Woordvorming - Flexie
3 belangrijke vragen over Woordvorming - Flexie
Hoe noem je de vervoegingsregel van werkwoorden?
Een paradigma, het werkwoord werken volgt een vast regelmatig paradigma dat op veel werkwoorden in toe te passen. Andere verba volgen een onregelmatig paradigma, zoals zwemmen en lopen.
Wanneer is er spraken van contextuele flexie?
Als de vorm van woorden wordt bepaald door de grammaticale context en de flexie niet zelfstandig bijdraagt aan de betekenis van de zin. Zoals het verbum voetballen in de volgende twee zinnen: Elly voetbalt op straat. Elly en Stan voetballen op straat. Het verbum correspondeert hier met het subject van de zin. Het verbum toont contextuele flexie.
Wanneer is er sprake van inherente flexie?
Als de spreker voor een vorm kiest is er geen sprake van syntactische context, maar wordt er gekozen voor enkel- of meervoud: Het meisje speelt op straat. De meisjes spelen op straat. In deze zin is meisje of meisjes een voorbeeld van inherente flexie en speelt of spelen een voorbeeld van contextuele flexie.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
