Validiteit en betekenis - Predictieve validiteit - Nadere bepaling va het criteriumbegrip

24 belangrijke vragen over Validiteit en betekenis - Predictieve validiteit - Nadere bepaling va het criteriumbegrip

Welke 3 typen criterium zijn er (Thorndike, 1949)?

- uiteindelijke (‘ultimate’) criterium;
- tussentijds (‘intermediate’) criterium;
- onmiddellijk (‘immediate’) criterium.

1. Pred val: Wat zijn de 3 typen criterium?

  1. Uiteindelijke  = ultimate criterium = uiteindelijke doel ve concrete procedure
  2. Tussentijds = intermediate crit
  3. onmiddellijk = immediate crit

Welke 3 typen van criteria kunnen worden onderscheiden?

1. Uiteindelijk criterium: het alomvattende doel van een procedure.
2. Tussentijds criterium: bv eindexamenpunten.
3. Onmiddellijk criterium: bv studiepunten eerste jaar.

Tussentijds en onmiddellijk worden veelal gekozen omdat in de meeste gevallen het uiteindelijk criterium te abstract of niet beschikbaar is. 
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn uiteindelijke/ultimate, tussentijdse/intermediate en onmiddellijke/immediate criteria?

  • Uiteindelijk: het alomvattende, uiteindelijke doel van een procedure
  • Tussentijds: ergens tussen onmiddellijk en uiteindelijk in
  • Onmiddellijk: snel beschikbaar criterium

Noem de drie typen criterium (van de criteriumvaliditeit) die Thorndike (1949) onderscheidt  en geef van elk een korte beschrijving.

1. Het uiteindelijke (ultimate) criterium
Het  alomvattende uiteindelijke doel van een concrete procedure. Bijvoorbeeld bij medische studenten: hun totale professionele bijdrage aan de medische zorg.

2. Het tussentijds (intermediate) criterium
Het uiteindelijke criterium is zeer abstract en zelden of nooit beschikbaar. Daarom kiest men vaak voor het tussentijdse criterium, bijvoorbeeld de prestaties op het eindexamen.

3. Het onmiddellijke (immediate) criterium
Als het tussentijdse criterium niet praktisch haalbaar is kan men ook nog kiezen voor het onmiddellijke criterium, bijvoorbeeld het totaal aantal behaalde studiepunten in het eerste jaar.

Welke 2 problemen doen zich voor bij de indeling van het criterium in uiteindelijk, tussentijds en onmiddellijk?

1. Tijdsprobleem: het uiteindelijke criterium ligt vaak te ver weg, terwijl de andere 2 dichterbij liggen.

2. Problemen in beschikbaarheid, operationalisatie en kwantificatie.

Hoe kan je de relatie tussen de testscore en criteriumscore bepalen

De relatie tussen testscore X en criteriumscore Y kan worden weergegeven door een puntenwolk in een assenstelsel. Voor het bepalen van de lineaire benadering wordt regressieanalyse gebruikt.

Welke 2 problemen zijn er bij de 3-deling van criterium?

- Tijd (uiteindelijke criterium ligt ver verwijderd in tijd van het tijdstip van testen)
- Abstractieniveau van de doelstelling

Wat zijn het conceptuele criterium en de criteriummaat en wat is de relatie tussen beide?

1. Conceptuele criterium is een concretisering van het uiteindelijk organisatiedoel (laagste niveau van abstractie), zoals de mate van vaardigheid in het onderwijs of de mate van zelfredzaamheid in de GGZ.

2. Criteriummaten zijn expliciete, ondubbelzinnige afspraken of scores die die betrekking hebben op het criteriumgedrag of prestaties. Deze maten worden afgeleid uit het conceptuele criterium.

Wat is de belangrijkste eis die wordt gesteld aan de meting van het criterium?

Aangezien criteriummaten kwantitatieve operationaliseringen zijn van het criteriumgedrag, moet de meting daarvan aan dezelfde eisen van betrouwbaarheid en validiteit voldoen als de test waarmee het criterium wordt voorspeld.

Wat is het probleem bij de keuze van criteriummaten?

  1. De betrouwbaarheid van de criteriummaten zijn omgekeerd evenredig aan hun relevantie.
  2. Bijv. het aantal ziektedagen is heel betrouwbaar vast te stellen, maar niet zo'n relevante criteriummaat voor arbeidsmotivatie. Een subjectieve beoordeling door een meerdere lijkt relevanter, maar is minder betrouwbaar (navolgbaar).
  3. Dus kiezen voor criteriummaten die nog zo betrouwbaar zijn dat ze de test op voorhand niet invalideren, maar niet zo irrelevant dat ze het conceptuele criterium niet weerspiegelen.

5. Predictieve validiteit:  Bij de driedeling van de criteriums spelen 2 problemen een rol, welke?

Dimensie tijd: het ene ligt ver in de tijd, de andere 2 dichtbij
en
abstractieniveau vd doelstelling: is criterium qua tijd nog beschikbaar, kan het worden geoperationaliseerd en worden gekwantificeerd?

Deze 2 worden vaak moeilijk onderscheiden.

Zijn betrouwbare metingen metingen voor de test en het criterium een garantie voor goede validiteit?

Nee, het verhoogd wel de kans op validiteit.

Validiteit wordt bepaald door vaststelling van de relatie tussen predictorscores (testscores) en criteriumscores.  

Hoe is de verhouding van onbetrouwbare criteriumscores en onbetrouwbare testscores tot predictieve validiteit?

Een onbetrouwbare criteriumscore leidt, evenals een onbetrouwbare testscore, gegarandeerd tot een lage predictieve validiteit

6. Pred val:  Dimensie tijd en abstractieniveau onvoldoende gescheiden. Welke onderscheiding werkt beter?

  • Onderscheiden vh doel vd organisatie waarvoor de voorspelling plaatsvindt.
>> doel wordt zichtbaar door conceptuele criterium
= concretisering organisatiedoel door zichtbare resultaten.
- conceptuele crit staat voor laagste abstractieniveau in hiërarchische doelen organisatie, bijv redzaamheid cliënt, vaardigheden schoolvakken scholier.

Kan de relatie tussen criteriumgedrag (bv schoolprestaties) en het achterliggende conceptuele criterium (bv uiteindelijk) empirisch worden achterhaald?

Nee, aangezien het conceptuele criterium weliswaar een laag niveau van abstractie heeft maar uiteindelijk gebonden is aan de doelstellingen en idealen van de betreffende organisatie. Deze worden rationeel bepaald, niet empirisch.

Wat verstaan we onder het conceptueel criterium?

het uiteindelijke doel van de organisatie waarvoor de voorspelling plaatsvindt (voorspellen van succesvol niveau van vervolg onderwijs)

In hoeverre kan de relatie tussen het criteriumgedrag/criteriumscores empirisch worden onderzocht?

  1. De relatie tussen criteriumgedrag (of criteriumscores) en het erachterliggende conceptuele criterium (en zeker het uiteindelijke doel) is niet voor empirisch onderzoek toegankelijk.

7. Wat wordt van het conceptuele criterium afgeleid?

Criteriummaten = duidelijke, expliciete uitspraken of scoren, die betrekking hebben op criteriumgedrag of -prestaties >> dit is waarneembaar en dus relevant voor conceptueel criterium.

= kwantitatieve operationaliseringen vh crit gedrag. Operationalisering geslaagd?  >> afh van validiteit.

Welke informatie wordt afgeleid van het conceptueel criterium?

Criteriummaat: een expliciete, ondubbelzinnige uitspraak of score, die betrekking heeft op criteriumgedrag of -prestaties. Het criteriumgedrag of de criteriumprestatie is waarneembaar en registreerbaar, en is relevant voor het conceptuele criterium (toetsscore BL en RK)

8. Noem voorbeeld van concept van criterium wat dan omgezet kan worden naar criteriumgedrag en vervolgens naar criteriummaat.

Sociale aangepastheid >> kan als crit gedrag hebben: zelfbeoordeling, beoordeling door psychiater, acceptatie groepsleden >> dit crit gedrag is te operationaliseren tot crit maat als  bijv score op bijv aantal malen dat patiënt in sociogram wordt gekozen.

Mate van vaardigheid en kennis >> crit gedrag schoolprestaties leerlingen >> operationalisatie tot bijv rapportcijfers, eindexamencijfers of aantal doublures.

Welk probleem doet zich voor bij het kiezen van criteriumgedragingen (bv wanneer is er wel/niet sprake van ADHD)

Een probleem bij de keuze van criteriumgedragingen is dat de betrouwbaarheid van de maten hiervoor vaak omgekeerd evenredig is aan hun relevantie. Met moet trachten criteriummaten te vinden die nog zo betrouwbaar zijn dat ze de test niet op voorhand invalideren, maar niet zo irrelevant dat ze het conceptuele criterium niet meer weerspiegelen.

10.  kan de predictieve validiteit van testprocedure worden bepaald voordat het criteriumgedrag is gekozen en criteriummaat is vastgesteld?

NEE
en relatie tussen crit gedrag en conceptueel crit is niet voor empirisch onderzoek toegankelijk >> conceptueel crit heeft betrekking op idealen van organisatie.

Uit hoeveel fasen bestaat het proces van het vaststellen van de predictive validity van een test (batterij)?

Er kunnen 6 fasen in het proces van het vaststellen van de predictieve validiteit van een test(batterij) worden onderscheiden:

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo