Nieuwe ontwikkelingen in testtheorie en testconstructie - Enkele modellen uit de item-responstheorie - De onderlinge relaties van de item-responsmodellen

14 belangrijke vragen over Nieuwe ontwikkelingen in testtheorie en testconstructie - Enkele modellen uit de item-responstheorie - De onderlinge relaties van de item-responsmodellen

Welke volgorde van algemeen naar specifiek bestaat er in de IRT modellen?

Monotone homogeniteit, drie-parameter logistisch model, Birnbaum-model en Rash-model. Testgegevens die door een algemener model verklaard zijn hoeven niet altijd door een specifieker model verklaard te kunnen worden, andersom wel.

Wat is de onderlinge relatie van de item-responsmodellen?

Elk van de (3) modellen veronderstelt dat de items uit een item-domein of een specifieke test dezelfde eigenschap meten, en elk veronderstelt een speciale formule, en waarmee wordt aangegeven wat het verband is tussen de kans op een positief antwoord op een item en de schaal (0) waarop de psychologische eigenschap wordt gemeten.

Wat is de ordening van algemeen naar specifiek bij de item-responsmodellen?

  • model van monotone homogeniteit
  • drie-parameter logistisch model
  • Birnbaum-model
  • Rasch-model

Testgegevens die met het algemenere model verklaard kunnen worden, hoeven niet automatisch verklaard te kunnen worden met het meer specifieke model (omgekeerd geldt dat wel).
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke 2 volgorden van modellen van algemeen naar specifiek kunnen kunnen worden gegeven?

1. Model van monotone homogeniteit - drie-parameter logistisch model - Birnbaum model - Rasch model.

2. Model van monotone homogeniteit - model van dubbele monotomie - Rasch model.

Teken een Venn-diagram voor de relatie tussen de 5 item-respons modellen.

Zie afbeelding

Wat is tussen de twee mokken-modellen het belangrijkste verschil?

In het Mokken-model van de dubbele monotonie kunnen de IRF’s elkaar niet snijden; in het model van de monotone homogeniteit kunnen de IRF’s elkaar wél snijden.

Waarom vindt Mokken de eerder drie besproken modellen niet geschikt voor het meten van psychologische kenmerken?

Mokken gaat ervan uit dat over veel psychologische eigenschappen zo weinig kennis bestaat, dat het gebruik van de tot hiertoe besproken, relatief strenge modellen niet gerechtvaardigd kan worden. De modellen leggen te veel beperkingen op aan de testgegevens

Waar kan je het model van monotone homogeniteit goed voor gebruiken?

Het ▌model van monotone homogeniteit legt dus weinig restricties op aan de testgegevens, terwijl er nog steeds interessante meeteigenschappen blijven gelden. Zo impliceert het model dat personen kunnen worden geordend op θ met behulp van hun totaalscores X. Bv. Als je de beste 5 sollicitanten wil selecteren

Wat is het meetniveau van het model van monotone homogeniteit

Het model van monotone homogeniteit kent niet de eigenschappen van de verschilschaal en de intervalschaal. Wel blijft de ordinale schaal voor personen intact. Omdat diverse toepassingen van tests alleen een ordening van personen vragen, is een ordinale schaal in die gevallen voldoende

Hoe zit het met populatie onafhankelijkheid bij het model van dubbele monotonie?

Een model dat wel leidt tot populatie-onafhankelijke ordeningen van zowel personen als items

Wat is het verschil en overeenkomsten tussen het model van monotone homogeniteit en het model van dubbele monotonie?

het ▌model van dubbele monotonie is een speciaal geval van het model van monotone homogeniteit. Beide modellen veronderstellen dat de item-responsfuncties monotoon niet dalend zijn. In het model van dubbele monotonie mogen functies elkaar niet snijden

Wat is wel degelijk een restrictie van dit model?

De veronderstelling van monotonie is dus wel degelijk een restrictie op de testgegevens. Er is dan ook een alternatief model voorgesteld, dat aan de individuele functies geen eisen stelt, maar wel van het gemiddelde van deze functies eist dat deze monotoon stijgend is.

Hoe kan je de p-waarden van het model van monotone homogeniteit interpreteren?

Hoe groter de p-waarde, hoe gemakkelijker (capaciteiten, prestaties) of populairder (persoonlijkheidstrekken) het item

Welk model van mokken leidt wel tot een populatie-afhankelijke meting? Hoe komt dat?

  1. model van dubbele monotonie: Een model dat wel leidt tot populatie-onafhankelijke ordeningen van zowel personen als items
  2. In het model van dubbele monotonie mogen functies elkaar niet snijden. Het model lijkt wel wat op het Rasch-model, maar is vrijer. Ook voor dit model geldt dat personen kunnen worden geordend op θ met behulp van hun testscores X. We meten personen dus op een ordinale schaal. Dat geldt ook voor de p-waarden van items. De ordening van de items naar afnemende p-waarde correspondeert met een toe- nemende moeilijkheid

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo