Indelingen, onderscheidingen en begrippen - Indeling naar testgedrag - Test voor gedragswijze
141 belangrijke vragen over Indelingen, onderscheidingen en begrippen - Indeling naar testgedrag - Test voor gedragswijze
Welke drie specifieke problemen kent het meten van gedragswijze in vergelijking met het met van prestatieniveaus?
1. Ze zijn moeilijker te generaliseren naar echte situaties, iemand kan zich anders voordoen.
2. De beoordelingen van gedrag lijden vaak aan gebrek van objectiviteit en betrouwbaarheid.
3. Persoonlijkheidstrekken zijn vaak minder stabiel dan capaciteiten.
Het meten van gedragswijzen kent in vergelijking met het meten van prestatieniveaus drie problemen, welke ?
- Moeilijker te generaliseren naar de praktijk
- Weinig objectieve gegevens als criterium
- Persoonlijkheidstrekking zijn in vergelijking met capaciteiten vaak minder stabiel
Welke 3 specifieke problemen kent het meten van gedragswijzen in vergelijking met het meten van prestatieniveaus?
2. prestatietests zijn beschikken over objectief criteria waarmee de testprestaties vergeleken kunnen worden (diploma's): bij persoonlijkheidsonderzoek is men aangewezen op een beoordelings-procedure = gebrek aan objectiviteit en betrouwbaarheid
3. persoonlijkheidstrekken zijn minder stabiel dan prestatieniveaus, minder over situaties generaliseerbaar en minder gelijkmatig van invloed op gedrag.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke drie problemen komen naar voren bij tests voor gedragswijze?
geen objectief normcriterium
persoonlijkheidtrekken zijn minder stabiel
Welke 4 hoofdcategorieën worden bij tests voor gedragswijze onderscheiden?
- Observatietests: indirecte gegevens via observatie en interpretatie van de psycholoog
- Somato-fysiologische methoden: door meting van lichamelijke kenmerken uitspraken doen over psychologische kwaliteiten
- Zelfbeoordelingen: meestal vragenlijsten gebaseerd op eigen beoordeling respondent, daarnaast zelfbeoordelingen obv empirisch vergelijkingsonderzoek (bij bep. ziektebeelden typerend patroon van antwoorden)
- Kwalitatieve prestatietests: de onderzochte krijgt een opdracht waarbij het niet gaat om de prestatie maar de wijze waarop een opdracht wordt onderzocht. Onderzocht kent bedoeling test niet.
1. Wat zijn de 3 problemen bij het meten van gedragwijzen?
- Doet onderzochte in testsituatie hetzelfde als in het echte leven?
- Weinig objectieve gegevens die criterium kunnen zijn > dus een beoordelingsprocedure > dus gebrek aan objectiviteit en minder betrouwbaar.
- Persoonlijkheidstrekken > minder stabiel, minder generaliseerbaar + minder gelijkmatig v invloed op gedrag.
Wat zijn de 3 voornaamste problemen bij het meten van gedragswijze i.v.m prestatieniveau?
2. Er zijn weinig objectieve gegevens die als criterium kunnen dienen.
3. Persoonlijkheidstrekken zijn minder stabiel en minder gelijkmatig van invloed op gedrag.
Welke 3 specifieke problemen zijn er ten opzichte van het meten op prestatieniveau?
2) Prestatieniveau is een objectief criterium waarmee testprestaties kunnen worden vergeleken. Voor persoonlijkheidsonderzoek zijn weinig objectieve criteria.
3) Persoonlijkheidstrekken zijn in vergelijking met capaciteiten vaak minder stabiel, minder generaliseerbaar in situaties en minder gelijkmatig van invloed op gedrag.
Test voor gedragswijzen (persoonlijkheidstrekken) kent in vergelijking met het meten van prestatieniveaus 3 specifieke problemen. welke?
- er zijn vaak geen objectief gegevens die als criterium kunnen dienen
- persoonlijkheidstrekken zijn in vergelijking met capaciteiten vaak minder stabiel
Welke drie problemen spelen er bij het meten van gedragswijzen in vergelijking met het meten van prestatieniveaus?
2. Bij prestatietest vaak sprake van een objectief criterium (bv diploma, of een objectief meetbare prestatie) maar bij gedragswijze is er vaak een gebrek aan objectiviteit en betrouwbaarheid.
3. Persoonlijkheidstrekken zijn in vergelijking met capaciteiten vaak minder stabiel, minder over situaties generaliseerbaar en minder gelijkmatig van invloed op gedrag.
Benoem de 3 specifieke problemen van tests voor gedragswijze in vergelijking in het meten van prestatieniveaus
- Metingen van prestatieniveau zijn vaak zonder veel moeite te generaliseren van een kunstmatige testsituatie naar praktische of maatschappelijke functioneren, terwijl dat bij onderzoek van gedragswijzen niet automatisch zo is
- Bij prestatietest beschikken we vaak over een objectief criterium waarmee de testprestaties mee kunnen worden vergeleken (diploma's etc). In persoonlijkheidsonderzoek weinig objectieve gegevens die als criterium kunnen dienen
- persoonlijkheidstrekken zijn t.o.v. capaciteiten vaak minder stabiel, minder over situaties generaliseerbaar en minder gelijkmatig van invloed op gedrag
Welke vier soorten tests zijn er in de tests voor gedragwijze?
1. Observatietests.
2. Somatofysiologische methoden.
3. Zefbeoordelingen.
4. Kwalitatieve prestatietest.
Het meten van gedragswijzen kent in vergelijking met het meten van prestatieniveaus 3 problemen, welke?
- Moeilijk te generaliseren naar de praktijk: bijv. in testsituatie beleefd, in praktijk ook?
- Weinig objectieve criteria beschikbaar om testprestatie mee te vergelijken (geen objectieve meetbare prestatie , aangewezen op beoordelingscriterium)
- Persoonlijkheidstrekken in vergelijking met capaciteiten minder stabiel
2. Wat is het verschil met observatietest en de andere testen voor gedragswijze?
Wat is het kenmerk van een observatietest?
Wat is het nadeel van tests voor gedragswijze in vergelijking met tests voor prestatieniveau?
Observatietests. In tegenstelling tot andere tests voor gedragswijze komt bij observatietests de informatie steeds van een onafhankelijke beoordelaar. Er zijn 2 groepen tests;
- groepsobservatietest (gaat om beoordeling van een groep mensen die samen een opdracht uitvoeren)
Welke tests vallen er onder de tests voor gedragswijze?
- Observatie
- individueel
- groep
- Somato-morfologisch
- Morfologisch (lichaamskenmerken)
- Fysiologisch (oa hormonen, DNA, beeldvormende technieken, hartritme, ademhaling, etc)
- Zelfbeoordeling
- Interesse
- Waarden en attituden
- Biografisch
- Persoonlijkheid
- Kwalitatieve prestatie
- Niveautests voor gedragswijze: oa motoriek, intelligentie, karakter, cognitieve/perceptuele stijl
- Projectie
Wat zijn 3 problemen van tests voor gedragswijze?
2. Beoordelingen lijden vaak aan objectiviteit en betrouwbaarheid
3. Persoonlijkheidstrekken zijn (in vergelijking met capaciteiten van prestatietests) vaak minder stabiel.
Welke tweedeling is er in de observatie tests?
Individuele en groepsobservatiestests.
Welke rol heeft de observator bij individuele observatietests?
Welke vier tests en methoden vallen onder tests voor gedragswijze?
somatofysiologische tests
zelbeoordelingen
kwalitatieve prestatietests
3. Waar let beoordelaar op bij indiv observatietest?
- Interpretaties op prestatieniveau, motoriek, werkinstelling, reactie op frustratie, houding tov eigen prestatie.
- Rol > volledige betrokkenheid of neutrale toeschouwer.
Somato-fysiologische methoden zijn alle procedures die door de meting van lichamelijke kenmerken of processen een indicatie trachten te geven van de psychologische kwaliteiten van de onderzochte. Een voorwaarde is dat er een samenhang bestaat tussen fysieke en fysiologische aspecten en gedragskenmerken. Er zijn 2 soorten;
- Fysiologische methoden (CAT / MRI etc)
Wat gebeurt er bij een observatietest en welke soorten zijn hier van?
Je hebt 2 groepen:
1. Individuele observatietests: individu doet opdracht waarbij wordt gelet op allerlei reacties en gedragingen.
2. Groepsobservatie tests: Gaat om de beoordeling van een groep mensen die gezamenlijk een opdracht moeten doen (bijv. Groepsdiscussie)
Waarin onderscheiden observaties zich van de andere drie soorten tests voor gedragswijze?
Bij de andere tests gaat de psycholoog uit van directe en op zichzelf ondubbelzinnige gegevens (een score, een patroon van reacties of verschafte informatie)
Wat zijn de twee soorten observatietests en hoe worden deze beoordeeld?
- Beoordeling van werkgedrag, houding, mimiek, uiterlijke gedrag en sociale contact.
- Interpretaties betreffen prestatieniveau, motoriek, werkinstelling, reactie op frustraties, houding t.o.v. eigen prestatie.
- Rol van beoordelaar varieert.
- Mogelijk effect van beoordelaar verminderen met bv. 'one-way-screen'.
2. Groepsobservatietests
- Observatie van groep bij gezamenlijke opdracht
- Op twee manieren: Observator registreert en interpreteert gedrag of deelnemers beoordelen elkaar.
Waarin verschilt de observatietest van de andere tests voor gedragswijze?
Wat zijn somato-fysiologische methoden?
- Morfologische methoden en fysiologische methoden.
Wat zijn somato-fysiologische methoden? In welke 2 soorten kunnen deze worden verdeeld?
1. Morfologische methoden: zuiver somatische kenmerken als indicatie voor persoonskenmerken (betrouwbaar, niet valide).
2. Fysiologische methoden: fysiologische maten die relaties hebben een veelheid aan psychologische variabelen.
Zelfbeoordelingen hebben meestal de vorm van vragenlijsten. 4 soorten;
- Waarde- en attitudetest (California Fscale / Schaal voor interpersoonlijke waarden)
- Biografische vragenlijsten
- Persoonlijkheidsvragenlijsten (ruime keuze en rijke varëteit aan aspecten van de persoonlijkheid)
Wat zijn observatietests? En uit welke twee soorten bestaat deze?
- individuele observatietests
- groepsobservatietests
hierbij komt informatie steeds van een onafhankelijke beoordelaar die de onderzochte observeert. De gegevens zijn dus indirect en vormen de basis van de interpretatie van de psycholoog.
Op welke 3 manieren kunnen persoonlijkheidsvragenlijsten worden geconstrueerd?
- Zuiver empirisch voor een of meer trekken
- Prestatie-motivatietest - oa faalangst
- MMPI - oa hypochondrie, hysterie, psychopathie
- Op basis van statistiek (factoranalyse)
- Cattell 16PF
- Guilford-Zimmerman Temperament Survey
- Op basis van theorie
- Amsterdamse Biografische Vragenlijst
- Angstvragenlijst
- psychoticismeschalen van Van Kampen
- temperamentschalen van Feij
Vertel wat over somato-fysiologische methoden
1. Morfologische methoden: Hhier worden somatische kenmerken onderzocht als mogelijke indicaties voor persoonlijkheids kenmerken (bijvoorbeeld frenologie, dalton)
2. Fysiologische: Allerlei kleine fyscische veranderingen als reactie op prikkels worden gemeten om iets over persoonlijkheidskenmerken te zeggen.
Wat houden projectietests in?
Noem voorbeelden van de projectietest (projectieve technieken) uit de kwalitatieve prestatietests.
Deze testen zijn allen zeer controversieel: vrije interpretatietests.
Voorbeelden:
1. Perceptietests: Rorschach/Holzman Inktblot Test (inktvlekken);
2. Interpretatietests: Thematic Apperception Test (TAT)/Vier-platen test (onderzochte moet vanuit persoonlijke interpretatie afgebeelde situatie verklaren of met elkaar in verband brengen);
3. Expressietests: Boomtest/grafologie (handschrift);
4. Constructietests: Scenotest;
5. Associatietests: zinaanvulingstest/frustatietest van Rosenzweigg;
6. Keuzetests: Szonditest.
Uitgebreider uitleg komt in h9.
Wat houden projectietests in?
Noem voorbeelden van de projectietest (projectieve technieken) uit de kwalitatieve prestatietests.
Deze testen zijn allen zeer controversieel: vrije interpretatietests.
Voorbeelden:
1. Perceptietests: Rorschach/Holzman Inktblot Test (inktvlekken);
2. Interpretatietests: Thematic Apperception Test (TAT)/Vier-platen test (onderzochte moet vanuit persoonlijke interpretatie afgebeelde situatie verklaren of met elkaar in verband brengen);
3. Expressietests: Boomtest/grafologie (handschrift);
4. Constructietests: Scenotest;
5. Associatietests: zinaanvulingstest/frustatietest van Rosenzweigg;
6. Keuzetests: Szonditest.
Uitgebreider uitleg komt in h9.
Welke twee soorten van somato-fysiologische methoden onderscheiden we?
Morfologische methoden en fysiologische methoden.
Welke tests vallen in de categorie zelfbeoordelingen?
- Interessetests: vaak beroepsinteresses t.b.v. school of beroepskeuze
- Waarde- en attitudetests: California-F-SCale: attitude t.o.v. politieke, culturele, sociale verschijnselen. Schaal voor Interpersoonlijke waarden, Drenth & Kranendonk meet 6 waarden o.a. sociale steun, erkenning, onafhankelijkeheid etc.
- Biografische vragenlijsten: gesystematiseerde schriftelijk afgenomen anamnese. Vaak worden specifiek vragenlijsten samengesteld
- Persoonlijheidsvragenlijsten: gaat om persoonlijkheid in engere zin, persoonlijkheidstrekken als neuroticisme, extraversoe, prestatiemotivatie
Op welke manier kan de validiteit van zelfbeoordelingen worden verhoogd?
Op basis van deze methode kan worden gekeken naar bv klinische stoornissen of leiderschapskwaliteiten.
Bij kwalitatieve prestatietests krijgt de onderzochte een opdracht waarvan de vervulling een prestatie lijkt maar waarbij het gaat om de wijze waarop de opdracht wordt uitgevoerd. De score geeft een indicatie van een trek of syndroom. 2 soorten;
- Projectietest
Wat zijn individuele observatietests?
Wat zijn 3 methoden voor zelfbeoordeling van persoonlijkheid waarbij geen vragenlijsten worden gebruikt?
- Osgood-schalen (semantische differentiaal)
- eigenschappen, gebeurtenissen en objecten beoordelen
- 3 dimensies: evaluatie, activiteit en potentie
- Role Construct Repertoire (Rep-test) van Kelly
- standaardpersonen beoordelen op adjectieven, bijv leraar - intelligent, betrouwbaar
- Q-technique / Q-sort (Block)
- uitspraken sorteren voor jezelf, de ideale mens en de gemiddelde mens
- vooral afwijkingsscores (verschil tussen waargenomen en ideale zelfbeeld) zijn bruikbaar
Wat houden zelfbeoordelingen in + noem 4 zeflbeoordelingen met voorbeelden en uitleg
1. Interessetests: bijvoorbeeld beroepskeuzetests op middelbare scholen
2. Waarde en attitudetests: wil meten hoe iemand tegenover bepaalde kwesties staat.
Voorbeelden:
- California F-Scale
- Schaal voor Interpersoonlijke Waarden
3. Biografische vragenlijsten: zijn de gesystematiseerde, schriftelijk afgenomen ziekteverhalen van patiënten
4. Persoonlijkheidsvragenlijsten: gericht op een ruime keuze en een rijke variëteit aan aspecten van de persoonlijkheid.
Wat zijn kwalitatieve prestatie tests?
- niveautests voor gedragswijze:
- experimentele tests
- motoriektests
- intelligentietests voor klinishc of diagnostisch gebruik
- karaktertest
- cognitieve of perceptuele stijlen
- projectietests (dubieuze categorie)
- perceptietestst: Rorschachtest, Holtzman Inkblot test
- Interpretatietests: TAT, Vier-platentest
- Expressietest: boomtest
- constructietest:
- associatietests:
- keuzetest: Szonditest
Welke twee varianten van beoordelen zijn er bij groepsobservaties?
- De deelnemers beoordelen elkaar en (peer rating of buddy rating) en de psycholoog verwerkt deze beoordelingen (bijvoorbeeld door het maken van een sociogram).
Wat zijn de kenmerken van een individuele observatietest?
- Er worden opdrachten uitgevoerd door de respondent om verschillende reacties en gedragingen op te roepen.
- De rol van de observator kan wisselend zijn, Volledig betrokken --> neutrale toeschouwer.
- Persoon is zich bewust dat hij geobserveerd wordt. (voorkomen one way screen)
Welke 2 somato-fysiologische methoden zijn er?
2. Fysiologische methoden: hieronder vallen:
- biochemische indices
- EEG (hersenscan)
- andere hersenscans: CAT/MRI/PET/squids
- ECG (hart)
- metingen bloeddruk en bloedvolume
- registratie oogbewegingen, oogposities, pupildiameter
- meting van elektrodermale verschijnselen: huid
Op welke drie manieren kan een persoonlijheidsvragenlijst worden geconstrueerd?
- Zuiver empirisch op bais van een relatie met een criterium; bijv. prestatiemotivatie PMT Hermans
- Ontstaan mbv factoranalyse en clusteranalyse getrokken uit een groot aantal persoonlijkheidsitems
- Gebaseerd op een theorie omtrent persoonlijkheid
Wat is de rol van een observator bij een groepsobservatie
Wat zijn fysiologische methoden?
- Biochemische indices, elektro-encefalogram EEG, CAT, MRI, PET, squid scans van de hersenen, ECG, metingen bloeddruk +volume, registratie van oogbewegingen, positie en pupildiameter, meting van elektrodermale verschijnselen.
Deze fysiologische maten hebben relaties met een veelheid van psychologische variabelen die voor persoonlijkheidsonderzoek van belang zijn.
Vertel wat over kwalitatieve prestatietests: wat is het en noem 2 soorten met uitleg
soorten:
1. Niveautests voor gedragswijze:
- Experimentele tests
- Motoriektests
- Intelligentietests voor klinisch of diagnostisch gebruik
- Karaktertests
- Cognitieve of perceptuele stijlen
2. Projectietests:
Persoon mag vrij reageren op wat de ambigue opdracht inhoudt.
- Perceptietests: Rorschach
- Interpretatie tests: TAT (Thematic Apperception Tests)
Waarom worden zelfbeoordelingen vaak met wantrouwen bekeken?
Hoe worden zelfbeoordelingen empirisch betrouwbaarder?
Door te kijken of mensen met bepaalde ziektebeelden vaak systematisch hetzelfde score of in het zelfde patroon scoren. Zo wordt er dus niet gekeken naar de betekenis van 1 antwoord maar naar de betekenins als geheel van antwoorden.
Wat zijn de verschillende somatofysiologische methoden? (2)
2. Fysiologisch onderzoek
Welke verbanden bestaan er tussen de fysiologische methoden en het persoonlijkheidsonderzoek?
Welke 3 persoonlijkheidsvragenlijsten maken GEEN gebruik van vragenlijsten?
- Methode van semantische differentiaal:Osgoodschalen : serie eigenschappen, gebeurtenissen, objecten beoordelen op een aantal bipolaire dimensies -> 3 dimensies: evaluatie (goed/slecht), activiteit (actief/passief), potentie (sterk/zwak)-> hoe staat men tegenover huwelijk, liefde, zichzelf etc.
- Role construct Repertoire van Kelly (REP): standaard personen beoordelen op een checlist met adjectieven (bijv. uzelf, vader met intelligent en betrouwbaar) -> geeft beeld van constructs van onderzochte en daarmee van persoonlijkheid (blz 93)
- Q-sort: Block test 1961> sorteren van seroe uitspraken obv gelijkenis met zichzelf, ideaal, gemiddeld mens (waargenomen en ideaal zelfbeeld)
We onderscheiden twee groepen observatietests, welke?
2. groepsobservatietests (samen een opdracht uitvoeren of elkaar beoordelen. Deze beide leiden tot een patroon van relaties en interacties, dat voor de diagnostiek van zowel individueel als groepsgedrag informatie kan zijn).
Wat zijn somatofysiologische methoden?
Wat zijn somatiofysiologische methoden? En waar bestaan deze uit?
- Morfologisch onderzoek
- Fysiologisch onderzoek
Alle procedures die door meting van lichamelijke kenmerken of processen een indicatie proberen te geven van de psychische kwaliteiten van de onderzochte.
Welke 5 soorten niveautests voor gedragswijze zijn er?
- Experimenteel: afkomstig uit experimenteel onderzoek, bijv pijndrempel, conditoneerbaarheid, oplettendheid, etc
- Motoriek: tapping, coördinatie, rustpauzes, etc
- Intelligentietests: Bender Gestalt Test, Goldstein-Scheerer-testserie
- Karakter: volharding, zedelijkheid, etc
- Cognitieve of perceptuele stijl: bij veldafhankelijkheid
Wat zijn de vier soorten zelfbeoordelingen? Hoe beoordelen ze?
2. Waarde- en attitudetests - meten dogmatisch conservatief t.o.v. diverse politieke en sociale verschijnselen
- Meten sociale steun, erkenning, altruïsme, conformiteit, onafhankelijkheid en leiderschap
3. Biologische vragenlijsten - systematische schriftelijk afgenomen anamneses over biografische gegevens
4. Persoonlijkheidsvragenlijsten - gericht op aspecten van persoonlijkheid uit een theorie. Aanduiden in hoeverre uitspraak op jou van toepassing is
Op welke 2 manieren kunnen de observaties van een groepsobservatietest plaatsvinden?
· Deelnemers die elkaar beoordelen en de psycholoog die deze beoordeling nader verwerkt.
Op welke drie manieren kan een persoonlijkheidsvragenlijst worden geconstrueerd?
- Zuiver empirisch zijn samengesteld op basis van hun relatie met een relevant geacht criterium
- Ontstaan uit een grote hoeveelheid persoonlijkheiditems, die met behulp van een statistische methoden zijn gegroepeerd
- Vragenlijsten kunnen primair zijn gebaseerd op een theorie omtrent de persoonlijkheid of het temperament
Waaruit bestaat morfologisch onderzoek?
Wat is morfologisch onderzoek?
voor persoonlijkheidskenmerken.
8. In welke vorm komen zelfbeoordelingslijsten het meest voor en wanneer leiden ze tot meer valide conclusies?
- Zelfbeoordeling baseren op empirisch vergelijkingsonderzoek > er is patroon in instemming en ontkenning op vragen > aanname dat dit duidt op attitude of gemeenschappelijke instelling.
- Gaat over wijze v antwoorden ipv inhoud.
Bijv:
- interesse-tests
- waarde- en attitudetests
- biografische vragenlijsten
- persoonlijkheidsvragenlijsten .
Wat is kenmerkend voor een kwalitatieve prestatietest?
Wat zijn zelfbeoordelingstests?
Zie afbeelding voor oefen tentamenvraag.
Drie persoonlijkheidsvragenlijsten die GEEN gebruik maken van vragenlijsten
- Osgood-schalen -> serie eigenschappen/gebeurtenissen/objecten beoordelen
- Role Construct Repertoire (REP) -> standaardpersonen beoordelen op een checklist met adjectieven
- Q-sort -> serie uitspraken te sorteren in stapeltjes van gelijkge grootte of aantallen die de normaalverdeling volgend.
Waaruit bestaat fysiologisch onderzoek?
Wat is fysiologisch onderzoek?
Welke 5 niveautests voor gedragswijze kunnen worden onderscheiden naar de aard van de opdracht?
- Experimentele tests: test uitgevoerd in laboratoria, verschillen in sensorische drempels(pijn), reactietijden, oplettendheid. Relatie met persoonlijheidstrekken zoals extraversie, neuroticisme etc.
- Motoriektests: tapping (vingers trommelen), coördinatieproeven, relatie met persoonlijkheid
- Intelligentietests voor klinisch of diagnostisch gebruik: intelligentie test gebruikt in neuropsychologie, bij hersenbeschadigingen, relatie met persoonlijkheid
- Karaktertests: meten karakter, zedelijke aspecten of wilskracht. Bijv. volhardingstests, vaak onbetrouwbaar, varieert met de tijd
- Cognitieve of perceptuele stijlen: Cognitieve stijl:de wijze waarop informatie door een persoon wordt georganiseerd. Perceptuele stijl: wijze van verwerking van waarnemingsgegevens.
Waar gaat het om bij kwalitatieve prestatietests?
Welke metingen vallen onder fysiologische methoden?
- EEG
- ECG
- andere brainscanners bv MRI, PET scans, CAT-scans
- Metingen bloeddruk, bloedvolume
- registratie oogbewegingen, oogpositie, pupilgrootte
- meting van elektrodermale verschijnselen zoals skin conductance, galvanic skin respons, skin potential reflex
Deze metingen hebben relaties met veel psychologische variabelen als emotionele activering, aandacht en perceptie, vigilantie, angst etc.
Theoretische verklaringen voor verbanden zijn nog niet voor alle verbanden geleverd. Wordt wel gezien als een veelbelovende ontwikkeling die voor gedragsdiagnostiek van grote betekenis zal zijn.
Wat is een kwalitatieve prestatietest?
Een test waarbij vooral gekeken wordt naar hoe iemand een vraagstuk oplost en hoe dit informatief is voor een bepaald syndroom of persoonlijkheidstrek.
Op welke 3 wijzen kunnen persoonlijkheidsvragenlijsten (in engere zin) worden geconstrueerd?
2. ontstaan uit een grote hoeveelheid items die zijn gegroepeerd (16 PF/Guilford-Zimmerman Temperament Survey)
3. gebaseerd zijn op een theorie omtrent de persoonlijkheid en temperament (A'damse Biografische Vragenlijst/ temperamentschalen/Angstvragenlijst)
Wat zijn biografische vragenlijsten?
Er zijn niet veel standaardlijsten.
10. Noem voorbeelden v waarde- en attitudetests?
- Schaal voor Interpersoonlijke Waarden (Drenth) > meten v soc steun, erkenning, altruïsme, conformiteit, onafh en leiderschap.
Wat zijn zelfbeoordelingen en waar bestaat deze uit?
- Interessetest
- waarde attitudetests
- biografische vragenlijsten
- persoonlijkheidsvragenlijsten
meestal in de vorm van vragenlijsten, lange tijd wantrouwend geweest, later werden zelfbeoordelingen gebruikt in combinatie met empirische vergelijkingsonderzoek.
Wat zijn enkele voorbeelden van persoonlijkheidszelfbeoordelingen zonder vragenlijsten en hoe werken ze?
- Rep-test (Role Construct Repertoire) van Kelly: ontwikkeling: unieke serie constructen
- Q-technique (Q-sort) van Block: sorteren: 'self-sort', 'ideal-sort', 'average-sort'
11. Wat zijn biografische vragenlijsten?
- voorspellende criteria is specifiek en biograf info is veel.
Welke methoden van zelfbeoordeling (persoonlijkheid) gebruiken geen vragenlijsten?
2. REP test: gericht op exploratie van voor het gedrag relevante sociale begrippen en connotaties.
3. Q-technique of Q-sort: interpretatie van vooral afwijkingen zoals tussen het zelfbeeld en het ideale zelfbeeld.
Welke drie type vragenlijsten worden naar constructie onderscheiden?
De drie typen persoonlijkheidsvragenlijsten die worden onderscheiden naar constructietypen, zijn:
– vragenlijsten die zuiver empirisch zijn samengesteld op basis van hun relatie met een relevant geacht criterium
– vragenlijsten die zijn ontstaan uit een grote hoeveelheid persoonlijkheidsitems die langs factoranalytische weg zijn gegroepeerd
– vragenlijsten die primair zijn gebaseerd op een theorie omtrent de persoonlijkheid of het temperament
Wat is een bedreiging voor de validiteit en betrouwbaarheid van zelfbeoordelingstests en hoe wordt dat ondervangen?
Dit wordt ondervangen door conclusies te baseren op empirisch vergelijkingsonderzoek. Gebaseerd op empirisch onderzoek richt men zich veel meer op het ontdekken van bepaalde patronen van beantwoording van deze vragen, i.p.v. sec de antwoorden per vraag. Dan blijkt zelfbeschrijving een waardevolle methode te zijn.
Wat zijn de drie significante dimensies waarop de antwoorden van proefpersonen bij Osgood-schalen gescoord kunnen worden?
- Activiteit (actief/passief)
- Potentie (sterk/zwak)
Wat houdt een morfologische methoden test in?
Morfologische metingen zijn betrouwbaar, maar ze zijn maar gering valide.
Welke 5 niveautests voor gedragswijze zijn er?
1. Experimentele test (oorsprong in het laboratorium)
2. Motoriektests
3. Intelligentie test voor klinisch of diagnostisch gebruik
4. Karaktertests
5. Cognitieve of perceptuele stijlen (wanneer waarnemeningsgevens die subjectief en selectief worden waargenomen worden verwerkt)
Wat wordt gemeten met kwalitatieve prestatietests?
Wat zijn kwalitatieve prestatietests en waar bestaan deze uit?
Niveautests voor gedragswijze
Projectietests
12. Wat is een persoonlijkheidsvragenlijst en op welke 3 manieren kunnen ze worden opgezet?
- vragen zijn eenvoudig.
1. Vragenlijst op basis v relatie criterium.
Bijv:
- Prestatie-Motivatie-Test (PMT) - prestatiemotief, pos en neg faalangst.
- Minnesota Multiphasic Personality Inventory (MMPI) - hypochondrie, hysterie, psychopathie, paranoia, schizo.
2. Groepering via factoranalyse v grote hoeveelheid items
Bijv:
- 16 Personality Factors (16PF) van Catell.
- Guilford-Zimmerman Temperament Survey.
3. Vragenlijst op basis v theorie omtrent persoonlijkheid of temperament.
Bijv:
- Amsterdamse Biografische Vragenlijst - Wilde.
- Psychotismeschalen - van Kampen.
- Angstvragenlijst - van Heck.
- NEO-PI-R Personality Inventory.
- NEO-FFI Five Factor Inventory.
Wat zijn voorbeelden van waade- en attitudetests? (3)
2. Gordons Survey of Interpersonal Values
3. Schaal voor interpersoonlijke waarden van Drenth (sociale steun, erkenning, altruïsme, conformiteit, onafhankelijkheid en leiderschap)
Welke overige methoden van zelfbeoordeling worden gegeven? Waar geen gebruik wordt gemaakt van vragenlijsten.
- de methode van de semantische differentiaal, ofwel Osgood-schalen.
- de beoordeling van standaardpersonen op een checklist met adjectiva. Role construct repertoire van Kelly (1963), kortweg Rep-test.
- de sorteermethode. Q-technique of Q-sort (Block, 1961)
blz. 92
Wat zijn biografische vragenlijsten uit de zelfbeoordelingen?
Hoe kunnen de antwoorden van proefpersonen bij Rep-test (Role Construct Repertoire) van Kelly een beeld geven van persoonlijkheid?
- Bouwstenen vormen van constructen en persoonlijkheid
Welke verschillende fysiologische methoden kunnen er gebruikt worden?
· Electro-encefalogram (EEG): Metingen van spanningsverschillen en schommelingen in het verloop hiervan in de hersenen.
· Verschillende hersen scannen:
Ø Cat (computerized axal-scans)
Ø MRI (magnetic resonsance imaging)
Ø Pet-scan (positron emission tomography)
Ø Squids (super conducting quantum interference device)
· Electrocardiogram ECG.
· Metingen van bloeddruk en bloedvolume.
· Registratie van oogbewegingen, oogpositie en pupildiameter.
· Skin response.
Waar kunnen kwalitatieve prestatietest in worden onderverdeeld?
13. Wat zijn voorbeelden van zelfbeoordeling in engere zin die geen vragenlijsten hebben?
- Osgood-schalen = methode vd semantische differentiaal > beoordeling op bipolaire dimensie - goed/slecht, actief/passief, sterk/zwak > zijn niet cultuurgebonden.
- Role Construct Repertoire v Kelly = Rep-test > constructen worden gemaakt door standaardpersoon (je vader, jezelf, je leraar) te beoordelen.
- Q-technique = Q-sort v Block > sorteren van uitspraken in gelijke grootte gericht op jezelf (self-sort), een ideaal of gemiddeld mens (average-sort).
Op welke manier kunnen persoonlijkheidsvragenlijsten worden geconstrueerd?
2. Gegroepeerd langs factoranalytische weg vanuit grote hoeveelheid persoonlijkheidsitems (16PF Cattell/Guilford Test)
3. Primair gebaseerd op een theorie omtrent persoonlijkheid/temperament (Amsterdamse biografische lijst, NEO-FFI of NEO-PI-R)
Wat zijn de kenmerken van zelfbeoordelings testen?
Ze worden vaak beschouwd als onvoldoende objectief omdat mensen vaak onvoldoende inzicht hebben in het eigen functioneren.
Echter kunnen er ook valide conclusies getrokken worden. Als uit empirisch onderzoek een bepaald patroon in de instemmingen en de ontkenningen op de vragen wordt gevonden, dan mag men aannemen dat hieraan een gemeenschappelijke instelling of attitude ten grondslag ligt.
Wat is er zo specifiek aan een niveautest voor gedragswijze?
De onderzochte mag geen (juist) idee hebben over de bedoeling van de test.
Wat zijn voorbeelden van experimentele tests voor kwalitatieve prestatietests?
- Verschillen in sensorische drempels, oplettendheid, reactietijden.
Noem voorbeelden van de 5 categorieen niveautests voor gedragswijze.
2. motoriektest: vingertapping, coordinatieproeven, motorische reacties.
3. IQ test klinisch/diagnostisch gebruik: vaststellen disfuncties in de hersenen: Bender Gestalt Test/Goldstein-Scheerer-testserie
4. karaktertest:zedelijke aspecten of wilskracht meten:volhardingstest:testen vaak onbetrouwbaar
5. cognitieve of perceptuele stijlen:
- cognitieve stijl=heeft betrekking op de wijze waarop informatie door de persoon wordt georganiseerd:
- perceptuele stijl=hoe de waarnemingsgegevens worden opgenomen en verwerkt
Rod en Frame Test/Embedded Figures Test/ Body Adjustment Test
Welke tests vallen onder motoriektests voor kwalitatieve prestatietests?
15. Wat is het verschil tussen niveautest voor gedragswijze en projectieve technieken?
Proj techniek gaat over coderings- en interpretatiecategorieën.
Welke vijf niveautests voor gedragswijze kunnen worden onderscheiden?
- Motorische tests
- Intelligentietests voor klinisch of diagnostisch gebruik.
- Karaktertests, vaak onbetrouwbaar in wat ze meten varieert sterk met tijd en het zedelijk klimaat. Minder stabiele persoonlijkheidstrekken, Kouwer 1963
- Cognitieve of perceptuele stijlen, formelen proces-variabelen verschilt per persoon mbt de wijze waarop info door de persoon wordt georganiseerd. Perceptuele stijl, waarnemingsgegevens die subjectief en selectief worden opgenomen en verwerkt.
Wat is de Role Construct Repertoire of een Rep-tests?
16. Waarin zijn niveautest voor gedragswijze in onder te verdelen? In welke 5?
- Experimentele
- Motorieke
- Intelli tests voor klinisch en diagnostisch gebruik
- Karaktertests
- Cogn of perceptuele stijlen.
Welke soorten tests vallen onder intelligentietests voor klinisch of diagnostisch gebruik?
Wat is de Q-techniek of Q-sort?
Wat wordt gemeten bij karaktertests voor kwalitatieve prestatietests?
Wat is de meest bekende waarde en attitude test?
17. Noem voorbeeld exper test die ook in persoonlijkheidsdiagnostiek waardevol zijn?
Of mate van oplettendheid of nachtzien of reactietijden.
Welke drie soorten projectietests worden in de stof genoemd?
- Perceptietests: Rorschach 1921, Holtzman Inkblot test, 1958
- Interpretatietest: stimulus materiaal min of meer duidelijk, blz. 95
- Expressietests: Boomtest of de grafologie
- Constructietest: Scenotest
- Associatietests: bijv. Zinaanvullingstest en de frustratietest
- Keuzetests: bijv. Szonditest
De projectietests vormen psychometrisch gezien een dubieuze categorie.
Welke twee soorten kwalitatieve prestatietests zijn er en wat wordt daaronder verstaan?
2. Projectietest: de psycholoog werkt met coderings- en interpretatie- categorieën die uitgaan van kwalitatieve kenmerken van de reacties op de testopgaven.
Wat zijn de 5 categorieën van de niveautests voor gedragswijze
- Motoriektests: motorische verschijnselen die die een verband hebben met persoonlijkheid, bv tapping (vingertrommelen), coordinatieproeven, mororische reacties etc
- Intelligentietests voor klinisch of diagnostisch gebruik: bv intelligentietests die beeld geven van disfuncties in de hersenen, en hersenbeschadigingen
- Karaktertests: meet bijvoorbeeld zedelijkheid of wilskracht
- Cognitieve of perceptuele stijlen: heeft betrekking met hoe de persoon info organiseert. Bijvoorbeeld waarnemingsgegevens die subjectief en selectief worden opgenomen en verwerkt.
Welke tests meten cognitieve en perceptuele stijlen in kwalitatieve prestatietests?
Welke sooorten niveautests van gedrag zijn er op basis van opdracht (5)
2. Motoriek: indicatie
3. Intelligentietests voor klinisch of diagnostisch gebruik: neuropsychologische tests
4. Karaktertests: vaak onbetrouwbaar vanwege afhankelijkheid van tijdsgeest.
5. Cognitieve/perceptuele stijlen: RFT, EFT, BAT
Wat zijn projectietests en wat is controversieel aan deze tests?
Welke soorten tests vallen onder perceptietests voor projectietests?
Hoe werkt een projectietest en wat zijn voorbeelden hiervan (3)?
Noem 6 voorbeelden van projectietetst en geef een oordeel over de kwaliteit van deze testen.
2. De interpretatietests (bv Thematic Apperception Test (TAT))
3. Expressietest (bv boomtest)
4. Constructietest
5. Associatie test (bv de zinaanvullingstest)
6. De Keuze test
Kwalitatief gezien is dit een dubieuze categorie van tests
21. Cogn of perceptuele stijlen, noem een voorbeeld.
Percept = verwerking waarnemingsgegevens.
Bijv: Rod an Frame test,
Embeed Figures Test (EFT)
Body Adjustment test (BAT)
Op welke 3 manieren kunnen persoonlijkheidsvragenlijsten worden geconstrueerd?
2. Vragenlijsten kunnen ontstaan uit een grote hoeveelheid persoonlijkheidsitems. Die met behulp van statistische methodes zoals factoranalyse zijn geopereerd.
3.De vragenlijsten zijn gebaseerd op een theorie omtrent de persoonlijkheid of het temperament.
Welke test valt onder expressietests voor projectietests?
Wat zijn de 6 projectietests en deze categorie is controversieel.
- Perceptietests - Rorschach-test.
- Interpretatietests - De 4 Platen-Test.
- Expressietests - Boomtest, associatietest, constructietest.
Welke persoonlijkheidsvragenlijsten zijn er samengesteld op basis van relatie met een relevant geacht criterium?
Ø MMPI (Minnesota Multiphasic personality inventory. Meet kenmerken als hypochondrie, hysterie, psychopathie, paranoia, schizofrenie.
Beschrijf de Role Construct Repertoire van Kelly = Rep-test:
Beschrijf de Q-technique of Q-sort, uitgewerkt door Block (1961):
- zichzelf ('self-sort'),
- een ideaal ('ideal-sort') of
- de gemiddelde mens ('average-sort').
Welke tests worden geassocieerd met associatietests voor projectietests?
Welke persoonlijkheidsvragenlijsten zij gebaseerd omtrent de persoonlijkheid of het temprament?
Ø Psychotismeschalen van Kampen.
Ø Tempramentschalen van Fei
Ø Angstvragenlijst van Heck
Ø Neo -Pi- R (komt later nog terug in de samenvatting)
Welke test valt onder keuzetests voor projectietests?
Wat houden de osgood schalen in?
Wat is het verschil tussen niveautests voor gedragswijze en projectieve technieken?
Wat houdt de Role construct repertoire van Kelly in?
Welke bekende voorbeelden van interpretatietests zijn er?
- de Thematic Apperception Test (TAT) van Murray (1935, 19443)
- de Vier-Platen-Test van D. J. van Lennep (1948)
Wat houden de experimentele testen in? (niveautest voor gedragswijze)
Wat houden motoriektesten in? (niveautest voor gedragswijze)
Wat houden intelligentietests voor klinisch of diagnostisch gebruik in? (niveautest voor gedragswijze)
Deze testen maken gebruik van diagnostiek van disfuncties in de hersenen. Voorbeelden van testen: Bender gestalt test, Glodstein-scheerer testserie, diverse intelligentietesten.
Wat houden karaktertests in? (niveautest voor gedragswijze)
Wat zijn de bekendste projectietesten?
Holtsman inktblok test
Wat is een bekende interpretatietest?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden