Samenvatting: Taalkunde

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van taalkunde

  • 1 Taal en communicatie

    Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Gevolgen van dubbele articulatie

    - Productiviteit
    - Taalvariatie
    - Taalverandering
    - Verschil tussen talen
  • 2 Taalvariatie

    Dit is een preview. Er zijn 25 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Taalelementen-  verschillen of  gemeenschap

    Verschil in uitspraak (klank)/ accent
    verschil in keuze woorden
    syntaxis (zinsbouw/ woordenbouw/ grammatica) 
  • 3 Taalverwerving

  • 3.3 fases in taalverwerving

    Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3
    Laat hier meer flashcards zien

  • SOV of SVO taal

    - syntactische vaardigheid die een kind in de vroegtalie periode leert heeft betrekking op de woordvolgorde

    - talen zijn in te delen op grond van de basisvolgorde van de balngrijkste zinsdelen, het onderwerp (subject= S), het werkwoord (verb = V) en het lijdend voorwerp (Object= O)
    NL: SOV omdat in een zin alle werkwoorden achteraan staan (bijv. Koekje eten)
    EN: SVO werkwoord staat voor het lijdend voorwerp (eat cookie)


    - volgorde zegt iets over de relatie die de woorden met elkaar hebben (bijv. Kim fiets! Of Fiets Kim!)
  • Leerdoel van taalverwerving (Morfologie en Syntaxis)

    Een grammatica (systeem van teken-elementen en regels om die tekens te combineren tot complexe tekens)

    MORFOLOGIE: vorming van woorden/ samenstelling en verbuiging
    (bijv. Verleden tijd van werkwoorden, van het meervoud van zelfstandige naamwoorden etc.

    SYNTAXIS:  opbouw en volgorde van de zin (combinatie van woorden tot zin)
  • twee vaardigheden die benodigd zijn bij communiceren en theory of mind


    1 uitingen moeten met elkaar samenhangen, cohesie (in een tekst betrekking tot hetzelfde onderwerp, verwijswoorden ) en coherentie (relatie tussen zinnen door bijwoorden/ voegwoorden)

    2 de informatie moet aan de voorkennis van de luisteraar aangepast worden: theory of mind is de kennis die het kind hiervoor nodig heeft (inschattingsvermogen), vanaf 4 jaar- 10
  • Lexicale werkwoorden in zinsfinale positie

    Werkwoorden die daadwerkelijk iets aangeven: bijv. Wandelen, zwemmen,
  • 3.4 tweetaligheid

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Voordelen en nadelen tweetaligheid

    Nadelen: langzamer bij het vinden van woorden, husselen van talen
    Voordelen: sneller irrelevante informatie filteren
  • 4 Taalverandering

  • 4.2 Klankverandering

    Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Grammaticale veranderingen (lijstje)

    Syntactisch: in zinsbouw
    - Dubbele ontkenning
    - SOV-> SVO
    - (naamvallen) 


    Morfologisch: in woordvorming
    - bijvoeglijk naamwoord (wie) -> znw
       productief: -heid
       improductief: - te
    - verleden tijd werkwoorden
       productief: zwak (-te/de)
       improductief: sterk (klankverandering)
  • Syntaxis: opbouw en volgorde van de zin


    Subject = onderwerp
    Object = lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp
    Verbum = werkwoord

    Proto- Indo- Europees: SOV- taal, daaruit:

    Het Nederlands is een SOV-taal, omdat in de meeste zinnen het belangrijkste werkwoord achteraan staat


    Engels: SVO- taal
  • Basiskennis grammatica: zinsdelen

    Morgen wil Jozefien voor haar moeder een mooi cadeautje kopen.

    Onderwerp = Jozefien
    Werkwoordelijk gezegde (de werkwoorden) = wil kopen
    Lijdend voorwerp = een cadeautje
    Meewerkend voorwerp = voor haar moeder
    Bijwoordelijke bepaling (plaats of tijd) = Morgen

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Taalkunde