Samenvatting: Taaldidactiek | 9789006955170 | Rudy Beernink, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Taaldidactiek | 9789006955170 | Rudy Beernink; Erna van Koeven; Margreet Vreman

• 1 A voorlezen en vertellen

  Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Noem een voordeel en een nadeel van voorlezen.

  Een voordeel is dat je verder geen informatie hoeft op te zoeken en een nadeel is dat je vast zit aan de gegeven informatie.

• Wat zijn de doelen van vertellen en voorlezen?

  1. Emotionele ontwikkeling

  2. creativiteit

  3. cultureel erfgoed

  4. Geletterdheid

  5. Verhaalbegrip

  6. Boekoriëntatie

  
  

• 2 Leren lezen en schrijven

  Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de volgorde van het directe instructie model? 

  - introductie nieuwe les

  - terugblik vorige les

  - activeren van voorkennis (beginsituatie)

  - een oriëntatie op het doel van de huidige les

  - een instructie die bestaat ui t uitleg en voordoen (modeling)

  - begeleide inoefening (afgewisseld met instructie)

  - zelfstandige verwerking

  - feedback op het werk van de leerlingen

  - evaluatie waarbij wordt nagegaan wat het doel was van de les en wat de leerlingen hebben geleerd. 

  
  

• 5 Taalbewustzijn en werken met letters

  Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
  Laat hier meer flashcards zien

• Waar gaat het om bij fonologische ontwikkeling?

  Dat kinderen activiteiten kunnen uitvoeren met klankstructuren als woorden en zinnen.

• Waar gaat het om bij fonemische ontwikkeling? 

  Het uitvoeren van activiteiten met lossen klanken. Je hanteert daarbij altijd klankzuivere woorden 

• Wat wordt er onder alfabetisch principe verstaan? 

  Onder alfabetisch principe verstaan we dat kinderen gaan beseffen dat woorden zijn opgebouwd uit grafemen. Dit zijn letters (b,a, g) of lettercombinaties (eu, ch)

• 7 Inleiding

  Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is Nederlandse Taal?

  Algemeen Nederlands of Standaardnederlands; daarmee geven we aan dat het gaat om het Nederlands dat in ons land, in een deel van België en in Suriname, als communicatiemiddel wordt gebruikt. 

• 9 Verdieping Woordenschatontwikkeling

  Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 9
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke factoren stimuleren de woordenschatontwikkeling? 

  Het is essentieel dat ouders en opvoeders niet alleen hun omgeving, maar ook hun gedachten en gevoelen gedetailleerd en gevarieerd benoemen. 

• Hoeveel woorden moeten kinderen aan het eind van de basisschool minimaal receptief beheersen? 

  Minimaal zo'n 15.000 woorden 

• 16 Onderwijsvisie en leeromgeving

  Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 16
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat verstaan we onder Whole language approach 

  Onder whole language approach verstaan we een aanpak van de ontwikkeling van de geletterdheid van kinderen waarin de functie van taal leidend is en waarin spreken, schrijven en lezen samengaan. Het taalonderwijs wordt niet opgedeeld in losse eenheden, maar vormt een functionele eenheid.