Antiaritmica
11 belangrijke vragen over Antiaritmica
Wat zijn de verschillende aangrijpingspunten van anti-aritmica?
- SA-knoop = rustpotentiaal -60, spontane dep -40. je grijpt aan op HF
- AV-knoop = rutpotentiaal -40, actiepotent positief. je grijpt aan op AV-geleiding
- myocardcel en geleidingsvezels = rustpotentiaal -80, actiepotent positief. propagatie van actiepotentialen (dus niet spontaan). je grijpt hier aan op de myocardgeleiding.
Wat is het verschil tussen ritme- en geleidingsstoornissen?
- tachycardie
- bradycardie
geleiding:
- regulair
- irregulair
- supraventriculair/ ventriculair / AV
Bij ritme- en geleidingsstoornissen gebruik je in principe geen medicamenteuze behandeling, tenzij?
- bij een ernstige hemodynamische verstoring door ritmestoornis
- als er ernstige symptomatische klachten zijn door de ritmestoornis
dit komt omdat de stoffen gevaarlijk kunnen zijn en daarom worden ze in principe liever niet gebruikt
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat zijn alle klassen anti-aritmica?
- mebraanstabiliserende stoffen, blokkeren Na-instroom, dus beinvloeden de prikkelgeleiding -> flecainide, procainamide, kinidine
- sympathicusblokkerende stoffen, vooral op SA knoop -> beta-blokkers -> metoprolol, propranolol, atenolol
- repolarisatieverlenging: K-kanaalblokkers (verbreding actiepotentiaal) -> amiodaron, sotalol (-> mixed: beta-blokker die ook de K-kanalen kan blokken: klasse 2 en 3 activiteit dus)
- remming Ca-instroom, calciumblokker dus -> verapamil, diltiazem
- overige: digoxine, adenosine, atropine
Wat zijn de verschillende fases van de actiepotentiaal in hartcellen?
- fase 4: langzame instroom Ca/Na: geringe lek voor ionen (rustpotentiaal gaat langzaam omhoog)
- fase 0: threshold. snelle Na instroom via kanalen: actiepotentiaal omgekeerd van - naar +
- fase 1: partiele repolarisatie (instroom Na gedeactiveerd, uitstroom K)
- fase 2: kanaal specifiek voor Ca gaat open, L-type bijvoorbeeld (langzaam werkende Ca kanaal). belangrijk voor potentiaal, maar is ook nodig voor de propagatie voor de contractiliteit.
- fase 3: repolarisatie (snelle uitstroom van K+)
Wat zijn (nogmaals) de klassen van Vaughan Williams en op welke fase van de hartactiepotentiaal grijpen ze aan?
- membraanstabilisatoren of Na-kanaalblokkers -> grijpen aan op fase 0/4 -> minder automatie door verhoging prikkeldrempel/minder geleiding
- beta-blokkers (blokkade sympathicus) -> grijpen aan op fase 4/2 -> minder Na/Ca influx -> depolarisatie SA knoop en geleiding AV knoop minder
- K-kanaalblokkers (Verbreding actiepotentiaal) -> grijpt aan op fase 3 -> brengt K efflux omlaag -> duur actiepotentiaal en refractaire periode omhoog
- Ca-antagonisten -> grijpt aan op fase 2/4 -> Ca/Na influx omlaag -> depolarisatie SA knoop en geleiding AV knoop omlaag
Wat zijn de verschillende subklassen klasse I anti-aritmica en hun verschil?
- 1a beinvloedt vooral HF- en AV-geleiding. vooral gebruikt bij supraventriculaire tachycardie, extrasystole en ventrikel- of atriumfibrilleren. voorbeelden: kinidine en disopyramide.
- 1b beinvloedt vooral ectopische cellen en Purkinjevezels en wordt gebruikt bij ventriculaire ritmestoornissen. voorbeeld is lidocaine
- 1c beinvloed vooral HF- en Av-geleiding en wordt gebruikt bij WPW, AVNRT, ventriculaire tachycardie en atriumfibrilleren als gevolg van AV-geleiding
Wat is de werking van flecainide?
kan oraal/iv gegeven worden en is lang werkend (14 uur T1/2). bijwerkingen:
- cardiodepressie = negatief inotroop
- ventriculaire aritmie = pro-aritmisch
- GI klachten, misselijkheid
- tremor, metaalsmaak
Wat is de werking van amiodaron?
de halfwaardetijd is extreem lang (20-100 dagen): hierdoor heb je echt een oploaaddosis en onderhoudsdosis nodig (anders bouw je geen goede spiegel op). groot Vd, zeer lipofiel: accumuleert in veel systemen. hierdoor veel bijwerkingen:
- grauwe/blauwe verkleuring huid
- schildklierafwijkingen
- pulmonale fibrose
- corneale neerslag
- pro-aritmische effecten
- nachtmerries
Wat is de werking van verapamil?
er is een interactie tussen iv verapamil en beta-blokkers, dus deze moet je niet tegelijk gebruiken.
bijwerkingen:
- negatief inotroop en bradycardie: verlaging HMV
- constipatie
- nausea
Wat zijn de bijwerkingen van anti-aritmica in het algemeen?
- pro-aritmogeen -> kunnen zelf ritmestoornissen opwekken: QT tijd verlenging
- negatieve inotropie: cardiodepressie
- niet-cardiale bijwerkingen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden