MA van observationeel onderzoek
7 belangrijke vragen over MA van observationeel onderzoek
Statistische heterogeniteit is vaak een groot probleem bij het observationeel onderzoek.
Op welke manier kan je hiermee omgaan?
Verklaren van heterogeniteit: subgroepen vormen, echter indien dit post-hoc gebeurt is dit hypothesegenereren en daarom zwakker.
Welke effectmaten kun je treffen bij cohortonderzoek en bij case-control studies?
Case control: OR
Welke statistische methode heeft de voorkeur bij het poolen van resultaten van observationeel onderzoek? Hoe kun je nagaan of poolen betrouwbaar was?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat wil men onderzoeken wanneer men een subgroepanalyse uitvoert bij observationeel onderzoek?
Welke andere statistische methode, naast subgroepanalysen, kan men uitvoeren om de invloed van een externe determinant te onderzoeken?
Welke methode van analyseren heeft de voorkeur: metaregressieanalyse of subgroepanalysen? Wat is hier de reden van?
Indien zeer weinig studies ook niet genoeg power.
Subgroepen die post hoc zijn geformuleerd kunnen als hypothesegenererend en dus onbetrouwbaar worden beschouwd.
Indien poolen van resultaten niet mogelijk is ivm heterogeniteit, op welke manier kan met dan toch resultaten samenvoegen?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden