Nieuwe ontwikkelingen in testtheorie en testconstructie - Enkele modellen uit de item-responstheorie - De modellen volgens Mokken

18 belangrijke vragen over Nieuwe ontwikkelingen in testtheorie en testconstructie - Enkele modellen uit de item-responstheorie - De modellen volgens Mokken

1. Wat is het grootste verschil tussen modellen van Rasch, Birnbaum en 3-parameter logistische model EN Mokken-modellen?

Items als testscores van mensen kunnen op dezelfde schaal afgebeeld worden. Bij Mokken-modellen is er sprake van ordinale metingen >> personen en items worden apart afgebeeld.

>>De Mokken-modellen kennen geen specifieke IRF, terwijl dat in het Rasch-model en de twee Birnbaum-modellen wél het geval is.

Welke 2 item-responsmodellen heeft Mokken gepresenteerd?

  1. Het model van monotone homogeniteit (minst restrictief)
  2. Het model van dubbele monotonie (functies mogen elkaar niet snijden)

Wat is het uitgangspunt van Mokken mbt psychologische eigenschappen?

Mokken gaat er vanuit dat er over veel psychologische eigenschappen zo weinig kennis bestaat, dat het gebruik van de relatief strenge modellen van Rasch en Birnbaum niet gerechtvaardigd is.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat voor schaal hebben de uitkomsten van een test op basis van Mokken's monotone homogeniteit?

Alleen de rangorde van theta kan worden bepaald (ordinale schaal), geen numerieke waarde

Hoe zit het model van mokken eruit? 

item-responsfunctie die wel monotoon niet-dalend zijn (dus stijgend +constant) maar er verder geen beperkingen aan op te leggen.  (monotone homogeniteit)

2. Vanuit welk uitgangspunt heeft Mokken welke 2 modellen ontwikkeld?

  1. Model v monotone homogeniteit.
  2. Model van dubbele monotonie.

Dat er over over veel psychologische eigenschappen zo weinig kennis bestaat dat restricties (zoals bij andere modellen) niet te rechtvaardigen zijn.

Welke wijziging heeft Mokken aangebracht in veronderstellingen over de vorm van de item-responsfuncties.

Mokken handhaaft het monotoon-niet dalend zijn, maar legt verder geen beperkingen op, waardoor snellere stijgingen of plateaus mogelijk zijn.

Hoe zit het model van mokken (monotone homogeniteit) eruit?

item-responsfunctie die wel monotoon niet-dalend zijn (dus stijgend +constant) maar er verder geen beperkingen aan op te leggen.

Wat zijn de kenmerken van het model van de dubbele monotonie?

-  Leidt tot populatie-onafhankelijke ordeningen van zowel personen als items.
- Functies mogen elkaar niet snijden.

Welke schaaleigenschap heeft Mokken zijn monotone homogeniteit?

Deze heeft een ordinale schaal. Bij vele tests en vragenlijsten is deze vorm van ordening voldoende, wanneer men bv de 5 beste kandidaten of 20 beste studenten wilt selecteren.

4. Wat is het model van dubbele monotonie?

  • Populatie onafh ordeningen van personen als items.
  • IRF is monotoon niet-dalend.
  • Functies mogen elkaar niet snijden.
  • Lijkt op Rasch-model, vanwege laatste 2 punten.

Welke uitspraak kan worden gedaan over de onafhankelijkheid van personen en items op Mokken's monotone homogeniteit?

De ordening van personen is populatie-onafhankelijk, maar de ordering van items niet.

5.  wat is  monotone homogeniteit?

wat betekent dat de succeskans toeneemt of gelijk blijft bij een toename in de latente trekwaarde = een monotoon niet dalende lijn

6. Wat is dubbele monotomie?

=  ten eerste monotone homogeniteit (dus een monotoon niet-dalende functie) is,
en
dat item-responsfuncties van items op dezelfde test elkaar niet mogen snijden. Als ze elkaar snijden, is de moeilijkheid van items verschillend in volgorde voor groepen met verschillende niveaus op de latente trek. Bij dubbele monotomie is het mogelijk om een ordening naar moeilijkheid te maken die geldig is voor de gehele populatie.

Welke overeenstemming hebben het Raschmodel en het Birnbaummodel?

  1. Items mogen variëren in moeilijkheid
  2. lage teta waarden nadert de succeskans op het item van 0, dit betekent dat wanneer je een antwoord kan raden dit model minder geschikt is
  3. metingen vinden plaats op een metrische schaal waarop intervallen serieus worden genomen
  4. metingen zijn populatie-onafhankelijk

Welk probleem kent het Birnbaum-model bij de populatie-onafhankelijke meting?

Enkel de personen populatie kan populatie-onafhankelijk worden gemeten en niet de items. Dit betekent dat items met niveauverschillen moeilijker te ordenen zijn naar succeskans in deelpopulaties

Op welke niveau vindt meting plaats bij het drie-parameter logistisch model?

Ook in het drie-parameter model vindt meting plaats op een intervalschaal. Daarbij geldt dat γ* = γ, dus de parameters voor het pseudokansniveau liggen vast.

Wat zijn de 3 kenmerken van het model van monotone homogeniteit?

  1. Er is geen specifieke IRF; de enige restrictie is dat de IRF monotoon niet-dalend is.
  2. Het meetniveau is ordinaal; men ordent personen op een schaal met behulp van de geschatte betrouwbare scores T.
  3. De ordening van de items naar hun moeilijkheid is wél populatie-afhankelijk.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo