TM 2: - Anaforen
5 belangrijke vragen over TM 2: - Anaforen
Welke groepen woorden horen tot de anaforen in engere zin?
- wederkerende voornaamwoorden: zichzelf en zich (reflexief)
- wederkerige voornaamwoorden/reciproke pronomina: elkaar
Wat is een anafoor in engere zin?
Op welke twee punten schiet de volgende regel tekort?
'Het antecedent gaat aan de anafoor vooraf'
1. Er zijn gevallen waarbij de anafoor wel aan het antecedent vooraf kan gaan
2. Het is niet altijd zo dat een relatie tussen antecedent en anafoor in simpele zinnen mogelijk is als het antecedent aan de anafoor voorafgaat
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waarom spreken we bij de relatie tussen anafoor en antecedent over een 'binding'-relatie?
Wat zijn twee problemen van de volgende definitie?
'Een anafoor moet een antecedent hebben in de minimale CP waar de anafoor deel van uitmaakt'
1. De definitie is ogenschijnlijk te restrictief, aangezien er gevallen zijn waar het antecedent zich buiten de minimale CP lijkt te bevinden
2. Er zijn gevallen waar het antecedent zich bevindt binnen de minimale CP, en waarin coreferentie toch uitgesloten is
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden