Van taal naar taalwetenschap - Talen
5 belangrijke vragen over Van taal naar taalwetenschap - Talen
Noem vijf eigenschappen van universele talen
- Ze bestaan uit kleine elementen (klanken/gebaren) die gecombineerd worden tot woorden en zinnen (compositionaliteit).
- Alle gesproken talen hebben klinkers en medeklinkers.
- Ontkennen, vragen stellen, bevelen geven.
- Woorden voor zwart, wit, licht en donker.
- Verworven door interactie en zo overgedragen.
Wanneer is de betekenis van een complexe uiting compositioneel?
Wanneer spreek je van recursie?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Is de betekenis van een complexe uiting altijd compositioneel?
NATUURLIJKE (menselijke) TALEN
- delen UNIVERSELE eigenschappen
- COMPOSITIONALITEIT
- verworven door KINDEREN via INTERACTIE met omgeving + overgedragen via GENERATIES
- CREATIVITEIT
- vorm van 'SAMEN HANDELEN'
- Taalgebruik kan plaatsvinden LOS van HIER en NU
- ARBITRAIRE (willekeurige) relatie tussen VORM van TAALTEKEN en BETEKENIS
- Taaluitingen hebben MEER BETEKENISSEN (blijken uit CONTEXT)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden