Taalverwerving en afasie: woordniveau - Aantekeningen uit de les (Ellis & Young)

14 belangrijke vragen over Taalverwerving en afasie: woordniveau - Aantekeningen uit de les (Ellis & Young)

Wat betekent 'lexicaal gedeelte' en wat ligt hierin binnen het schema van Ellis & Young?

Lexicaal = met betekenis.
SS + lexicons (2x input & 2x output) gaan uit van bestaande woorden.

Wat betekent 'sublexicaal' en wat ligt hierin binnen het schema van Ellis & Young?

Sublexicaal = zonder betekenis, dragen niet bij aan de betekenis. Klanken en letters analyseren.
Codeerders en decodeerders.

Welk effect heeft het semantisch systeem?

Voorstelbaarheidseffect. Dus woorden die makkelijker voor te stellen zijn, zijn makkelijker op te halen.


Als voorbeeld: 'huis' = makkelijk voor te stellen. 'Economie'= moeilijk voor te stellen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat doet het auditieve-analyse systeem? En welk effect heeft het?

Herkenning van spraakklanken en spraakpatronen.
Effect: woordlengte.

Wat doet het auditieve-inputlexicon? En welk effect heeft het?

Opslag van fonologische patronen van woorden en herkennen van bestaand woord.
Effect: woordfrequentie (dus hoe vaak een woord voorkomt).

Wat doet het visuele-analysesysteem? En welk effect heeft het?


herkennen grafemen/ grafeemsturctuur Effect: woordlengte

Wat doet het visuele-inputlexicon? En welk effect heeft het?

Herkenning (bestaande) woorden onregelmatig gespelde woorden (vb onregelmatig gespeld woord: trottoir).
Effect: woordfrequentie.

Wanneer weet je of er een probleem zit in het semantisch systeem en niet in de toegang hiertoe?

Wanneer beide toegangen, dus van het auditieve deel en het gesproken deel, zijn aangedaan. Dan kun je ervan uitgaan dat er een probleem is in het semantische systeem.

Hoe werkt (de toegang tot) fonologische outputlexicon? En welk effect heeft het?

Het maakt een selectie van gesproken woordvormen. OP het moment dat iemand niet in zijn lexicon kan komen, komt er helemaal geen woordproductie. Als het mis gaat bij het selecteren van het juiste woord, dan zul je zien dat er verkeerd woorden komen. Mensen kunnen wel een omschrijving of gebaar maken.


Effect: woordfrequentie.

Wanneer zal het geven van fonematische cues werken en wanneer niet?

Als iemand al in het lexicon zit, dan kan ie die woorden met een /s/ (bv: bij het woord stoel) selecteren. Als iemand niet in dat outputlexicon zit, zal iemand zeggen 'geen idee', want dan zit diegene daar niet in en kan het dus ook niet selecteren.

Hoe werkt de fonologische codering (foneem niveau)? En welk effect heeft het?

Fonemen op de juist plaats zetten, toepassen van fonologische regels.

Effect: woordlengte

Hoe werkt (de toegang tot) het grafemische outputlexicon? En welk effect heeft het?


Op basis van de betekenis wordt er een geschreven woordvorm opgehaald van bestaande woorden. Onregelmatig gespelde woorden staan daar ook in.

Effect: woordfrequentie.

Wanneer heeft het geven van grafemische cues nut?

Als iemand al in dat grafemische-outputlexicon zit. Dus als die grafemische cue niet helpt, kan je ervan uitgaan dat diegene nog niet in zijn grafemische-outputlexicon zit.

Hoe werkt de grafische codering (grafeem niveau)? En welk effect heeft het?

Grafemen op de juist plek zetten, op de juiste plek zetten.
Effect: woordlengte.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo