Spreken en verstaan - spraakklanken - Spraakklanken - Niet-pulmonische consonanten
4 belangrijke vragen over Spreken en verstaan - spraakklanken - Spraakklanken - Niet-pulmonische consonanten
Niet-pulmonische consonanten komen weinig voor. Welke drie typen ken je?
stemhebbende implosieven; tegenovergestelde van een plofklank
ejectieven
VOCALEN - plaats van articulatie (mate van VERNAUWING)
- VOOR-ACHTER
- HOOG-LAAG (GESLOTEN-OPEN)
VOCALEN -> VOOR-ACHTER dimensie (horizontaal)
VOORVOCALEN (I in lIef) -> tongwortel in voorste gedeelte van mondholte
CENTRALE VOCALEN (e in bEdenk) -> centrale gedeelte
ACHTERVOCALEN (a in kAp) -> achterste gedeelte
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
VOCALEN -> HOOG-LAAG dimensie (GESLOTEN-OPEN)
GESLOTEN VOCALEN (oe in kOE) -> tong op hoogste positie
GESLOTEN MIDDEN VOCALEN (e in wEg) -> iets lager dan hoogste
OPEN MIDDEN VOCALEN (o in bOt) -> iets hoger dan de laagste positie
OPEN VOCALEN (a in pAArd) -> tong in laagste positie
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden