten brengt de ervaren BJ tot het gewenste resultaat. -
Welke twee onderhandelingsmethoden zijn voor de BJ van belang?
1) Positioneel onderhandelen (distributing value): de koek verdelen en zorgen dat je het grootste stuk krijgt.
2) Principieel onderhandelen: creating value): de koek vergroten opdat een ieder een gelijk deel krijgt. -
Op welke vier manieren kan het onderhandelingsproces worden beïnvloed? Noem bij elk twee voorbeelden.
1) Beïnvloeden van de inhoud (hanteren van argumenten; doen van concessies).
2) Beïnvloeden van de machtsbalans (kennis etaleren, alternatieve oplossingen aandragen)
3) Beïnvloeden van de sfeer (onderscheid persoon en gedrag, spanning vermijden)
4) Beïnvloeden van procedures (vooroverleg, tussenvoorstellen doen).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden