Zinsbetekenis - Verbale woordgroepen: tijd en aspect

3 belangrijke vragen over Zinsbetekenis - Verbale woordgroepen: tijd en aspect

GRAMMATICALE categorie TEMPUS

PRESENS = tegenwoordige tijd
PRETERITUM = verleden tijd
FUTURUM = toekomende tijd

GRAMMATICALE categorie ASPECT

= koppelt een situatie niet aan de tijdslijn, maar heeft betrekking op het TEMPORELE perspectief van waaruit de spreker een situatie presenteert

Gisteren om half twaalf ging Laura de auto wassen -> Laura BEGINT de auto te wassen) = INGRESSIEF ASPECT

Gisteren om half twaalf was Laura de auto aan het wassen -> Laura is BEZIG de auto te wassen= PROGRESSIEF ASPECT

PERFECTIEF / IMPERFECTIEF ASPECT

PERFECTIEF = situatie als 1 afgesloten geheel
IMPERFECTIEF = situatie in ontwikkeling

Gianni was AAN HET LEZEN (= IMPERFECTIEF) toen ik BINNENKWAM (PERFECTIEF)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo