Samenvatting: T-Neurowetenschappen

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van T-neurowetenschappen

  • 1 HC 1 Recap

    Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Neurotransmissie is het proces van neurotransmitter afgifte? (goed of fout)

    Fout
    (aanmaakt +afgifte + regulatie + opname + etc.)
  • De depolarisatie stomen van een actiepotentiaal wordt gereguleerd door kalium stromen. (goed of fout)

    Fout 
    --> natrium
  • Excitotoxicitiet is het gevolg van een herseninfarct. (goed of fout)

    Goed
  • Hoe kan een herseninfarct zorgen voor een excitoxiciteit?

    1. Cellen gaan dood
    2. glutamaat komt vrij
    3. glutamate kan hersencellen stimuleren (over stimuleren)
    4. te veel stimulatie = te veel excitatie  = toxisch
  • Welke cellen lijken op oligodendrocyten en wat is het verschil?

    Cellen van Schwann

    Oligondendricyten zitten in het CNS - Schwann cellen in het perifeer.
  • Wat is het gevolg van  te actieve microgliacellen

    Microgliacellen degenereren goed functionerende cellen inplaats van alleen slechte
  • Aan welke eisen moet een neurotransmitter voldoen?

    1. Het moet aanwezig zijn in de presynaptische cel
    2. Het moet vrijkomen bij depolaristaie van de cel + door de influx van Ca+
    3. Het moet gedetecteerd worden door receptoren op de post synaps
    4. Het moet alleen tijdelijk aanwezig zijn buiten de cel (het moet ook gestopt kunnen worden)
  • Hoe fusseert een neurotransmitter vesicle met de synaps?

    1. Vesicle met neurotransmitter komt in de buurt van plasmamembraan
    2. De SNARE eiwitten maken contact met elkaar/ binden aan elkaar
    3. door de elektronegativiteit van de membranen kan de vesicle niet heel dicht bij het plasmamembraan komen.
    4. Door AP komt Ca2+ de cel in
    5. Synaptotagmin zorgt ervoor dat ze dichter bij elkaar komen met behulp van Ca2+
    6. membranen fuseren 
  • Welke typen neurotransmitter receptoren zijn er?

    1. Ionotropic neurotransmitter receptoren
    2. metabotropic neurotransmitter receptoren
  • Hoe werkt een metabotrope receptor?

    1. Neurotransmitter bindt aan receptor
    2. G-protein laat los--> bindt aan iets anders
    3. second messengers
    4. respons:
      • eiwit fosforylatie
      • gen transcriptie
      • openen ion kanalen

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart