The attending brain - Theories of attention

21 belangrijke vragen over The attending brain - Theories of attention

Noem de drie theorieën uit de literatuur van de aandacht.

The Feature Integration Theory (Treisman en collega's)
Biased Competition Theory (Desimone, Duncan en collega's)
Premotor Theory (Rizzolatti en collega's)

Wat is de feature integration theory (FIT)?

De feature integration theory (FIT) is een model dat beschrijft hoe aandacht waarneembare objecten selecteert en de verschillende kenmerken daarvan combineert tot een rapporteerbare ervaring. Het bewijs hiervoor komt met name uit visueel zoeken.

Volgens dit model worden waarneembare kenmerken zoals vorm en kleur parallel gecodeerd, voorafgaand aan aandacht. Een object zonder gemeenschappelijk kenmerken ten opzichte van omliggende objecten springt eruit (pop-out). Indien dit niet het geval is moeten alle objecten worden geïnspecteerd.

Wat is de voornaamste  kritiek op de Premotor Theory van de aandacht?

Smith en Schenk vinden dat deze faalt als algemene theorie en dat hij alleen valide is in sommige situaties (exogene orientatie naar bijvoorbeeld lichtflitsen)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn de twee voornaamste kritieken op de feature integration theory (FIT)?

De twee voornaamste kritieken op FIT zijn:
1. Het ontbreken van een duidelijke definitie van kenmerken. Zo blijkt uit onderzoek niet alleen de gelijkenis tussen doelobject en afleiders van belang, van ook die van afleiders onderling. In dat geval worden kenmerken al gecombineerd voorafgaand aan aandacht, wat strijdig is met FIT.

2. De vraag of het zoeken naar eenvoudige kenmerken daadwerkelijk gebeurt zonder aandacht. Het is immers mogelijk dat het zoeken naar kenmerken, zelfs bij een pop-out, ook aandacht vergen.

Wat zijn denkbeeldige conjuncties?

Situaties waarin visuele kenmerken van twee verschillende objecten onterecht worden waargenomen als behorend tot één object. Patiënten met pariëtale lesies maken veel van deze fouten. Bijv. Kort gekleurde letters worden weergegeven, dan kunnen deelnemers zeggen dat ze een Rode H hebben gezien, terwijl ze in feite een blauwe H zagen en een rode E.

Waar komt het meeste bewijs voor en tegen de FIT theory vandaan?

Het visuele zoek paradigma.
Dus bijvoorbeeld de test de blauwe T te vinden binnen twee verschillende condities (p149)
Volgens FIT worden perceptuele eigenschappen zoals kleur en vorm parallel en voorafgaand aan aandacht gecodeerd.

Wat is het FIT model (Feature integration theory)?

Een model dat beschrijft hoe aandacht waarneembare objecten selecteert en de verschillende kenmerken (bijv. Kleur en vorm) daarvan combineert tot een rapporteerbare ervaring. Het bewijs ervoor is grotendeels gebaseerd op visueel zoeken.
  • Zie. Afb. Blz. 149
  • het is makkelijker om een blauw T tussen alleen maar rode en blauwe letters te vinden
  • Dan een blauwe T tussen rode en blauwe letters.

Wat houd de eigenschap "to Pop-Out" in?

Wanneer de eigenschappen van een object dusdanig anders zijn dan die van de omringende objecten dat het meteen heel erg in het oog springt.

Wat is de premotorische aandachtstheorie?

De premotorische aandachtstheorie gaat er vanuit dat het geven van aandacht niets anders is dan het voorbereiden van beweging. Het is met name een theorie van ruimtelijke aandacht en bevat zowel het covert als het overt richten.

Deze theorie heeft veel kritiek gekregen en is geen algemeen geldende theorie van aandacht maar alleen toepasbaar in specifieke situaties.

Wat zijn illusory conjunctions?

Een psychologisch effect waarbij deelnemers eigenschappen van 2 verschillende objecten samenvoegen in 1.

Wat is Early Selection?

informatie wordt geselecteerd aan de hand van perceptuele eigenschappen (zoals kleur of pitch)

Wat is het Negative Priming effect?

Wanneer een genegeerd object opeens het prominente object wordt dan zijn deelnemers trager wanneer ze deze moeten benoemen.

Fit is een voorbeeld van wat een model van vroege selectie wordt genoemd. Wat is vroege selectie?

Aandachtstheorie volgens welke informatie wordt geselecteerd volgens waarneembare eigenschappen (bijv. Kleur of toonhoogte).

Wat is late selectie?

Aandachtstheorie volgens welke binnenkomende informatie wordt verwerkt tot een betekenisvol (semantisch) niveau, voorafgaand aan verdere verwerking.

Leg de Biased Competition Theory van Desimore en Duncan uit

Deze theorie gaat meer uit van Neurowetenschappen dan van cognitieve psychologie.

Deze verwerpt expliciet de zoeklicht theorie van de aandacht.

Zij zeggen: Aandacht is een opkomende eigenschap van vele neurale mechanismes die bezig zijn met het oplossen van competitie tussen visuele verwerking en controle van gedrag.
  • Deze concurrentie vind plaats in meerdere fasen.
  • Als eerst binnen de visuele ventrale stroom.

Dit model is ook verantwoordelijk voor spatiele en niet spatiele aandacht binnen hetzelfde model.

Wat betekend "extinction" in de context van aandacht?

Het niet (kunnen) zien van een stimulus in de aanwezigheid van een wedijverende stimulus 
(bijvoorbeeld bij schade aan parietele lobben)

Leg de Premotor Theory van de aandacht uit.

Deze stelt dat het ontstaan van aandacht niets meer is dan een voorbereiding voor motorische acties. Het is dus primair gezien een theorie van spatiele aandacht.
Deze theorie omvat zowel overt orienting (waarbij echte bewegingen voorkomen) en covert orienting.

Wat houdt de biased competition theory in?

berust meer op neurowetenschap dan op cognitieve psychologie, en stelt:

“Aandacht is een emergente eigenschap van vele neurale mechanismen die aan het werk zijn in de strijd om visuele verwerking en controle van gedrag”.

Emergente eigenschap
wijst erop dat aandacht geen afzonderlijke module is, maar bestaat uit een reeks mechanismen die veel input terugbrengen tot een beperkt aantal uitkomsten, waarbij er geen duidelijk onderscheid is tussen aandacht en de fase daarvoor.

Een uitgangspunt van het model is dat de concurrentie zich in verschillende fasen voordoet. Geen vroege of late selectie dus, maar een meer dynamische

Het zoeken van een "L" tussen een "T" is moeilijker als de "T" 180 graden of 270 graden wordt gedraaid en makkelijker als de "T" 0 of 90 graden gedraaid wordt.

Wat zegt dit?

Het suggereert dat de kenmerken in visueel zoeken uit meer dan georiënteerde lijnen bestaan, of dat een vorm van  functieintergratie zonder aandacht plaatsvindt.

Waar kwam het bewijs van de premotorische aandachtstheorie uit voort?

  • Uit een taak met ruimtelijke aanwijzingen blokjes
  • Ze ontdekten dat kosten in responstijden niet alleen gerelateerd waren aan de vraag of de aandacht per se moest verschuiven, maar ook of de aandacht van richting moest veranderen.
  • Verder naar links kijken kost minder inspanning
  • verandering van links naar rechts kost meer inspanning
  • Het patroon weerspiegelt de programmering van oogbewegingen (maar niet hun uitvoering aangezien openlijke bewegingen niet waren toegestaan).
  • Een oogbeweging naar links kan met minimale verwerkingsinspanning verder naar links worden gemaakt
  • Van links naar rechts veranderen moet een ander motorisch programma worden ingesteld en moet het oorspronkelijke programma worden weggegooid.

Wat is het syndroom van Balint?

Ernstig probleem met ruimtelijke verwerking, normaalgesproken als gevolg van bilaterale lesies van de pariëtaalkwab. Mensen kunnen slechts één object tegelijk opmerken.
  • Problemen om met gebruik van zicht acties met hun handen te sturen (optische ataxie)
  • juiste oogbewegingen te maken (optische apraxie)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo