Enkelvoudige zinnen - Functies van woordgroepen binnen de zin

3 belangrijke vragen over Enkelvoudige zinnen - Functies van woordgroepen binnen de zin

Verschillende typen WOORDGROEPEN, maar met dezelfde FUNCTIE

Jan LACHTE (= V woordgroep)
De moeder van Karel IS ERNSTIG ZIEK (=Adj woordgroep)
Marie is MIJN BESTE VRIENDIN (=N woordgroep)
De hond is IN DE TUIN (Adp woordgroep)

Deze FUNCTIE = PREDIKAAT
= drukt RELATIE uit met ANDERE woordgroepen in de zin of SPECIFICEERT een eigenschap van een andere woordgroep

Welke 2 andere FUNCTIES van woordgroepen, naast PREDIKAAT

ARGUMENT + ADJUNCT

ARGUMENT = woordgroep die VEREIST wordt door predikaat

Gisteren wandelde SYLVIE langs het strand ->
WANDELDE = predikaat
de woordgroep SYLVIE is een ARGUMENT van wandelen

ADJUNCT = woordgroep die NIET VEREIST wordt door predikaat

De woordgroepen GISTEREN en en LANGS HET STRAND zijn ADJUNCTEN

EENPLAATSIG - TWEEPLAATSIG - DRIEPLAATSIG

Predikaat dat 1 - 2 - 3 argumenten vereist

EENPLAATSIG = INTRANSITIEF / ONOVERGANKELIJK

TWEE + DRIEPLAATSIG = TRANSITIEF / OVERGANKELIJK

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo