Definitie, kenmerken en toepassingen van de test - Meten van eigenschappen door middel van tests - De gangbare procedure voor het meten van psychologische eigenschappen

51 belangrijke vragen over Definitie, kenmerken en toepassingen van de test - Meten van eigenschappen door middel van tests - De gangbare procedure voor het meten van psychologische eigenschappen

1. Noem voorbeelden v psychologische eigenschappen die door theorieën worden ondersteund?

- intelligentie,
- extraversie,
- neuroticisme,
- transitief redeneren.

Welke stappen kunnen we onderscheiden om tot een meting te komen? 

  • Identificatie van de te meten eigenschap
  • Operationalisering van de eigenschap
  • Onderzoek en kwantificering van reacties
  • Terugkoppeling naar de theorie

Wat is volgens de auteurs het verschil tussen een meting en een telling?

  • Telling: alleen een score (bijvoorbeeld aantal vragen goed)
  • Meting: ook een conclusie over de eigenschap in kwestie
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wanneer kan men van meten spreken bij de gangbare procedure voor het meten van psychologische eigenschappen?

Als vanuit het "getelde aantal" (bijv. de aantallen juist geantwoorde vragen) een conclusie volgt over de eigenschap in kwestie (hier bijv. intelligentie).

Hoe kunnen psychologische eigenschappen worden gemeten?

Psychologische eigenschappen moeten worden ondersteund door theorieën. Intelligentie is dan niet wat de test meet maar een schatting van deze eigenschap, op grond van een ‘telling’ van een aantal items die iets zeggen over een eigenschap. Men kan pas van meten spreken als vanuit het getelde aantal een conclusie volgt over de eigenschap in kwestie.

Identificatie van de te meten eigenschap

Hier wordt vastgesteld wat de theorie is van de te meten eigenschap, of wat rivaliserende theorieën zijn.

Waar bestaat de stap 'identificatie van de te meten eigenschappen' uit?

  • Vaststellen wat de theorie is met betrekking tot de te meten eigenschap
  • In kaart brengen van de rivaliserende theorieën inzake deze eigenschap (g-factor van Spearman vs de groepsfactoren van Thurstone of de hoofddimensies van Guilford)

Wat is het voornaamste probleem bij identificatie van de eigenschap en keuze van de theoretische uitgangspunten?

Voor de meeste psychologische eigenschappen is de theorie matig ontwikkeld terwijl het bij andere onduidelijk of zelfs dubieus is.

Denk aan abstracte termen zoals creativiteit, die empirisch nauwelijks te onderscheiden is van intelligentie.  

Omschrijf de vier stappen voor het meten van psychologische eigenschappen

  1. Identificatie van de te meten eigenschap: eerst moet men vaststellen wat de theorie is met betrekking tot de te meten eigenschap.
  2. Operationalisering van de eigenschap:de specificatie via items die nodig zijn om een eigenschap te meten.
  3. Onderzoek en kwantificering van reacties: de stap naar getallen wordt genomen, het kwantificeren van de antwoorden
  4. Terugkoppeling naar de theorie: als de uitkomst aangeeft dat de test de bedoelde eigenschap meet en aan een aantal technische eisen voor de meting is voldaan dan heeft men een goed meetinstrument en is er evidentie gevonden voor theorievorming.

Welke 4 stappen worden doorlopen om te komen tot een meting?

  1. Identificatie van de eigenschap - wat wil je meten?
  2. Operationalisering
  3. Reacties onderzoeken en kwantificeren (statistiek)
  4. Terugkoppelen naar de theorie

Welke 4 stappen kan men onderscheiden om te komen tot een meting?
Zie afbeelding voor oefen tentamenvraag.

1. Identificatie van de te meten eigenschappen;
2. Operationalisering van de eigenschap;
3. Onderzoek en kwantificering van reacties;
4. Terugkoppeling naar de theorie.

3. Wat doe je als je de te meten eigenschap identificeert?

  • Wat is de theorie mbt die eigenschap?
  • of rivaliserende theorieën in kaart brengen.
  • Kiezen voor theorie die basis is voor deze test.
  • theorievorming soms beperkt bijv bij creativiteit, leiderschap en soc intelli.
  • Definitieproblemen en eigenschap moeilijk in waarneembaar gedrag te zetten.
  • Validatie komt in gedrang

Wat wordt er bedoeld met operationalisering van eigenschappen? Uit welke 2 stappen bestaat operationalisering?

Het specificeren van de operaties die nodig zijn om een eigenschap te meten.

1. Definiëren van een domein van gedragingen die typisch zijn voor de bedoelde eigenschap.
2. Het vaststellen van stimuli (items) die aangeboden kunnen worden om de gedragingen uit te lokken.

Welke uitdagingen levert het meten van een begrip als 'leiderschap' op?

  • Beschrijving is vaak algemeen en abstract
  • Eigenschap komt niet vaak tot uiting in waarneembaar gedrag - daardoor moeilijk te testen

Welke twee stappen zijn noodzakelijk om te komen tot een goede operationalisatie van een eigenschap?

1. Er moet een domein van gedragingen worden gedefinieerd die typisch zijn voor de bedoelde eigenschap
2. Gegeven een welomschreven gedragsdomein, het hierop afstemmen van een domein van stimuli die aan de proefpersonen kunnen worden gepresenteerd om reacties uit te lokken die een indicatie geven van de bedoelde eigenschap (items)

Wat zijn 5 problemen bij het identificeren van psychologische eigenschappen voor meting?

- Te weinig theorievorming
- Eigenschappen beschreven in abstracte termen
- Sommige eigenschappen niet waarneembaar in gedrag
- Lastig proeven te bedenken
- Onduidelijke of dubieuze theoretische status

Welke 2 stappen zijn nodig voor de operationalisering van een eigenschap?

  1. Gedragsdomein afbakenen
  2. Stimuli kiezen (uitspraken, vragen, taken)

4. Wat doe je met operationaliseren v eigenschap en wat ben je er voor nodig?

= specificatie v operaties die nodig zijn om eigenschap te meten.
Nodig:
  1. Definiëring v domein v gedragingen typisch voor die eigenschap > maar theoretische basis ontbreekt vaak en dus moeilijk om af te bakenen.
  2. Als er welomschreven gedragsdomein is dan afstemmen op domein van stimuli die passend is (=items).

Wat is de rol van testmodellen het kwantificeren van testreacties?

Testmodellen zijn statistische modellen die worden gebruikt bij het toetsen van de hypothese en waarin gespecificeerd is aan welke eisen gegevens dienen te voldoen om te spreken van een meting.

Onderzoek en kwantificering van reacties

De reacties van personen op een item geeft informatie over de eigenschap. Deze reacties zijn in eerste instantie kwalitatief. De kwantificering bestaat er in dat aan de reactie in de hogere categorie een hogere numerieke waarde wordt toegekend. Aangenomen wordt dat een hogere score betekend dat iemand een hogere positie op een eigenschap heeft.

Op welke manier kan het ontbreken van theoretische onderbouwing de meting van psychologische eigenschappen beïnvloeden?

Zonder onderbouwing is zinvolle meting onmogelijk - dan wordt de eigenschap namelijk datgene wat de test meet. Het heeft geen validering of voorspellende waarde.

Waarin is men primair geinteresseerd bij testgebruik voor de beoordeling van groepen?

Bij testgebruik  ter beoordeling van groepen is men primair geinteresseerd in de grootte van het verschil wat betreft een eigenschap tussen de groepen in kwestie.

Wat voor een item vind je in een intelligentietest?

Taken (doolhoven, bouwstenen, etc)

Wat zijn drie opvattingen over meten?

  1. klassieke testtheorie: nadruk op betrouwbaarheid
  2. item-responstheorie: nadruk hoe de testprestatie tot stand komt
  3. represntational measurement

Wat is representational measurement?

Representational measurement gaat er vanuit dat er alleen sprake kan zijn van een meting indien de testscores overeenkomen met de relaties die er in de empirie ontstaan tussen de objecten waarover de meetwaarden iets zeggen.

Waarom heeft het testgedrag an sich geen praktische en theoretische waarde?

  • Praktisch: je wilt juist ander gedrag voorspellen
  • Theoretisch: doet niet aan wetenschapsontwikkeling (theorievorming)

Wat voor een item vind je in studietoetsen/ vaardigheidstests?

Vragen (over geschiedenis, rekenproblemen)

6. Wat doe je met onderzoek en kwantificering v reacties?

  • Van kwalitatief naar kwantitatief (naar getallen).
  • aanname: bij item is ene antwoord een hoger niveau (dichterbij de te meten eigenschap) dan andere antwoord.
  • aanname: hogere score = hogere positie op eigenschap.
  • Toetsen van hypothese.
  • Fase van constructie: dan kwantitatieve gegevens verzamelt door test voor te leggen aan steekproef v personen.

Wat gebeurt er tijdens de stap 'terugkoppeling naar de theorie'?

De uitkomsten van de statische analyse hebben gevolgen voor de theorie over de te meten eigenschap. Zowel een positieve- als een negatieve uitkomst dragen bij aan de theorievorming.

Wat houdt 'representational measurement' in en waarom wordt deze methode binnen de psychologie niet gebruikt?

Uitgangpunt: er kan alleen sprake zijn van een meting als de formele relaties tussen meetwaarden (testscores) overeenkomen met de relaties die er in de empirie bestaan tussen de objecten waar de meetwaarden iets over zeggen.

Bijv ruimtelijk inzicht, Jan heeft meer dan Piet.

Probleem: eigenschap ruimtelijk inzicht is niet direct waarneembaar.

Waarom is operationalisering van een psychologische eigenschap belangrijk?

Psychologische eigenschappen zijn hypothetische begrippen. Ze zijn niet direct waarneembaar in gedrag en metingen vallen niet samen met de eigenschap. Er is altijd een logische stap nodig van meting naar de eigenschap zelf. Daarom vereist operationalisering

Waar gaat 'representational measurement' van uit? 

Er kan alleen sprake zijn van meting indien de formele relaties tussen meetwaarden (testscores) overeenkomen met de relaties die er in de empirie bestaan tussen de objecten waarover de meetwaarden iets zeggen. Deze zijn meestal niet waarneembaar.

Wat is het startpunt om het verschil tussen twee procedures (situaties) te onderzoeken?

Groepsonderzoek is het startpunt van zo'n studie.

7. Wat doe je met terugkoppeling naar theorie?

  • Jouw uitkomst draagt bij aan theorievorming > bij succesvolle of niet succesvolle meting.
  • Theorie herzien of een ander kiezen? Dan moet operationalisering wel geslaagd zijn.

Van welk testgebruik is de schoolvorderingen toets een goed voorbeeld?

De schoolvorderingen toets is het meest duidelijke voorbeel van testgebruik met het oog op zowel evaluatie van processen als van methoden.

Welke  3 soorten testitems kun je onderscheiden?

  1. uitspraken, bijv over eigen gedrag (ik ben graag alleen) in relatie tot persoonlijkheid
  2. Taken, bijv. in doolhoven juitse route vinden
  3. Vragen, bijv. over geschiedenis (in studie toetsen of vaardighededentests)

8. Deze uit 4 stappen bestaande procedure voor meten psychologische eigenschappen sluit goed aan bij?

Statistisch methoden voor construeren tests en vaststellen meeteigenschappen.
> is klassieke testtheorie met nadruk op betrouwbaarheid en item-responstheorie > gericht op hoe testprestatie tot stand komt.

Hoe worden kwalitatieve reacties gekwantificeerd bij onderzoek naar psychologische eigenschappen?

- Reacties worden geregistreerd en omgezet naar getallen
- Antwoorden worden gescoord op numerieke waarde gebaseerd op eigenschappen

9. Welke opvatting over meten werkt niet goed in psychologie?

Representational measurement. Gaat uit van dat eigenschappen direct waarneembaar moeten zijn, onafh van test om meting uit te voeren.
Meting = testscores komen overeen met relaties die in empirie bestaan tussen 2 'objecten' waarover die meetwaarden iets zeggen.

Wat houdt de derde stap van de procedure om te komen tot een meting in? (Onderzoek en kwantificering van reacties)

De reacties die mensen geven op een test over een eigenschap zijn kwalitatief. Hierop volgt een kwantificering door de reacties op een schaalverdeling te scoren. Een hogere numerieke waarde wordt van aangenomen dat het een hogere positie op de eigenschap heeft dan een lage score.

Hoe wordt ondersteuning geboden voor een hypothese bij de kwantificering van reacties?

- Positieve correlaties tussen items
- Correlaties moeten ongeveer even groot zijn

Wanneer kan men spreken van een meting die gekwantificeerd kan worden?

Als items positief correleren en in dezelfde mate dan wordt dit gezien als een ondersteuning van de hypothese dat de items samen dezelfde eigenschap meten. Dan pas is er spraken van een meting.

Wat houdt de vierde stap van de procedure om te komen tot een meting in? (Terugkoppeling naar de theorie)

Als de uitkomst van een test de bedoelde eigenschap meet en er ook voldaan wordt aan de technische eisen voor een geslaagde meting, dan heb je zowel een goed meetinstrument als aanvullende evidentie voor de theoretische grondslag.

Waarom wordt representational measurement niet als geschikte methode beschouwd voor het meten van psychologische eigenschappen?

- Psychologische eigenschappen zijn hypothetisch en niet direct waarneembaar.
- Formele relaties tussen testscores moeten overeenkomen met empirische relaties.

Waarom is de operationalisatie van de theoretische concepten cruciaal bij niet-succesvolle testconstructies?

- Het moet duidelijk zijn dat de operationalisatie geslaagd was.
- Empirisch onderzoek draagt bij aan theorievorming, zelfs bij niet-succesvolle testconstructies.

Waarom heeft representational measurement toch tot belangrijke inzichten geleid ondanks dat het niet geschikt is voor het meten van psychologische eigenschappen?

- Het heeft inzichten gegeven over het meten in de psychologie.
- Formele relaties testscores moeten overeenkomen met empirische relaties.

Wat kunnen we leren van een theorie als de metingen niet succesvol waren?

· Een theorie herzien moet worden.
· We moeten kiezen voor een rivaliserende theorie.
Voorwaarde is wel dat de operationalisering geslaagd is.

Er is altijd nog een logische stap nodig van de meetoperaties naar de eigenschap zelf. Wat zijn in deze zin psychologische eigenschappen?

In deze zin zijn psychologische eigenschappen hypothetische begrippen (De Groot, 1961), en hebben zij een 'surplus'-betekenis die de operationalisering te boven gaat.

Wat is het probleem van de representational measurements benadering?

Het probleem van deze benadering is dat iets direct waarneembaar moet zijn. Onafhankelijk van de test die we gebruiken. Dit wordt zelden in de psychologie aangetroffen.
Hypothetische begrippen zijn niet direct waarneembaar.

Heeft testgedrag zelf een intrinsieke waarde?

Nee.

Laat zich representational measurement en het meten van psychologische, hypothetische eigenschappen verenigen?

Ne, het representational measurement en het meten van psychologische, hypothetische eigenschappen laten zich niet goed verenigen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo