Samenvatting: Testleer En Testconstructie | 9789053522394 | W P van den Brink, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Testleer en testconstructie | 9789053522394 | W.P. van den Brink en G.J. Mellenbergh, red.
-
1 Inleiding
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.1 Testtypen
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat welke manieren kunnen testen onderscheiden worden, volgens Cronbach?
Tests kunnen onderscheid maken naar het soort gedrag dat de personen in de testsituatie vertonen, namelijk:1. tests die trachten de maximale prestaties van de persoon te bepalen2. tests die trachten de typische gedragswijze van de persoon te bepalen -
Welke verdere onderverdelingen hebben Drenth en Sijtsma gemaakt binnen de hoofdtype test 'om maximale prestatie te bepalen'?
1) Enkelvoudige algemene niveautests
2) Veelvoudige algemene niveautests
3) Speciale niveautests
4) Vorderingstests of studietoetsen -
Welke verdere onderverdeling maken Drenth en Sijtema binnen de twee hoofdtypen tests?
1. enkelvoudige algemene niveautests: brede intelligentietesten die het algemeen niveau van intelligentie meten.2. veelvoudige algemene niveautests: zijn niet beperkt tot het algemeen functioneren, maar onderscheiden een aantal gebieden van functioneren, zoals verbale en numerieke vaardigheden.3. speciale niveautests: het meten van specifieke vaardigheden, als technisch inzicht en nauwkeurigheid.4. vorderingentests of studietoetsen: resultaten in het onderwijs meten
-
Welke twee manieren worden er gebruikt in de vorderingentests?
1. normgeorienteerd: onderling vergelijken van prestaties van leerlingen. Op grond van de testuitslagen kunnen zij gerangorderd worden van hoogste tot laatste scores. Deze manier lijkt het meest op de definitie van Cronbach (aan de hand van de prestaties, gaan bepalen wanneer je een voldoende hebt)2. criteriumgeorienteerd: prestaties van leerlingen vergelijken met de onderwijsdoelstellingen. Het gaat er niet om of de leerling beter is geworden, maar of het voldoet aan het criterium.(vooraf afstellen wanneer je een voldoende hebt) -
Welke testen worden er onderscheiden, bij de typische gedragswijze tests (volgens Drenth en Sijtsma)?
1. observatietests: een persoon of groep mensen moeten een opdracht uitvoeren en dit word geobserveerd en beoordeelt door een psycholoog
2. somato-fysiologische metingen: metingen van bv. hartslag, bloeddruk, herseninspanning, etc.3. zelfbeoordelingen: via vragenlijst4. kwalitatieve prestatietests: de persoon krijgt een opdracht een prestatie te verrichten, maar de meting betreft een andere eigenschap dan de prestatie. vb. inktvlekken test. -
1.2 Testkenmerken
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen reactieve en niet-reactieve metingen (Webb, Campbell, Schwartz en Sechrest)
bij reactieve metingen moet de proefpersoon meewerken om de meting te verrichten. De proefpersoon kan hierdoor ook invloed uitoefenen op de testvoorbeeld: alcoholcontrole d.m.v. blaastest
bij niet-reactieve metingen hoeft de proefpersoon niet mee te werken om de meting te verrichten. De proefpersoon kan geen invloed uitoefenen op de test.voorbeeld: het tellen van alle weggegooide en ingeleverde drankflessen om na te gaan hoeveel er gedronken word in een stad.Of een observatietest waarvan de persoon niet weet dat hij/zij word geobserveerd. -
wat is de definitie van gestandariseerd
Gestandariseerd is wanneer zoveel mogelijk omstandigheden hetzelfde zijn voor alle personen.Hierdoor kan er een 'eerlijke' vergelijking ontstaan tussen de personen. -
Zijn de reacties van de persoon op de items meestal kwalitatief of kwantitatief?
Kwalitatief.
De persoon geeft antwoord op een mondelinge of schriftelijke vraag, omcirkelt ja / nee of drukt op een knop. -
Kwalitatieve testgegevens worden zodanig bewerkt dat ze afgebeeld kunnen worden op een schaal. Om welke schalen gaat het?
Nominale schaal = testgegevens onderbrengen in verschillende ongeordende categorieen
Ordinale schaal = het randgordenen van de testgegevens van verschillende personen
Intervalschaal = toekennen van getallen met intervaleigenschappen an de testgegevens van verschillende personen -
1.3 Bewerking van testgegevens
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Welke drie strategieen zijn er om de items zo te bewerken dat zij het gedrag kunenn vergelijken
1. a priori gewogen somscore2. empirisch gewogen somscore3. itemresponse:
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden