Samenvatting: Systematische Natuurkunde 4H Basisboek | 9789006313048 | Bart van Dalen, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Systematische natuurkunde 4h basisboek | 9789006313048 | Bart van Dalen ... [et al.] ; onder eindred. van Harrie Ottink ; [technische ill. Jeannette Steenmeijer ... et al.].
-
1 Basisvaardigheden
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
wat is de orde van grootte en hoe geef je het aan?
de orde van grootte geef je aan in een macht van 10 , je gebruikt de orde van grootte als het niet nodig of niet mogelijk is de waarde van een grootheid met een grote nauwkeurigheid op te geven -
1.1 Grootheden en eenheden
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de eenheid van gewicht?
(kilo)gram -
Wat zijn afgeleide grootheden?
Grootheden die geen basisgrootheden zijn -
1.4 Meetonzekerheden en significante cijfers
Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Waar kun je meetonzekerheden in onderverdelen?
In toevallige en systematische fouten -
Hoeveel significante cijfers heeft 0,0841?
Drie. De nullen aan het begin tel je niet mee. -
Bereken en noteer het antwoord in de juiste significante cijfers: 2,07 - 0,3
1,8.
Uitleg:
Dit is een aftreksom, je kijkt dus naar het getal met het kleinste getal achter de komma: 0,3 heeft 1 getal achter de komma. Je antwoord moet dus ook maar uit 1 decimaal bestaan.
2,07 - 0,3 = 1,77, afgerond op 1 decimaal is dit dus 1,8. -
Hoe noteer je een gemeten waarde met de onzekerheid?
Afgelezen waarde ± onzekerheid (4,83 ± 0,01) (zie boek blz 23) -
1.5 Van metingen naar diagram
Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer vormen de grootheden een recht evenredig verband met elkaar?
Als je de ene grootheid n keer zo groot maakt en de andere grootheid wordt n^2 keer zo groot
y = ax^2 -
Wanneer vormen de grootheden een omgekeerd kwadratisch evenredig verband met elkaar?
Als je de ene grootheid n keer zo groot maakt en de andere grootheid wordt n^2 keer zo klein
y = a1/x^2 (y is a keer 1 gedeeld door x kwadraat) -
1.6 Examenbepalingen
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.6
Laat hier meer flashcards zien -
Noem een overeenkomst en verschil tussen tekenen en schatten?
- Overeenkomst: je maakt bij zowel tekenen als schatten gebruik van een tekening of diagram.
- Verschil: een tekening moet kloppen met de waarden die je hebt, maar bij een schets hoeft dit niet.
- Overeenkomst: je maakt bij zowel tekenen als schatten gebruik van een tekening of diagram.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden