Afneming van tests en verwerking van testgegevens - Bewerkte scores en normen
28 belangrijke vragen over Afneming van tests en verwerking van testgegevens - Bewerkte scores en normen
Wat is de formule voor het berekenen van de ruwe (onbewerkte) score?
∑ Xg
g=1
Ruwe score (X) = items 9 (k) met identificatie (g=1...) steeds vermenigvuldigd met een score voor een goed of fout antwoord (bv 0 of 1, aangegeven met Xg).
20 procent van de respondenten heeft een ruwe score van 35 of lager en 32 procent heeft een ruwe score van 36 of lager. Wat is de percentiele score van 36?
20
26
32
Scores op vragenlijst onderzoek worden vaak gerelateerd aan normen. In welke 3 gevallen is het niet nodig, of zelfs onwenselijk om normen te gebruiken of te berekenen? En wat gebruik je dan?
2. Als je geïnteresseerd bent in het percentage goede scores, zoals bij een taaksimulatie waarbij je bij een lager percentage dan 80 niet zelfstandig mag werken omdat de kans op fouten te groot is. In dit geval heb je dus een percentage goede antwoorden nodig.
3. Als je geïnteresseerd bent in de samenhang tussen testscores en criteriumscores. Bijvoorbeeld bij de correlatie tussen ruwe testscores en schoolcijfers. Dan is dus de ruwe score voldoende
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
1. Ruwe scores worden bewerkt, zodat ze een betekenis gaan krijgen. Wat zijn de 3 types scores?
- Vergelijking met absolute standaard.
- Gebaseerd op een deling door bijv leeftijd of schoolklas.
- Gebaseerd op relatieve positie in referentiegroep.
Wat is het verschil tussen een bewerkte score en het vergelijken met een norm?
Welke twee zaken zijn bij normvergelijking belangrijk om te vermelden over de onderzochte normgroep?
2. Men moet normen niet te absoluut zien. Met verandering in populatie veranderen ook de daarop gebaseerde normen; vandaar de eis tot geregelde nomrevisie. Dit speelt bijvoorbeeld als een test vertaald wordt uit het buitenland. Vaak neemt men dan ook die normen over, maar daarmee verliest de test vaak zijn waarde
Van wat gaan we uit om de ruwe score en enkele bewerkte scores te kunnen definieren?
- we gaan ervan uit dat een test k items bevat
- items krijgen een identificatienummer, dat we aangeven met g, zodat g = 1,...., k
- de score op een item geven we aan met Xg
- voor foute antwoorden krijgt iemand een itemscore 0 en voor goede een score 1, zodat Xg = 0, 1
- op rating scales worden geordende scores toegekend, zodat bijv. Xg = 0, ...., 4
Wanneer kunnen enkel ruwe scores gebruik worden?
Noem drie soorten bewerkte scores
- Vergelijking met absolute nulpunt (dus: hoeveel juiste / foute antwoorden ten opzichte van het totaal aantal vragen)
- gebaseerd op een deling (door bijv. leeftijd of schoolklas, is dit goed of slecht voor iemand van jouw leeftijd?)
- gebaseerd op een relatieve positie in een referentiegroep (hoe hebben anderen het gemaakt? Waren er veel die een betere prestatie leverden?).
Wanneer is er bij testen sprake van een norm?
Let op, een vergelijking met bijvoorbeeld de klas is geen populatie en dus ook geen norm.
Wat is het verschil tussen een bewerktescore en een norm?
- Bij testnormen afhankelijkheid van de scores bij anderen
- Daarnaast vergelijking van de testscore met de score van de referentiepopulatie ( is niet de toevallige groep waar iemand deel van uit maakt bijv. een klas van de basisschool . De referentiegroep is bijv. de populatie Nederlandse schoolkinderen. M.a.w. het gebruik van normen voor de waardering van iemands testprestatie overstijgt de kenmerken van de groep waartoe hij behoort.
3. Is toevallige groep waar onderzochte bij hoort ook in die zin een vergelijking dat het gaat over een normkarakter?
Het gaat over vergelijking v score met scoreverdeling van refentiepopulatie. Kenmerken (gemiddelde, spreiding),groep waar hij toevallig bij hoort spelen dan geen rol op zijn beoordeling
Welke 2 zaken zijn belangrijk bij normeringsonderzoek?
- Het is belangrijk de specifieke kenmerken van de onderzochte normgroep te vermelden ('vwo-leerlingen, n=260 is onvoldoende specifiek)
- Normen zijn niet absoluut. Met een verandering in de populatie veranderen de daarop gebaseerde normen. Geregelde normrevisies zijn geïndiceerd.
Waarom dient een norm niet al absoluut te worden gezien?
Wat is belangrijk met de vloeiende overgang tussen bewerkte scores en vergelijking met normen (2)
2. Normen niet als absoluut zien: met een verandering in de populatie veranderen de daarop gebaseerde normen.
4. Geeft voorbeeld van testscore met normatief karakter?
Wat betekent de term 'referentiepopulatie'?
Drie soorten bewerkte scores worden geillustreerd. Welke?
- het eerste type is gebaseerd op een vergelijking met een absolute standaard
- het tweede type is gebaseerd op een deling door bijv. leeftijd of schoolklas
- het derde type score is gebaseerd op de relatieve positie in een referentiegroep
Wanneer is het onnodig of ongewenst om normen te berekenen of te gebruiken en kan volstaan worden met een eenvoudiger vorm van bewerkte scores?
- Als men de rangschikking van een persoon in een onderzochte groep wil weten, bijv. 3 besten uit een groep sollicitanten (bewerking:ruwe scores omzetten in een rangnummer)
- Als men het percentage goede antwoorden wil weten dat men moet halen om zelfstandig te kunnen werken (bewerking: ruwe scores omzetten in een percentage)
5. Welke 2 punten zijn belangrijk bij vergelijken met de norm?
- Specifieke kenmerken van onderzochte normgroep moet worden vermeld.
- normen niet als absoluut zien > door bijv tijdgevoeligheid is de eis v geregelde normrevisie v tests. Ook testvertalingen dienen niet klakkeloos normgegevens van oorspronkelijke taal over te nemen.
Welke kenmerken van IQ-scores zijn niet in overeenstemming met de eigenschappen van een verhoudingsnorm?
- Mentale leeftijd blijkt aantal goed gemaakte opgaven en chronische leeftijd een normscore ipv leeftijd van de proefpersoon
- IQ vertoont schommelingen omdat andere factoren dan intelligentie van invloed zijn
- voldoet niet aan de eis van evenredig toenemende spreiding in scores van leeftijd
Wat is een voorwaarde om te kunnen spreken van testnormen?
De overgang van een vergelijking binnen een onderzochte groep naar het geruik van normen is vloeiend. Licht toe.
Wat is absoluut meten? (= criterion referenced measurement):
Hoe vindt de beoordeling van het individu plaats?
Wat is normatief meten? (= norm-referenced measurement
Wat geeft de CITO Eindtoets Basisonderwijs aan?
Naarmate de onderzochte groep groter is en meer de kenmerken van een relevante populatie weerspiegelt, krijgen de vergelijkingen meer het karakter van vergelijkingen met een norm. Twee zaken zijn hier belangrijk. Welke?
- het is van belang bij normeringsonderzoek de specifieke kenmerken van de onderzochte normgroep te vermelden - uit deze kenmerken kan men immers afleiden of men te maken heeft met een geschikte normsteekproef
- men dient normen niet al te absolut te te zien - met een verandering in de populatie veranderen de daarop gebaseerde normen eveneens; vandaar de eis van geregelde normrevisie van tests
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Afneming van tests en verwerking van testgegevens - Bewerkte scores en normen
-
Afneming van tests en verwerking van testgegevens - Bewerkte scores en normen - Vergelijking met een absolute standaard
-
Afneming van tests en verwerking van testgegevens - Bewerkte scores en normen - Vergelijking en normen gebaseerd op een rangorde
-
Afneming van tests en verwerking van testgegevens - Bewerkte scores en normen - Vergelijking en normen gebaseerd op gemiddelde en spreiding