De vroege en volle middeleeuwen - EPIEK: CHANSON DE GESTE: Het Roelandslied - STIJL
5 belangrijke vragen over De vroege en volle middeleeuwen - EPIEK: CHANSON DE GESTE: Het Roelandslied - STIJL
Laisses: strofen met een variabel aantal verzen
- Niet allemaal even lang
Rijm: niet strak maar assonantie (klinkerrijm, halfrijm): flexibeler
- Kijk hier vooral naar het origineel oud-Frans
- Ook in Nederlands: 135 - oe en o
- Ook in Nederlands: 141: wreken, wegvluchten, meute, Saracenen
Formulair (orale transmissie): herhalingen
- Wapenuitrusting schittert (136, 137)
- KdG spoort woedend zijn paard aan (127, 138, 139)
- Handschoen: 175 en 176
- 177 en 178: allen plengen tranen en knielen neer
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Parataxis: korte zinnen die kort op elkaar volgen, nevenschikking
Orale transmissie
Juxtapositie (verschillende laissen als blokken achter elkaar --> duidelijk en dynamiek tussen vechten en reflectie)
Orale transmissie
- 140: einde: opeenvolging van korte zinnen
- 146: Frans origineel: geen persoonlijke vnw (scherpte)
- 168: sterfscène Roland: korte nevengeschikte zinnen
- Bijna elk paragraaf
Beeldende spraak en hyperbolisch --> actie onderstrepen
- 141: vermoordt 24 edelen
- 148: grafische voorstelling bloed
- 148: esteriorisatie gevoelens
- 168: uit zijn oren blubberen zijn hersenen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden