De Verbale Projectie II - Naamval
3 belangrijke vragen over De Verbale Projectie II - Naamval
Het verschil tussen SUBJECT, OBJECT en INDIRECT OBJECT
Deze NP's krijgen respectievelijk de
- nominatief (= onderwerp
- accusatief (= lijdend voorwerp)
- datief (= meewerkend voorwerp)
NAAMVAL
In huidige NL nog naamvallen
- NOMINATIEVE persoonlijk voornaamwoorden = ik, jij, u, zij, hij, het/ut, wij/we, jullie, zij/ze
- NIET-NOMINATIEVE = mij/me, jou/je, u, haar/d'r, hem/um, het/ut, ons, jullie, hen/hun
Zinnen zonder werkwoord met een subject (SMALL CLAUSES)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden