Omgaan met verschillen in taalvaardigheid

22 belangrijke vragen over Omgaan met verschillen in taalvaardigheid

Stelling: Meester Charles geeft een les begrijpend lezen waarbij hij werkt met twee niveaugroepen. De groep wakste lezers krijgt daags voor de les preteaching. In de les hoeven de zwakste lezers maar de helft van de vragen uit de leesmethode te maken. Dit is een voorbeeld van adaptief taalonderwijs. 

onjuist!

Stelling: Bij adaptief onderwijs differentieer je altijd naar de belangstelling van kinderen.

Onjuist.

Stelling: Begrippen als hulp en zorg gaan nog te veel uit van wat een kind niet kan en focussen te weinig op de mogelijkheden van de kinderen.

Juist.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

In groep 6 zijn er veel anderstalige kindern die moeite hebben met de teksten uit de zaakvakmethode. Hieronder staan drie maatregelen van leerkrachten om kinderen te helpen het taalgebruik beter te kunnen volgen.
  1. Leerkracht 1 biedt de informatie uit de tekst mondeling aan in plaats van schriftelijk
  2. Leerkracht 2 begeleidt de kinderen aan een aparte instructietafel.
  3. Leerkracht 3 leert de kinderen een woordenboek te hanteren


Welke maatregel(s) is/zijn goed?

Alleen maatregel 1.

Stelling: De schrijfkijker geeft zwakke schrijvers hulp bij het verzamelen van informatie.

Onjuist.

Stelling: NT2-kinderen met een achterblijvende woordenschat moet je anders remediëren dan NT1-kinderen.

onjuist.

Winston is een zwakke schrijver. Hij schrijft maar een paar zinnen op en is niet in staat een echt verhaal op papier te krijgen. 
Hieronder staan drie maatregelen van leerkrachten om Winston hulp te bieden:
  1. Leerkracht 1 geeft een aantal eenvoudige structuurschema's.
  2. Leerkracht 2 laat het verhaal eerst mondeling vertellen.
  3. Leerkracht 3 probeert zintuiglijke herinneringen op te roepen.


Welke maatregel(en) is/zijn goed?

Maatregel 2 en 3 zijn goed.

Kinderen met een achterblijvende woordenschat kun je remediërend hulp bieden door de woordleerstrategie aan te leren met behulp van vuistregels. Welke van de onderstaande vuistreges is geen woordleerstrategie?

Bedenk een synoniem of een antoniem voor het woord.

Stelling: Als problemen met begrijpend lezen samenhangen met onvoldoende luistervaardigheid, dan is het trainen van het werkgeheugen een goede vorm van remediëring. 

Juist.

Stelling: Als problemen met begrijpend lezen samenhangen met onvoldoende gebruik van leesstrategieën, dan kun je remediëren door deelvaardigheden bewust en actief te laten toepassen.

Juist.

Stelling: Een taalmethode die woordenschat op twee niveaus aanbiedt is een adaptieve methode.

Onjuist.

Stelling: Kinderen met een geringe woordenschat hebben meer moeite met woorden in de spreektaal dan woorden in de schrijftaal, omdat in mondelinge communicatie meer omhaal van woorden wordt gebruikt.

Onjuist.

Wat zijn algemene uitgangspunten voor remediërende hulp?

- Bied korte intensieve oefenmomenten.
- Leer kinderen planmatig werken.
- Beperk de leerstof.
- Vergroot de leermotivatie.

Welke elementen uit schrijftaal zijn problematisch voor kinderen met een achterblijvende woordenschat?

  • minder frequente woorden
  • schrijftaalwoorden
  • abstracte woorden
  • homoniemen
  • figuurlijk taalgebruik
  • idioom

Welke van de onderstaande aanpakken zijn effectief om leerlingen hulp te bieden bij het lezen van moeilijke zaakvakteksten?
  • De leerkracht besteedt veel aandacht aan interactieve instructie.
  • De leerkracht zet de belangrijkste informatie in een schema op het bord.
  • De leerkracht behandelt het onderwerp mondeling voordat de leerlingen de tekst gaan lezen.

Aanpak 2 en 3!

Stelling: Kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen moet je verschillende aanpakken leren voor het lezen van een tekst.

Onjuist.

Stelling: Als je een taalbeschouwingsstrategie op een concreet niveau oefent, wil dat zeggen dat je geen abstracte maar alleen concrete woorden gebruikt om te oefenen.

Onjuist.

Stelling: In de remediering voor zwakke sprekers kun je goed gebruik maken van speciale hulpmiddelen, zoals een foto of een praatplaat.

Juist.

Stelling: Kinderen die problemen hebben met spreken en luisteren kun je het beste opvangen binnen de reguliere spreek- en luisteractiviteiten. 

juist. 

Voor taalzwakke kinderen is het zinvol om de woordbetekenis te koppelen aan alle aspecten van een woord. Dit betekent dat je aandacht besteedt aan:

- de spelling van een woord
- de woordsoort waartoe een woord behoort
- de gevoelswaarde van een woord
- het gebruik van een woord in de zin
- hoe je het woord kunt vinden in het woordenboek

- de spelling van een woord
- de gevoelswaarde van een woord
- het gebruik van een woord in de zin

Stelling: Je kunt hoogbegaafde leerlingen helpen door ze sneller te laten doorstromen naar een hogere groep.

Juist.

Stelling: Voor de stimulering van verbaal sterke kinderen biedt een taalmethode voldoende mogelijkheden.

onjuist.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo