Samenvatting: Tentamentraining 1.8
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van tentamentraining 1.8
-
1 learning and memory
Dit is een preview. Er zijn 11 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het sensory register?
Dit is het eerstecomponent van hetdual story model. Hier komt de input binnen, wordt nog niet gecodeerd, en blijft hier maar een aantal seconden. Visuele informatie 1 á 2 seconden,auditieve informatie 2 of iets meer seconden.
Nieuwe informatie die niet belangrijk is of gevaarlijk is wordt verwijderd (decay ) ofoverschreven met nieuwe informatie (interference ) -
Wat is het cocktail party phenomenon?
Wanneer je binnen een groep met 1 persoon praat, focus je niet op de rest van de groep. Je luistert wel en betekenisvolle woorden worden meteen herkend, soms automatisch en soms bewust. -
Hoe kun je aandacht vergroten bij een ander?
Gebruikmaken van- beweging
- grootte
- intensiteit
- incongruentie
- persoonlijke significantie
- social cues
-
Wat zijn de kenmerken van het werkgeheugen?
Capaciteit : 7 +/- 2 (volgens Miller)- duur: 30 seconden
- opslag: phonological loop (verbale en auditieve informatie) en visuospatial sketchpad (visuele en ruimtelijke informatie)
-
Uit welke elementen bestaat het werkgeheugen?
- Central executive: controleert en
monitort de stroom en gebruik van informatie over het gehelegeheugensysteem heen - episodic buffer: integreert informatie van de phonological loop, visuospatial sketchpad en langetermijngeheugen om een voorstelling van inkomende informatie te maken.
- Central executive: controleert en
-
Hoe behoud je de informatie van het werkgeheugen?
Door maintenance rehearsal: eraan blijven denken of het blijven herhalen. Hoe kleiner de informatie, hoe beter het vastgehouden kan worden.
Elaborative rehearsal: iets blijven herhalen door het aan eerdere concepten te koppelen (aan informatie die je al weet). -
Wat zijn de kenmerken van het langetermijngeheugen?
- Capaciteit: oneindig (hoe meer info er in zit, hoe makkelijker nieuwe info op te slaan is.
- duur: dit is niet bekend, maar heel lang. Het is makkelijk om 'vergeten' informatie weer op te halen.
- kennis:
declaratieve kennis (geleerde feiten) enprocedurele kennis (hoe moet je iets doen) - opslag: expliciet geheugen (kan bewust worden opgehaald en worden beschouwd) en impliciet geheugen (kennis die niet bewust wordt opgehaald, beïnvloed gedrag)
- Capaciteit: oneindig (hoe meer info er in zit, hoe makkelijker nieuwe info op te slaan is.
-
Waar bestaat het expliciet geheugen uit?
- Episodisch geheugen: gekoppeld aan een tijd en een plek, we zijn bewust van een gebeurtenis en van het wanneer.
- semantisch geheugen: onbewuste losstaande feiten, niet verbonden aan een bepaalde ervaring.
- schema's: mentale paden waarlangs wij informatie terughalen uit het LTG, de WG load wordt hierdoor kleiner. Gecontroleerd (bewuste actie) en automatisch (stof wordt onbewust verwerkt, zonder WG control)
- Episodisch geheugen: gekoppeld aan een tijd en een plek, we zijn bewust van een gebeurtenis en van het wanneer.
-
Waar bestaat het impliciet geheugen uit?
- Conditionering
- procedureel geheugen
- priming: het activeren van LTG dat buiten het bewustzijn ligt, associaties worden geactiveerd.
- Conditionering
-
Welke kritiek is er op het dual store model?
- Sensory geheugen en WG hebben een overlap
- WG en LTG zijn 2 aspecten van 1 entiteit
- Sensory geheugen en WG hebben een overlap
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden