Nieuwe ontwikkelingen in testtheorie en testconstructie - Principes en begrippen van de item-responstheorie

Question

Waardoor wordt volgens de item-responstheorie de kans op een specifiek antwoord bepaald?

Answer 1

Door zowel persoonseigenschappen als door item-eigenschappen waaronder de moeilijkheid (δ) en het discriminerend vermogen (α). Dit zijn in statistische zin parameters.

Answer 2

1. Meet de onzichtbare eigenschap van de respondent die niet direct observeerbaar is.
2. Scores op die schaal zijn niet direct gerelateerd aan de kans dat de eigenschap bij de respondent voorkomt.
3. Hoe hoger de score op die schaal van de respondent, hoe groter de kans dat hij/zij succesvol zal zijn bij het uitvoeren van de taak (item).

Answer 3

Alpha geeft het discriminerend vermogen aan.

Answer 4

Geeft aan hoe de respons op een item gerelateerd is aan de meetwaarde θ
IRF is een wiskundige functie die θ, α, δ en γ enerzijds verbindt aan de succeskans(P) anderzijds.

Answer 5

Voor de vaste waarde van (θ) zijn de kansen op een positief en negatief antwoord samen 1. Als de kans op een positief antwoord 0.70 is, is de kans op een negatief antwoord automatisch 0.30.

Answer 6

het pseudokansniveauparameter, de mate waarin iemand het antwoord goed kan gokken (giskans).
de moeilijkheidsparameter, bij een grotere waarde neemt de succceskans voor iedere respondent af.
de discriminatieparameter, de steilheid van het kritische gebied, bij een grotere waarde discrimineert het item beter.

Answer 7

Het deel van de test waar de kans op een juist antwoord hoog genoeg is om te laten zien dat de persoon de vaardigheid beheerst.

Answer 8

Als de kans op elk alternatief antwoord gelijk zou zijn, dan zou de gokkans waarschijnlijk zijn. Maar als de alternatieven bij voorbeeld helemaal niet waarschijnlijk zijn of juist heel erg waarschijnlijk zijn, kan de kans op een alternatief antwoord respectievelijk lager of hoger uitvallen.
op een open vraag nadert het pseudokans niveau tot 0, omdat het vrijwel uitgesloten is dat men min of meer toevallig op het goede antwoord komt.

Answer 9

De meetwaarde.

Answer 10

Personen met een lage Theta waarde hebben een succes kan die duidelijk groter is dan nul
De curve heeft een specifieke locatie op de theta schaal
Steilheid in het kritische gebied is van belang (hoe steiler, hoe kritischer de scheiding)

Answer 11

Kans op pos antwoord op een item bij een gegeven meetwaarden (θ).
Wiskundig gezien:

P(Xg = +1|θ). De succeskans is een wiskundige functie van θ en van de drie itemparameters: αg (discriminatiewaarde), δg (moeilijkheid) en γg (pseudokansniveau).

Answer 12

Binnen de item-responstheorie is de succeskans een functie van de te meten psychologische eigenschap, terwijl het wiskundig gezien een functie is van de schaal waarop de meetwaarden (θ) liggen. De precieze vorm en locatie van de functie worden bepaald door item-kenmerken.

Answer 13

Nee, de kans op een juist antwoord is hoog genoeg om de vaardigheid te laten zien, maar het niveau van de succeskans kan variëren afhankelijk van de moeilijkheid van de testitems.

Answer 14

Dan gaat hij naar rechts op de x-as (de Theta-as) en dat betekent dat de opgave moeilijker is.

Answer 15

Een item waar ongeacht het aantal antwoordmogelijkheden de score van een item 0 of 1 is.

Answer 16

Omdat er een kans bestaat dat iemand het juiste antwoord gokt.

Answer 17

De succeskans is een monotoon niet-dalende functie van de schaal waarop de eigenschap wordt gemeten: de finctie stijgt of is hier en daar constant
Er kan een kritisch gebied worden onderscheiden waarbinnen de succeskans op het item snel toeneemt (IRF relatief steil ) en goed te onderscheiden is.. Links van het kritisch gebied is de succeskans vrijwel constant laag en rechts van het kritisch gebied constant hoog -> succeskans niet goed te onderscheiden bij verschillende θ-waarden.Linker gebied: missen deelvaardigheden/kritisch gebied: deelvaardigheden volop in ontwikkeling/ rechter gebied beschikken over deelvaardigheden

Answer 18

1. De succeskans is een monotoon-niet dalende functie, waarbij de rechtvaardiging empirisch van aard is.

2. De helling van de functie varieert over de (θ) schaal, waarbij in geval van grote intervallen de succeskans vrijwel constant hoog of laag zijn met een kritisch gebied in de vorm van een steile lijn.

Answer 19

We zouden kunnen spreken van een giskans. Als A het aantal alternatieven is van 1/A. In theorie is dit de kleinst mogelijke succeskans op een item. Maar in de praktijk vinden we hogere en lagere giskansen.

De exacte giskans hangt niet alleen af van het aantal alternatieven, ook van inhoudelijke kenmerken van een item. Daarom spreken we van pseudokansniveau (γg) en niet van giskans.

Answer 20

Dat is op het punt op de schaal waarvoor de succeskans gelijk is aan (de maximale succeskans van 1 plus het pseudokansniveau ypsilon g) gedeeld door 2.

Answer 21

Door de eigenschappen van zowel de personen als de items.

Answer 22

Omdat het gissen niet alleen afhankelijk is aantal antwoorden die bij item staan, maar ook van de inhoudelijke kenmerken van dat item.
Bij open vragen? Pseudo-kansniveau is 0.

Answer 23

De moeilijkheid van bepaald de plaatsing naar links of rechts van de IRF. Bij een moeilijker item neemt voor iedere respondent de succes kans af en schuift de IRF naar rechts.

Answer 24

Dan discrimineert het item beter, wat tot uiting komt in een een grotere waarde van de discriminatieparameter alfa g (= Richtingscoëfficiënt van jet steile stuk van de grafiek).

Answer 25

Door de richtingscoefficient a/b van de raaklijn aan de item-responsfunctie in het punt te berekenen.

Answer 26

Het punt op de θ schaal dat wordt geassocieerd met het punt op de schaal waar de succeskans gelijk is aan (1 + yg)/2, halverwege tussen het pseudokansniveau en de maximale succeskans van 1. Hoe verder deze naar rechts ligt, hoe moeilijker het item en hoe lager de succeskans.

Answer 27

In het kritische gebied, het steil lopende stuk in de grafiek. Alleen hier is goed ondrscheid te maken, aangezien hier alleen niveau verschil mogelijk is.

Answer 28

Dat er een niet direct observeerbare variabele is (latente).

Answer 29

Hoe steiler dit gebied, hoe scherper de verdeling van personen op de (θ) schaal met links de lage succeskans en rechts de hoge succeskans. Binnen dit gebied bevind zich een θ waarde waar een kleine veranderingen grote gevolgen heeft, die het discriminerend vermogen wordt genoemd (α).

Answer 30

- moderne kan testen die in moeilijkheidsgraad variëren met elkaar vergelijken.
klassiek: moeilijkheidsgraad van alle items = gelijk.

- klassiek >> de ware score
modern >> meetwaarden op onbegrensd continuüm.

Answer 31

1. Pseudokansparameter (niet giskans)
2. Moeilijkheidsparameter
3. Discriminiatieparameter

Answer 32

Omdat men door middel van een goed uitziend antwoord, maar dat fout is, mensen kan verleiden tot het foute antwoord, waarmee de giskans waarde dus onder de theoretische waarde zit.

Answer 33

Hoe verhoudt zich meetwaarden vd persoon tot meetwaarde die nodig is voor beantwoorden testvraag?
>> wat is de kans dat iemand beter is dan de moeilijkheid vd testvraag (kans loopt van 0 tot 1)

Answer 34

Het pseudokansniveaum, dit is de theoretische giskans (1/A), voor open vragen kan deze wel 0 zijn.

Answer 35

Het punt op de Phi schaal dat overeenkomt met de kans die ligt tussen het pseudokansniveau en de maximale kans.

Answer 36

De steilheid van de item-responsfunctie
wanneer deze steiler is, is er een duidelijker onderscheidt tussen personen met een 0 score en een 1 score
of te wel geeft het discriminerend vermogen van een item weer

Answer 37

Het discriminerend vermogen van het item is een functie van de richtingscoëfficiënt a/b van de raaklijn aan de item-responsfunctie in het punt (δg, (1 + γg)/2). Het discriminerend vermogen van item g wordt aangeduid als αg, de zogenaamde discriminatieparameter

Nieuwe ontwikkelingen in testtheorie en testconstructie - Principes en begrippen van de item-responstheorie

37 belangrijke vragen over Nieuwe ontwikkelingen in testtheorie en testconstructie - Principes en begrippen van de item-responstheorie

Waardoor wordt volgens de item-responstheorie de kans op een specifiek antwoord bepaald?

Wat betekent de Θ-schaal in Item Respons Theory?

Wat geeft alpha aan in de IRT?

Wat geeft de item-respons-FUNCTIE (IRF) aan?

Hoe komt de succeskans binnen de item-responstheorie tot stand?

De 3 kenmerken van items die de exacte vorm van de IRF in een bepaalde klasse van item-responsmodellen bepalen zijn:

Wat is het kritische gebied van de item-karakteristieke functie (IKF)?

Wat geeft phi (lelijke 0) aan in de IRT?

Noem drie kenmerken van items die de exacte vorm van de item-responsfunctie in een bepaalde klasse van item-responsmodellen bepalen.

2. Wat is een succeskans in de IRT?

Wat is de succeskans binnen de item-responstheorie en binnen de wiskunde?

Is het kritische gebied van de item-karakteristieke functie het gebied waar de succeskans constant hoog is?

Wat betekent het als de grafische weergave van de item-respons functie naar rechts verschuift?

Wat is een dichotoom gescoord item?

Waarom is de succeskans bij een gegeven meetwaarde bijna nooit 0?

Welke 2 opmerkingen worden in het boek gemaakt over de vorm van de item-responsfunctie?

Welke 2 algemene uitspraken kunnen worden gedaan over de vorm van de item-responsfunctie?

Waarom spreken we van pseudokansniveau en niet van giskans in de item-repsonstheorie?

Het midden van de curve van de item-respons grafiek is op een specifieke waarde op de y-as (de as waar de kans op een goed antwoord is weergegeven). Bij welke waarde op de y-as is dat?

Waardoor wordt de kans op een specifiek antwoord bepaald in de IRT?

4. Waarom spreken Hambleton en Swaminathan van pseudokansniveau ipv giskans?

Waarom wordt de moeilijkheidsparameter ook wel de locatieparameter genoemd?

Een derde kenmerk van de item-responsfunctie is de steilheid van de grafiek. Wat betekent het als de helling van de item responsfunctie steiler is?

Hoe wordt het discriminatievermogen van een item betpaald?

Wat is de locatie-parameter δ?

Waar zijn personen goed te scheiden in een IRT grafiek?

6. Wat is de overeenkomst tussen klassieke en moderne theorie?

Wat zegt de steilheid van het kritische gebied bij de item-responsfunctie?

7. Wat is verschil tussen klassieke en moderne theorie? ZIE blz 8 van SANDRA

3 kenmerken van items die de exacte vorm van de functie in een bepaalde klassen van ir modellen bepalen

Waarom fluctueert de waarde van de giskans rond 1/A en is deze hier niet gelijk aan.

8. Om welke vraag draait het bij moderne testtheorie?

Wat wordt in de IRT aangegeven met gamma?

Wat geeft de locatieparameter (delta) aan in de IRT, wordt ook wel de moeilijkheidsparameter genoemd.

Welk item kenmerk is nog meer van belang naast moeilijkheid en giskans

Hoe noemen de parameter die bij het discrimerend vermogen hoort

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Nieuwe ontwikkelingen in testtheorie en testconstructie - Principes en begrippen van de item-responstheorie

Nieuwe ontwikkelingen in testtheorie en testconstructie - Principes en begrippen van de item-responstheorie - filmpje

Samenvattingen die gerelateerd zijn aan Historische ontwikkeling van het testen - Periode tot het verschijnen van de Binet-Simon test

Testtheorie

Evolutionary psychology : an introduction

Exploring humans an introduction to the phil…

Pia Pia Método di Papiamentu

Psychologische gespreksvoering : een basis v…

A history of europe in the twentieth century

De psychologie van arbeid en gezondheid

Onderzoekspracticum kwantitatieve data-analy…

Klinische psychologie : diagnostiek en thera…

Thema's en genres in de muziekgeschiedenis :…

Arbeid in verandering

Psychologische diagnostiek in de gezondheids…