Samenvatting: The War Within
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van The war within
-
3 The war within
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de 7 processen/gevolgen van PTSS?
1. Geheugen:
2. Aandacht:
3. Dissociatie:
4. Cognitieve-affectieve reacties:
5. Overtuigingen:
6. Cognitieve coping strategieën:
7. Sociale steun: -
Hoe werkt aandacht (aandachtsbias) bij PTSS?
Er is aandachtsbias voor trauma-gerelateerde cues.
- Onderzocht aan de hand van de Stroop test; langzamer opnoemen woorden en dot- probe sneller trauma woorden opnoemen. Echter geen consistent bewijs voor; niet gevonden in Vietnam veteranen. -
Hoe werkt dissociatie bij PTSS:
Dissociatie = wordt somsgedefinieerd als elke vorm van tijdelijke storing in wat we beschouwen als de relatiefcontinue , onderling verbonden processen van het waarnemen van de wereld om ons heen, het herinneren van het verleden of het hebben van een enkele identiteit die ons verleden met elkaar verbindt.
-symptoom : 'out-of -body' ervaring. Na eentraumatische ervaring wordt dit ook welperi-traumatische dissociatie genoemd. -
Op welke manier kunnen cognitieve coping strategieën invloed hebben op PTSS?
Het onderdrukken, vermijden en herkauwen van gedachten kan leiden tot meer PTSS-symptomen en een langzamer herstel. -
Wat houdt het emotionele verwerkingstheorie van Foa en Rothbaum (1998) in?
Foa en Rothbaum (1998 ) ontwikkelden de emotioneleverwerkingstheorie waarbij de relatie tussenPTSS en beschikbare kennis vóór, tijdens en na het trauma werd uitgewerkt. Mensen met meer rigide perspectieven vóór het trauma waren gevoeliger voorPTSS . Positieve perspectieven konden verworpen worden door het trauma en negatieve perspectieven konden juist bevestigd worden door het trauma.
Ze legden ook nadruk op negatieve beoordelingen vanresponses en gedragingen diepercepties van incompetentie kunnen verergeren waardoorPTSS ook waarschijnlijker is.
- Deze theorie gaat uit van één associatief geheugennetwerk. -
Wat is empirisch bewijs voor het emotionele verwerkingstheorie van Foa en Rothbaum (1998)?
De theorie stelt dat de succesvolle uitkomst vanexposure behandeling is gerelateerd aan de initiële activatie van angst en binnen- entussen-sessie gewenning . Er zijn niet veel significante relaties gevonden en er is aangetoond dat verbetering is gerelateerd aanafnames in niveaus van angst tussen sessies, maar niet binnen sessies.
- De theorie bevat ook de inhoud van hettraumaverhaal en er werd gedacht dat lagereleesniveaus gerelateerd zijn aanPTSS , maar er is geen consistent bewijs gevonden.
- Een associatief netwerkmodel is te simpel voor de complexe klinische fenomenen. -
Empirisch bewijs voor de dual representation theory?
Holmes et al. (2002) lieten zien dat opdringerige traumabeelden worden gesteund door een ander geheugensysteem dat meer visueel-ruimtelijk is dan verbaal.
Hellawell en Brewin (2002) lieten zien dat patiënten veel meer primaire emoties, zintuigelijke, motie-gerelateerde woorden en tegenwoordige tijd gebruikten voor flashbacks dan voor ordinaire herinneringen. Visueel-ruimtelijke prestaties waren ook slechter als patiënten werden gestopt tijdens de flashback door interferentie. -
Wat houdt het cognitieve model van Ehlers en Clark in?
Het cognitieve model vanEhlers en Clark (2000 ) stelt dat pathologischeresponses op trauma komen als de traumatische informatie op een manier wordt verwerkt die een gevoel van huidige, externe of interne bedreiging opwekt. Dit effect ontstaat door 2 mechanismen:
1. Negatieve beoordelingen van het trauma of de gevolgen daarvan.
- De beoordelingen kunnenovergeneralisatie bevatten en mentaldefeat kan voor slechtezelfbeoordelingen zorgen.
2. De aard van detraumaherinnering zelf. -
Empirisch bewijst voor het cognitieve model van Ehlers en Clark (2000)?
Er is bewijs voor de relatie van de volgende variabelen met PTSS-symptomen: mental defeat, peri-traumatische dissociatie, zelf-rapportmeting van data-gedreven en conceptuele verwerking, negatieve interpretaties van trauma, PTSS-symptomen en responses van anderen, perceptie van permante verandering in de zelf of het leven, gedachtensuppressie, herkauwen, veilige gedragingen en vermijding.
- De aard van relaties en de cognitieve verwerking tijdens het trauma is nog onduidelijk. -
Het cognitieve model is de meest gedetailleerde verklaring voor het behoud en de behandeling van PTSS. Er zijn wel 2 potentiële problemen:
1. Het is lastig om causale effecten te infereren zonder experimentele controle.
2. De beoordeling van cognitieve verwerking is heel complex en metingen zijn niet altijd consistent gerelateerd aan elkaar of aan andere variabelen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden