Samenvatting: Tentamenstof Privaatrecht 2
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Tentamenstof Privaatrecht 2
-
1 Tentamenstof 1-10
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Voor wat moet je opletten bij een natrekking
Natrekking doorbreekt het eigendomsvoorbehoud.
Het eigendomsvoorbehoud wil zeggen dat je iets aan iemand anders verkoopt, maar dat je het eigendom jouw voorbehoud. Dat betekent dat juridisch gezien het eigendom pas overgaat als degene aan wie jij het hebt overgedragen, jou heeft betaald daarvoor. -
Registergoederen zijn zowel zaken als vermogensrechten.voorbeelden:
1. Alle roerende zaken (3:89 BW), denk aan woning, kantoorgebouw of grond.
2. Bepaalde roerende zaken (te boek gestelde schepen / luchtvaartuigen) (8:199 BW)
3. Aandelen in registergoederen (3:96 BW)
4. Beperkte rechten op registergoederen (3:98 BW), denk aan erfpacht. -
Grote schepen en luchtvaartuigen. Roeren of onroerend?
Roerende zaken -
Kenmerk van vermogensrechten in subjectieve zin art 3:6 BW zijn:
· Zijn afzonderlijk of samen met een ander recht overdraagbaar, of
· Zijn bedoeld om de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, of
· Zijn verkregen in ruil voor verstrekt of in he vooruitzicht gesteldstoffelijk voordeel
Wat is geen vermogensrecht? Lidmaatschap van vereniging bv. dat is een hoogstpersoonlijk recht, dat je niet zomaar kunt overdragen aan een ander. -
Conflicterende rechten. Stel dat je van deze rechten hebt, die met elkaar in conflict zijn. Welk recht gaat dan voor?1. Botsing van twee beperkte rechten(er rusten 2 beperkte rechten op één zaak)
- Prioriteitsbeginsel bij registergoederen
- Rangorde: het oudste recht gaat vóór -
Stel dat je van deze rechten hebt, die met elkaar in conflict zijn. Welk recht gaat dan voor?Botsing van twee relatieve of vorderingsrechten.
-Concurrente crediteuren: gelijkheid van schuldeisers.Gelijkheidsbeginsel Vorderingsrechten àgelijkheidsbeginsel , zijn concurrent crediteuren. -
Eigendom (5:1) is het meest omvattende recht dat een rechtssubject op een zaak kan hebben.Beperkingen:
- Wettelijk
Bv: burenrecht, mandeligheid
- Contractueel
Bv: huur of bruikleen
- Publiekrechtelijk
Bv: ruimtelijke ordening, milieu of monumentenzorg -
Wat is de eigenaar, bezitter en houder van een zaak
· Eigenaar: is rechthebbende van een zaak
· Bezitter:
- Houdt de zaak voor zichzelf
- Gedraagt zich als eigenaar
- Maar hoeft dit niet te zijn
· Houder:
- Houdt de zaak voor een ander
- Is geen eigenaar of bezitter van de zaak
- Doet niet alsof hij dat wel is -
Processuele functie van bezit4 aannames (vermoedens)
1. Degene die een zaak onder zich heeft, wordt verondersteld bezitter te zijn; het voor zichzelf te houden (3:109 BW)
2. Is een bezitter eenmaal te goeder trouw, dan wordt hij geacht dit te blijven (3:118 lid 2 BW) bezitter te ieder trouw, je beschouwt jezelf als rechthebbende en je mag je ook redelijkerwijs als rechthebbende beschouwen)
3. Goede trouw wordt vermoed aanwezig te zijn; het ontbreken ervan moet worden bewezen (3:118 lid 3 BW)
4. De bezitter van een goed wordt geacht rechthebbende te zijn (3:119 lid 1 BW) -
Verkrijging onder bijzonder titel, alleen de lusten niet de lasten, in zijn rechten Art. 3:80 lid 3 BW
a. Overdracht
b. Verjaring
c. Onteigening
d. Andere wettelijke wijzen van verkrijging
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden