Betrouwbaarheid - De klassieke testtheorie - Betrouwbare score en meetfout
21 belangrijke vragen over Betrouwbaarheid - De klassieke testtheorie - Betrouwbare score en meetfout
In de klassieke testtheorie wordt iemands in een specifieke testsessie geobserveerde testscore naar analogie van het zojuist gemaakte onderscheid opgesplitst in een constant of systematisch deel en een toevallig of niet-systematisch deel. Hoe wordt die onderscheid geformaliseerd?
- de background-colorgeobserveerde testscore van persoon i ( i = 1, ..., background-colorn) behaald tijdens background-colorreplicatie j (j = 1, ...,background-color q) van een specifieke test geven we aan metbackground-color Xij
- de opsplitsing van Xij in een systematisch deel T en een toevallig deel E wordt geschreven als:
background-colorXij = Ti + Eij
We definiëren de scorecomponent Ti als de gemiddelde, geobserveerde score die persoon i heeft behaald over een zeer groot aantal onafhankelijke replicaties van de test.
Het symbool T staat voor het Engelse 'true score'.
Wat is de formule voor de klassieke testtheorie en wat betekenen de componenten?
X is de geobserveerde score, i de persoon en j de betreffende replicatie. Deze wordt opgesplitst in Ti wat verwijst naar een systematisch deel en E wat verwijst naar de error ofwel toevallige fouten (meetfout).
Waaruit bestaat volgens de klassieke testtheorie de geobserveerde score (X)?
X=T+E
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is de betrouwbare score (Ti) volgens de klassieke testtheorie?
Wat is de definitie van 'T in de klassieke testtheorie (X = T + E)?
Gemiddelde testprestatie over een groot aantal onafhankelijke replicaties een nuchtere indicatie van wat iemand gemiddeld presenteert (capaciteiten) of aan gedrag laat zien.
Hoe wordt volgens de klssieke testtheorie iemands testscore opgesplitst?
- Constant/ systematisch deel
- Toevallig/ niet systematisch deel
Xij = Ti + Eij
Welke 2 veronderstellingen worden er over meetfouten gedaan?
- In een populatie vallen meetfouten tegen elkaar weg (positieve en negatieve meetfouten zijn in gelijke mate aanwezig)
- In een populatie correleren de meetfouten op een test met geen enkele andere variabele tenzij ze er zelf deel van uitmaken
De klassieke testtheorie is gebaseerd op het gedachte-experiment. Wat is dit?
Wat is de veronderstelling van de klassieke testtheorie?
Waarom is er als term voor T gekozen voor betrouwbare of systematische score en niet true score?
Het refereert naar een gemiddelde representatieve testprestatie en niet naar een concrete ware score die buiten de test zelf bestaat.
Het symbool T staat voor het engelse 'Treu score'. Wat is het bezwaar tegen deze term?
Welke opsplitsing maakt de klassieke testtheorie binnen testscores?
- Een constant of systematisch deel (ware component)
- een toevallig of niet-systematisch deel (meetfout)
Hoe wordt de meetfout gedefinieerd in de klassieke testtheorie?
Wat is een belangrijk voordeel van de wiskundige definitie van T?
Voor wat staat de scorecomponent Eij?
Welke 2 vooronderstellingen worden er gemaakt bij testen in een populatie?
- De gemiddelde meetfout in een populatie is gelijk aan 0
- in een populatie van personen de meetfout op een test met geen enkele andere variabele correleert, tenzij ze er zelf deel van uitmaken. Dus onafhankelijke scores.
Wat zijn de twee eigenschappen van de gemiddelde meetfout voor een individu over q replicaties?
- Spreiding van meetfouten is gelijk aan spreiding van geobserveerde scores.
Waarom is de definitie van meetfout tautologisch in de klassieke testtheorie?
Welke veronderstelling wordt gemaakt in de klassieke testtheorie over betrouwbaarheid bij een grote groep personen als je er vanuit gaat meetfouten elkaar opheffen (sporters die het juist verprutsen en sporters die het juist goed doen anders dan verwacht)
Wat zijn de vooronderstellingen over meetfouten in een populatie van personen?
- Correleren met geen enkele andere variabele waar ze geen deel van uitmaken r(E,Y)=0
- Correleren wel met variabelen waar ze wel deel van uitmaken r(E,X)>0
- Meetfouten en betrouwbare score correleren niet met elkaar r(E,T)=0
Wat is de correlatie tussen de meetfout en een variabele waar de meetfout deel van uitmaakt?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden